Vak gegeven door prof. De Troyer en prof. Debruyne. Deze samenvatting omvat de indirecte belastingen UITGEZONDERD registratierechten en erfbelasting. Zeer veel voorbeelden komen hier aan bod met telkens een uitgebreide uitwerking. Indexatiecijfers betreffen aanslagjaar 2021. In combinatie met de an...
INLEIDING TOT
FISCALITEIT
KU Leuven Campus Brussel
ACADEMIEJAAR 2020-2021
ROXANE VAN HAUWERMEIREN
,Inhoudsopgave
DEEL 2: Indirecte belastingen....................................................................................................................................2
Algemeen overzicht...............................................................................................................................................2
Belasting over de toegevoegde waarde................................................................................................................2
Voorbeeld: werking btw-stelstel.......................................................................................................................2
Bepaling + kenmerken.......................................................................................................................................4
Praktische benadering van btw vraagstuk........................................................................................................4
Belastingplichtigen en niet-belastingplichtige rechtspersonen........................................................................5
Belastbare handelingen...................................................................................................................................11
Maatstaf van heffing.......................................................................................................................................24
BTW tarieven...................................................................................................................................................25
Vrijstellingen....................................................................................................................................................26
Aftrek van voorbelasting.................................................................................................................................27
Teruggave van btw..........................................................................................................................................28
Voldoening van btw........................................................................................................................................29
BTW-verplichtingen.........................................................................................................................................29
Bijzondere stelsels...........................................................................................................................................30
De bijzondere btw-aangifte.............................................................................................................................31
Verjaring..........................................................................................................................................................31
1
,DEEL 2: INDIRECTE BELASTINGEN
ALGEMEEN OVERZICHT
1. Belasting over de Toegevoegde Waarde (btw)
- Goed voor +/- 30% van de totale federale belastingopbrengst
2. Registratie-, hypotheek-, en griffierechten - Registratiebelasting
3. Successierechten – erfbelasting
4. Douanerechten
5. Accijnzen
6. Verpakkingsheffing en milieuheffing
BELASTING OVER DE TOEGEVOEGDE WAARDE
Qua wetgeving rekening houden met Europese btw-richtlijnen
1. Zorgen ervoor dat btw wetgeving binnen Europa hetzelfde is
- Wij bespreken de Belgische regels, maar dankzij de richtlijnen ken je ook de wetgeving voor
meer dan 90% in Luxemburg, Nederland, Polen, …
- Richtlijnen zorgen ervoor dat op een internationale transactie slechts 1 keer btw van
toepassing is
Voorbeeld: een leverancier uit Polen die een handeling stelt met een klant in België. Op
basis van de btw richtlijnen: slechts in 1 van de 2 landen zal btw van toepassing zijn
2. Richtlijnen kennen voor de meeste bepalingen geen beleidsvrijheid toe aan lidstaten
- Lidstaten zijn verplicht om richtlijn om te zetten naar nationaal recht, maar hier en daar laat
de richtlijn toch nog een keuze over
- Daarom ken je de wetgeving voor meer dan 90%, maar niet voor 100% want hier en daar
wordt er nog beleidsvrijheid gegeven aan lidstaten
Daarnaast rekening houden met wetgeving op nationaal vlak
VOORBEELD: WERKING BTW-STELSTEL
Productieketen bestaat uit verschillende handelaars
1. A koopt goederen aan uit het buitenland en voert deze in in België
- A is btw verschuldigd op de invoer: 21% * €2000 = €420
A brengt €420 in de Belgische schatkist
2
, - A verkoopt het product later door aan een groothandel B en wil daarbij een zekere
winstmarge realiseren van €4000
- Hoe verloopt de prijszetting?
A heeft €2000 betaald en wil een winstmarge van €4000 realiseren, dit resulteert in een
prijs van €6000
- Wat gebeurt er met de btw op de invoer?
