Samenvatting fiscaal
recht
2018-2019
,Samenvatting fiscaliteit
DEEL 1: Basisprincipes van het Belgisch fiscaal recht
1. Inleiding
1.1 De essentiële bestanddelen van het begrip belasting
1.1.1 Het begrip belasting
Er is geen eensluidende definitie (taks, heffing, recht, bijdrage,..)
Rechtspraak (HvC & GwH) zegt dat een belasting uit 5 bestanddelen bestaat:
1. Een door de overheid
2. Volgens bepaalde regels van recht
3. Eenzijdig opgelegde en verplichte bijdrage
4. Opgelegd op personen/ feiten die een band hebben met het territorium waarop de overheid gezag
uitoefent
5. Bestemd om diensten van algemeen nut mee te financieren
De belasting wordt eenzijdig opgelegd door de overheid
Overheid heeft het recht om belasting te heffen louter uit het feit dat zij de overheid is
Overheid:
Zowel federale staat, gewest, gemeenschap, provincie, gemeenten, agglomeraties en
federaties van gemeenten
Hebben bevoegdheid om belastingen te heffen, ieder binnen hun territorium en
binnen de grenzen vastgelegd in art.170 GW
fiscaal recht is dus publiek recht
FOD financiën schept een eigen uitvoerbare titel (art 298 + 393 WIB) = kohier
+ aanslagbiljet (uitnodiging tot betaling: art 302 WIB)
Opgelegd door regels van recht
→ Toepassing van legaliteitsbeginsel (art.170 GW) ‘no taxation without representation’
Men Is enkel belasting verschuldigd indien hiervoor een wettelijke basis bestaat
Belasting ten behoeve van de staat kan enkel worden ingevoerd door een wet
Belasting ten behoeve van de gemeenten kan enkel worden ingevoerd door een
decreet of art.134 bedoelde regel
→ Parlement legt dit op: volksvertegenwoordigers bepalen en niet uitvoerende macht
De belasting is een verplichte bijdrage
→ De belastingplichtige heeft geen keuzemogelijk tussen belasting betalen of niet → anders sancties of
event. dwangmaatregelen
→ Bijdrage is in de regel een geldelijk bedrag (uitz. belasting door middel van kunstwerk)
→ Sancties: bevel tot betalen (inkomstenbelasting), betekening dwangbevel door deurwaarder (BTW)
→ geen afzonderlijke titel van recht nodig om over te gaan tot de gedwongen invordering van de
belasting
Bedoeld voor personen of feiten die een band hebben met het territorium
→ Territoriaiteitsprincipe
Elke overheid die in België een belasting mag heffen, kan dat maar doen t.a.v
personen of feiten die een voldoende nauwe band vertonen met het territorium
waarop die overheid haar gezag kan uitvoeren
Vb: federale overheid voert haar inkomstenbelasting alleen uit over de natuurlijke personen
die inwoner zijn van België, en over niet-inwoner die eigenaar zijn van een onroerend goed in
België, of personen die werkzaam zijn op Belgisch grondgebied
Vb: Erfbelasting wordt gehoffen in het gewest waar de laatste woonplaats was van de
natuurlijke persoon die het vermogen heeft nagelaten
2
,De belastinginkomsten worden aangewend ter financiering van diensten van algemeen nut
→ Iedere burger moet namelijk bijdragen in de algemene lasten van de gemeenschap, ongeacht of hij
daadwerkelijk gebruikmaakt van de overheidsdienst
✓ Diensten worden gekenmerkt door afwezigheid van aanwijsbare of individuele
tegenprestatie (uitz. verhaalbelasting & bestemmingsheffing)
✓ Politieke discretionair
1.1.2 Volgende verplichte bijdragen worden echter niet als belastingen beschouwd:
1. Sociale zekerheidsbijdragen
Het is ook een verplichte bijdrage, maar dienen om specifieke uitgaven te bestrijden ( kinderbijslag,
werkloosheid, ziekte). De bijdrage gaat naar de rijksdienst van sociale zekerheid (parastatale
instelling die niet in de UM zit, dienst schept sinds 2017 een eigen uitvoerbare titel wanneer een
uitnodiging tot betaling niet gehonoreerd wordt)
Steunt op het verzekeringsbeginsel (bijdrageplicht voor werkenden schept recht op
ontvangst voordelen wanneer ziek of werkloos) → niet zo in fiscaliteit: betalen belasting
schept geen recht
Vb: de werkende bevolking betaalt nu SZbijdragen om de huidige pensioenen te
financieren, dankzij hun bijdragen ontvangen ze nu of in de toekomst bepaalde
tegenprestaties (kinderbijslag, pensioenen,..)
Gevolg?
