BANK EN BEURS
HOOFDSTUK 1: DE INTERMEDIATIEFUNCTIE
1. W AAROM ZIJN FINANCIËLE INSTELL INGEN NODIG ?
De banken van vroeger zijn verouderd, daarom gaan ze nu proberen te werken aan hun klantenrelaties, zo kunnen ze nog
steeds op hun traditionele manier blijven bestaan. In de toekomst gaan banken van grote bedrijven de bovenhand nemen
bijvoorbeeld Google Bank of Apple Bank etc.
Schema:
Financiële instelling
Deposito’s (spaargeld) Leningen (kredieten)
Spaarders Ontleners
Obligaties, aandelen
Bank speelt rol als agent (broker
+ commissie)
Financiële markten
→ Indirecte investering, met een financiële tussenpersoon = INTERMEDIATIE van de bank (bank neemt een risico)
→ Directe investering, zonder financiële tussenpersoon, de spaarder wordt belegger (bank neemt geen risico, buitenbalans
transactie)
Ex. Is een bank enkel betrokken bij Indirecte Financiering? Neen, kan dus ook als broker met commissies
2. W AAROM WIL T EEN BANK ZOVEEL INFORMATIE OVER ON S ?
Banken moeten in orde zijn met de regelgeving die de wetgeving hen oplegt: “Know Your Customer”.
Zo moeten ze risico’s beperken:
- Adverse Selection (= voor de transactie plaatsvindt) a.d.h.v. screening en signalling
- Moral Hazard (= na de transactie) opvolgen door monitoring, free rider probleem tegen gaan
→ Asymmetrische informatie vermijden
3. W IE HEEFT ER VOORDEEL B IJ DA T FINANCIË LE IN STELL INGEN BESTAAN ?
Door de financiële instellingen is er in ons leven veel liquiditeit ontstaan (wij sparen en hebben geld waar we altijd aankunnen)
dit is op zijn beurt goed voor gezinnen, overheid en de bedrijven. Een voorbeeld van een voordeel is de huizenmarkt, door
de baksteen in de maag van de Belgen kunnen ze lenen tegen 1% omdat de huizenmarkt nooit is gezakt maar enkel bleef
stijgen.
4. W A T Z IJN DE VOORDELEN VAN DE INTERMEDIATIEFUNCTIE ?
Om te beginnen kan de bank de transactiekosten reduceren door een aantal schaalvoordelen vb. goede contracten.
Ze beperken de risico’s en bieden een goedkopere financiering door vb. hypotheek leningen.
Transformatiefunctie van de bank: ontvangen van liquide, korte termijnen en in omvang beperkte deposito’s deze worden
omgezet naar minder liquide leningen met een langere looptijd en hoger risico.
1
,Schema:
Veel kleinere bedragen → grote bedragen Er staat genoeg geld op de bank dus er is een
Korte looptijd → Langere looptijd vermindering van het risico
Risico van de spaarder → risico van de bank
5. D E VOORDELEN VOOR DE LENERS ( SPAARDERS )
Ze krijgen een grote liquiditeit, zo komt er steeds minder risico en minder transactiekosten.
Een vereenvoudiging van de beslissing om fondsen te verstrekken.
6. D E VOORDELEN VOOR DE ONTLENERS
Ze krijgen een langere looptijd voor leningen vb. 25 jaar voor een hypotheek, met steeds groter wordende bedragen tegen
een lagere intrestvoet. Er zijn veel fondsen beschikbaar indien nodig.
7. D E VOORDELEN VOOR DE MAATSCHAPPIJ
Het spaargeld van de mensen wordt door de bank zeer efficiënt ingezet in vb. fondsen, etc.
Er is meer spaar- en ontleenactiviteit en grotere beschikbaarheid van fondsen voor risicovolle activiteiten.
Het consumptiepatroon kan afgevlakt worden: vb. deel van het inkomen (35%) kan gebruikt worden voor het afbetalen
van de hypotheek terwijl men nog (65%) overhoudt voor andere dingen (= fiscaal goed).
8. W A T IS CROWDFUNDING ?
= het online geldophalen bij een zeer breed publiek van vaak kleinere financiers.
Vaak via crowdfundplatforms: Look & Fin, KBC Bolero Crowdfunding, etc.
Kunnen een gevaar zijn voor de bank → zet de bank een beetje buitenspel.