Wordt niet opgenomen in de prijs want er is een recht op aftrek: €420 vormt voor A
geen kost want hij kan deze recupereren
- De verkoop van A aan B is een belastbare handeling (levering van goederen) en is bijgevolg
onderworpen aan btw. Bovenop de vraagprijs zal er €1260 btw verschuldigd zijn
- A ontvangt in totaal €7260 van B, maar hij mag deze opbrengst niet volledig behouden! Hij zal
de verschuldigde btw die hij in rekening heeft gebracht, moeten afstaan en doorstorten naar
de schatkist
MAAR de verschuldigde btw zal ook niet volledig doorgestort moeten worden! De btw
op de aankoopfactuur, d.i. €420, kan hij in mindering brengen van de btw op de
verkoopfactuur. Het effectieve bedrag dat A in de schatkist brengt, is dan €1260 - €420 =
€840
Het uiteindelijke bedrag dat in de schatkist wordt gestort = 21% berekend op de
door de leverancier toegevoegde waarde: 21% * €4000 = €840. Vandaar de
benaming belasting op de toegevoegde waarde
2. B is een groothandel en koopt producten aan van A
- B heeft in totaal €7260 betaald voor het product waarvan de echte kost €6000 bedraagt. De
btw die hij bovenop de vraagprijs heeft betaald, kan hij terug recupereren
- B verkoopt het product verder aan C en wil hierbij een winstmarge van 100% realiseren
- Hoe verloopt de prijszetting?
Herinner: geen rekening houden met de betaalde btw bij het bepalen van de
verkoopprijs
B heeft €6000 betaalt en wil een 100% winstmarge waardoor de prijs €12 000 bedraagt
- De verkoop van B aan C is een belastbare handeling en zal bijgevolg onderworpen zijn aan
btw. Bovenop de vraagprijs is er €2520 btw verschuldigd
- B ontvangt in totaal €14 520, maar zal dit niet volledig mogen behouden. De verschuldigde
btw op de verkoop zal hij moeten afstaan
Ook B heeft recht op aftrek: de btw op de aankoopfactuur kan hij in mindering brengen
van de btw op de verkoopfactuur = €2520 - €1260 = €1260. Dit is het uiteindelijke
bedrag dat B in de schatkist stort
Dit is gelijk aan 21% berekend op de door de leverancier toegevoegde waarde =
21% * €6000 = €1260
3. C is een kleinhandel en koopt producten aan van B
- C heeft in totaal €14 520 betaald voor het product waarvan de echte kost €12 000 bedraagt
omdat hij de btw bovenop de vraagprijs terug kan recupereren via het recht op aftrek
- C verkoopt het product verder aan de eindgebruiker en wil een winstmarge van €8000
realiseren
- Hoe verloopt de prijszetting?
C heeft €12 000 betaald en wil een winstmarge van €8000 waardoor de prijs €20 000
bedraagt
- De verkoop van C aan de eindverbruiker is een belastbare handeling en zal bijgevolg
onderworpen zijn aan btw. Bovenop de vraagprijs is er €4200 verschuldigd
3
, - C ontvangt in totaal €24 200, maar zal dit niet volledig mogen behouden. De verschuldigde
btw op de verkoop zal hij moeten afstaan
Recht op aftrek: btw van aankoopfactuur in mindering brengen van btw op
verkoopfactuur = €4200 - €2520 = €1680. Dit bedrag zal C in de schatkist storten
Dit is gelijk aan 21% van de door de leverancier toegevoegde waarde = 21% *
€8000 = €1680
4. De totale kostprijs voor de eindverbruiker bedraagt €24 200. Voor een gewone particulier vormt dit
een zuivere kost want deze heeft geen recht op aftrek!
- Het totale bedrag aan btw in de schatkist = €4200 én dit is gelijk aan de btw die wordt
gedragen door de eindgebruiker!
5. Stel dat C met verlies verkoopt aan de eindgebruiker
- Verkoopprijs bedraagt €10 000, er is geen toegevoegde waarde
- De verschuldigde btw bedraagt €2100
- De totale kost voor de eindgebruiker bedraagt €12 100
- C heeft nog altijd recht op aftrek: €2100 - €2520 = - €420. Dit bedrag gaat UIT de schatkist
- Het totale bedrag aan btw in de schatkist = €2100 én dit is gelijk aan de btw die wordt
gedragen door de eindgebruiker!