1. Algemene beginselen van het belastingrecht zijn niet van toepassing
Vb: ontsnappen aan de jaarlijkse controle door het parlement
2. Bijdragen worden verhoogd bij koninklijk besluit en niet door formele wet
2.Retributies
Geen verplichte bijdragen die door de overheid wordt gevorderd in ruil voor specifieke prestaties
die door de overheid worden geleverd ( zonder aanwijsbare tegenprestatie). De retributie is
enkel verschuldigd wanneer men effectief beroep doet op de diensten of goederen die de overheid
aanbiedt ( ‘verplicht’ karakter)
✓ Vb: viskeuringsrechten, haven-en kaaigelden voor het gebruik van haveninstallaties,
tolgelden bij tunnels, bruggen, in binnenstad wagen parkeren en parkeergeld betalen
→ dient niet ter financiering van algemene uitgaven
rolrechten zijn geen retributies, want het gerine bijdrage in het kosten vande
rechtspleging, is niet in verhouding tot de kostprijs van de verstrekte dienst
Kilometer heffing in Wallonië = retributie (maar in Vlaanderen = belasting)
3. Verhaalbelasting
= verplicht overheidsheffing naar aanleiding van een specifieke prestatie ook wanneer
belastingplichtige er geen specifiek voordeel uit haalt (onweerlegbaar vermoeden van voordeel)
<-> belasting: overheid moet hier wel een aanwijsbare prestatie leveren en bij belasting is men juist niet
specifiek (gaat in de algemene pot)
<-> retributie: retributie is niet verplicht, kan je aan ontsnappen
bv. her-aanleg Koppenberg (bekende berg in Ronde van Vlaanderen)
4. Bestemmingsheffingen
= overheidsheffingen ter dekking van specifieke uitgaven
bv. SZ-bijdragen, verhaalbelasting, accijns op tabak
3
, 1.2 Hoofdonderscheid tussen belastingen
Direct vs indirecte belastingen
Direct: belasting die op directe manier het inkomen treffen dmv een duurzame toestand waarin de
belastingplichtige zich dus bevindt omwille van zijn inkomsten uit een activiteit of vermogen.
→ Wordt periodiek geïnd via aanslagbiljet
Vb: inkomstenbelasting (personenbelasting, vennootschapsbelasting) = directe belastingen, want
worden gevestigd op alle belastbare inkomsten die de belastingplichtige heeft behaald gedurende
het belastbaar tijdperk
Indirect: belasting op een afzonderlijke feit of handeling
→ Wordt geïnd per transactie
▪ Vb: BTW → want op elke levering van goederen of diensten en op elke invoer is btw
verschuldigd
▪ Vb: registratierechten → want op elke verkoop van een onroerend goed moet men
registratierechten betalen
▪ Vb: Vlaamse erfbelasting → overgang van vermogen van de ene naar de ander
In economische zin van belang de belastingen te onderscheiden
→ Want bij sommige belastingen is het mogelijk dat de kost van belastingen wordt afgewenteld door de
schuldenaar op iemand anders (bij andere niet-afwentelbare: belasting wordt gedragen door
degene die de wet aanduidt als schuldenaar)
(belasting wordt courant door de belastingplichtige bij betaling op een derde verhaald)
Afwentelbare vs niet-afwentelbare belastingen (economische benadering, geen juridische)
• Vlaamse erfbelasting
→ Verschuldigd door de erfgenamen, lijkt niet evident om deze belastingkost af te kunnen
wentelen op een derde
• Onroerende voorheffing
→ Wordt courant (automatisch) door de eigenaar van het goed contractueel ten laste gelegd
van de handelshuurder
• Accijnzen op autobrandstof
→ Is wettelijk verschuldigd door de producent, maar wordt doorgerekend aan de
consument in de prijs aan de pomp
• De vennootschapsbelasting
→ Is wettelijk verschuldigd door een binnenlandse vennootschap → proberen dit op een
legale manier te ontwijken, anders zullen ze de kost in de prijzen doorrekenen die ze
vragen aan hun klanten
Juridische vs economische dubbele belasting
Dubbele belasting:
wanneer eenzelfde belastbare handeling of belastbaar feit minstens tweemaal aan dezelfde
belasting wordt onderworpen binnen hetzelfde belastbaar tijdperk
juridische dubbele belasting: eenzelfde inkomen/vermogen wordt in hoofde van dezelfde belastingplichtige
aan dezelfde belasting onderworpen in hetzelfde jaar
komt voor vaak in internationale context:
→ België belast zijn inwoners op hun Belgische en buitenlandse inkomsten → als een
Belgische inwoner inkomen behaalt door buitenlandse activiteiten of investeringen, zal het
andere land ook het inkomen uit die activiteit belasten in het hetzelfde jaar
4