Banken spelen hierop in door vb. een commissie te nemen
9. W ELKE SOORTEN CROWDFUNDING ZIJN ER ?
1. Donaties & beloningen (= vaak ook gewoon giften)
2. Leningen (= crowdlending)
3. Winstdeelname o.b.v. omzet (= revenu sharing)
4. Aandelenparticipatie:
- soms met tussenstap, notes worden uitgegeven door het platform
Schema:
Financieel
Equity met dividend ----- ---- Lening
Lening met intresten ----- ------ Sociale lening
Materieel Sociaal
Voorverkoop Reward based Donaties
2
,10. F ISCALE STIMULANS VAN B ELG IË
Taks Shelter: 30% of 45% van het geïnvesteerde bedrag in een bedrijf jonger dan 4 jaar mag afgetrokken worden van de
personenbelasting (equity) of vrijstelling van roerende voorheffing:
- sinds februari 2017
- indien het crowdfundplatform erkend is door de FSMA
- investeringen beperkt tot €100.000 per jaar
- onder bepaalde voorwaarden inbreng beperkt tot €5.000 per jaar
- fiscaal voordeel geldt niet voor giften of belofte (product/dienst)
11. N ADELEN VAN CROWDFUNDING
Vooral een goed gegeven voor startups daarboven is het relatief duur en ook risicovol.
Bedrijven slagen er vaak niet in om hun financiering te halen via crowdfunding.
Er groeien weinig kleine bedrijven uit tot grote bedrijven.
3
, HOOFDSTUK 2: DE FINANCIËLE INSTELLINGEN
1. D OEN AL LE FINANCIË LE IN STE LLINGEN HETZELFDE ?
Vroeger was alles eenvoudiger:
De overheid had instellingen die elk een andere specifieke doelstelling hadden vb. Gemeentekrediet, Landbouwkrediet, …
Tegenwoordig vinden er veel fusies plaats van die instellingen:
De kernactiviteit van een financiële instelling is nu handelen, registreren of verhandelen van financiële contracten.
= BRANCHEVERVAGING een instelling die eerst gespecialiseerd was in 1 bepaalde zaak zal nu meer gespecialiseerd zijn in
meerde zaken, zo kunnen ze hun assortiment verbreden.
- Bank + Verzekeringskantoor
- Bank Assurance/Allfinanz (= bank die ook verzekeringen aanbiedt)
- Assurfinance (= verzekeraar die ook bankproducten aanbiedt)
Vb. koppelverkoop: je leent geld voor je huis bij de bank en je kan er ook een verzekering voor je huis bijnemen
→ Branchevervaging want banken hadden meer inkomsten nodig, gebruikten schaalvoordelen om het verdien model op te
krikken (= economies of scope) vb. autolening bij aanbieden, …
Spaarbanken Banken Effectenbanken
Zijn uit het straatbeeld verdwenen Spaargeld ontvangen Gespecialiseerd in beleggingen
Leningen verstrekken
(= spaarbanken)
2. H OE WERD BRANCHEVERVAG ING MOGELIJK ?
Door de tweede Europese Bankrichtlijn in 1992 ontstond de Universele Bank, van 1990 tot 1995 was er de Belgische Big
Bang dit zorgde voor de organisatie van de beurs en beleggingen.
3. W A T IS EEN UNIVERSELE BANK ?
= een conglomeraat, groep of spinnenweb van diverse dochterondernemingen die in van alles gespecialiseerd zijn.
Men kan dus alles aanbieden aan eerder wie (bedrijven, overheden, …)
Retail Banking = levert direct of via een intermediair haar producten en diensten aan individuele personen. De producten
en diensten zijn relatief eenvoudig en bestaan voornamelijk uit betaal-, krediet- en spaarproducten.
Wholesale Banking = het verlenen van diensten door banken aan grotere klanten of organisaties zoals hypotheekmakelaars,
grote zakelijke klanten, middelgrote bedrijven, vastgoedontwikkelaars, …
Investment Banking = adviseren en begeleiden van bedrijven en overheden aangaande het aantrekken van geld door
middel van het uitgeven en verkopen van obligaties of aandelen.
Private Banking = de financiële dienstverlening van banken aan welgestelde particulieren, moeten ongeveer 1.000.000 ter
beschikking hebben voor vrij te besteden.
4. H OEVEEL BANKEN ZIJN ER IN B ELG IË ACTIEF ?
Sinds 2000 zijn er steeds minder en minder Belgisch banken actief.
Er is een daling van in totaal 32 banken.
→ 2000: 119 banken actief in België 2020: 97 banken actief in België
4