Samenvatting introductie REVAKI
Inleidende begrippen van kinesitherapie en revalidatie
- Vraaggesprek = anamnese -> kinesitherapeutisch onderzoek -> behandelplan met doel
1.anamnese
- Administratieve anamnese (gegevens: naam, adres, huisarts, geslacht, leeftijd, beroep, hobby’s,…)
- Sociale en familiale anamnese (woon- en werkklimaat, leefwijze en leefgewoontes + erfelijke/ familiale
aandoeningen)
- Specifieke anamnese (mbt klachten), beeld vorming over aard ,oorsprong, klachtenbeleving (vragen over pijn,
bewegenings-/gevoels- stoornissen, vegetatieve stoornissen)
- Illness beliefs= klachtenbeleving, hoe men het ervaart
Geen suggestieve vragen stellen , vooral patiënt zelf laten vertellen
Mening voor jezelf houden
- Beeld ontstaan van de klacht: oorzaak klacht (volgens patiënt), uitlokkende en verbeterende factoren, VAS
score gebruiken, aanwezigheid beperkingen,…
- Beeld verloop klacht: verbetering/
Verslechtering, VAS score
- Beeld status praesens klacht: huidige
belastbaarheid (zie hierboven wat)
- Stoornis in structuur/ functie/ activiteit / participatie
Pijn
- Plaats en verandering pijn: lokaal – ‘hot spot’ + begrenzing
- Somatische gerefeerde pijn (pijn in bep structuren, spieren, ligamenten, botten, …)
- Neurogeen geprojecteerde pijn (zenuw)
- ‘reffered pijn’= pijn straalt ergens anders uit dan de oorsprong ervan
- Hoog/ laag actueel
S ite -> plaats
- Duur, onstaanswijze, verzachten pijn?
O nset -> wnr ontstaan
- Aard pijn:
C haracter -> karakter
Acute pijn (stekend)
R adiaton -> uitstraling
Chronische pijn (zeurend)
A ssociated factors -> geassocieerde factoren
Brandende pijn
T iming -> wnr
Pijnscheut
E xacerbating -> verhelpende/ verbeterende fac
Startpijn (degeneratieve aandoening)
S everity -> ernst
Pijn = positief, beschermt tegen gevaarlijke
situaties
Geloof dat pijn lang zal duren + geen belief => slechte uitkomst
Angst voor pijn vaak beperkender dan pijn zelf
Bewegingsstoornissen
1. ROM: vermindering
2. Krachtverlies/ bewegingsonmacht=totaal (tijdelijk/ beperkt, lange/ korte duur)
3. Incoördinatie (ongecontroleerde bewegingen
4. Geluiden tijdens bewegen (knarsen, klikken,…)
Bewegingservaring
, Gevoelsstoornis
- Uitvalsverschijnselen: verandering in gevoelswaarneming in temperatuur, pijn, tastzin,…
Hypoesthesie (verminderd) / anesthesie (uitgevallen)
- Prikkelingsverschijnselen: wijzigingen in gevoelswaarneming (dysesthesie)
Hyperesthesie (toegenomen) / paresthesie (onjuist)
Vegetatieve stoornis
- Gevolg stoornis in ortho- en parasympatisch zenuwstelsel
- Temperatuursverandering, verhoogde/ verlaagde zweetsecretie, verandering in kleur aangedane lidmaat
2. inspectie en palpatie
Inspectie
- Begint zodra patiënt praktijk binnenstapt (oberserveren)
- Links-rechts vergelijking, systematisch waarneming, in stand: ventraal-dorsaal, zowel belast als onbelast
- Gewrichtsstnad, botcontouren, musculatuur, zwelling, vascularisatie (via huidskleur en temp.) , ontsteking,
huidtoestand
Palpatie
- Vergelijken aangedane kant met andere kant (temperatuursverschillen, zwelling, pijnpunten)
Palpatie bij pijn gedeelte op laatste
4.Basisfunctieonderzoek
- Welke structuren zijn belangrijk voor welke klachten?
Contractiele (spieren) / niet-contractiele structuren (ligamenten, kapsel)
- Aard van functiestoornis?
- Actualiteit?
- Onderzoek op functies en anatomische eigenschappen: stoornis in functie, participatie, activiteit?
- Welke bewegingen zelfstandig/ met hulp?
Actief onderzoek
= patiënt verschillende bewegingsmogelijkheden van het gewricht laten uitvoeren
- Bewegingscoördinatie
- Bewegingsuitslag (ROM)
Geen definitief besluit!!! (patiënt kan
- Bewegingspatroon
doen alsof hij niks kan!
- Bereidwilligheid patiënt
- Geluiden
- Pijn (painful arc)
Passief onderzoek
=patiënt doet niks, geen compensatoire bewegingen
- Capsulair patroon? Lengte van musculatuur?
- Toestand van niet-contractiele structuren begrijpen
- Welke structuur is verantw. Voor pijn en vermindering ROM?
- Eindgevoel:
Hard, zacht, elastisch
Laatste graden langzaam uitvoeren
Beperkt door Bot-botcontact, passieve spanning in pezen, lig, spiermassa, kapsle, bindweefsel
- Als passief en actief allebei even ver raken : passieve structuur = probleem
- Als passief verder raakt dan actief: probleem bij actief structuur
- Trajectweerstand : abnormaal/ normaal
Eindgevoel
(zie boek, p. 78)
Verschil leeg en abrupt: abrupt: beweging kan niet verder door plots optredend spierspasma (vb spierscheur),
leeg: te veel pijn om door te gaan (hysterisch/ ernstig)
Wet van Wolff
‘you gain what you train!’
- Vb veel eten -> grote maag, geen zwaartekracht: spieren niet meer gebruiken -> osteoporose
- Als je niet meer beweegt: kapsel verkorten : CAPSULAIR PATROON