BEPALING + KENMERKEN
1. Btw is een belasting op de levering van goederen en het verrichten van diensten
- Goederentransacties en dienstverrichtingen worden onderworpen aan btw
2. Btw wordt uiteindelijk gedragen door de eindverbruiker
- Btw = verbruiksbelasting omdat de verbruiker de volledige btw kost draagt
Handelaars hebben het recht op aftrek: btw op aankoopfactuur in mindering brengen
van btw op verkoopfactuur
3. Btw = omzetbelasting
- Btw wordt berekend op de volledige waarde van de goederen en diensten, de volledige
verkoopprijs wordt onderworpen aan btw
4. Btw wordt stapsgewijs geïnd in elke fase van het productie- of distributieproces
- Elke tussenpersoon in de productieketen stort een stuk btw in de schatkist
5. In elke fase wordt enkel de toegevoegde waarde belast omdat elke schakel de zelf betaalde btw kan
aftrekken
PRAKTISCHE BENADERING VAN BTW VRAAGSTUK
1. Beginnen met een duidelijke (visuele) voorstelling van de feiten
- Elk gegeven kan aanleiding geven tot een andere uitkomst
- Bij complexe situaties helpt een visuele voorstelling
2. Voor elke handeling moeten volgende hoofdvragen worden beantwoord
- Heeft men te maken met een belastbare handeling?
4 mogelijkheden: levering van goederen, verrichten van diensten, invoer van goederen
en intracommunautaire verwerving van goederen
4
, - Is er voldaan aan de voorwaarden eigen aan iedere belastbare handeling?
Indien niet voldaan = geen belastbare handeling
Voorbeeld: een adviseur verricht gratis een adviesprestatie. Dit is geen belastbare
handeling want dit gebeurt niet onder bezwarende titel
- Wat is de plaats van de handeling?
De plaats van de handeling bepaalt in welk land btw van toepassing is
In België = Belgische btw
In een andere EU-lidstaat = btw van dit land
- Is er een vrijstelling mogelijk en zo ja, welk type van vrijstelling?
2 grote categorieën
Oneigenlijke vrijstelling
Vrijstelling van sociale en culturele aard
- Wat is het tijdstip van de belastbare handeling en het tijdstip van de opeisbaarheid?
Verschilt per belastbare handeling
Bepaalt welk tarief moet worden toegepast, wanneer de factuur moet worden
opgemaakt, …
- Wat is de maatstaf van heffing?
Op welk bedrag heffen we btw?
Regel = afgesproken verkoopprijs, maar afwijkingen zijn mogelijk
Toevoeging: taksen, rechten, heffingen, …
Vermindering: retourverpakking, korting, …
- Wat is het toe te passen tarief?
Standaardtarief = 21%
Afzonderlijke tarieven ook mogelijk: 6%, 12%
0% tarief bestaat ook: wanneer er geen btw verschuldigd is op een belastbare handeling
- Wie moet de btw voldoen?
= schuldenaar van de btw
Dit is NIET de klant: klant = drager
Particulieren zijn nooit de SA van btw
2 uitzonderingen: invoerhandelingen + intracommunautaire verwerving van
een nieuw vervoermiddel
SA = degene die de btw in de schatkist stort
- Is de betaalde btw aftrekbaar?
BELASTINGPLICHTIGEN EN NIET-BELASTINGPLICHTIGE RECHTSPERSONEN
1. Belastingplichtigen vervullen een essentiële rol in de werking van het btw-stelsel
- Brengen btw in rekening aan hun klanten
- Hebben een bijzonder recht: recht op aftrek
Kunnen de aan hun leveranciers en dienst-verrichters betaalde btw (btw op aankopen)
recupereren van de schatkist
Moeten dus enkel het verschil storten aan de schatkist of kunnen een tegoed
(belastingkrediet) op de schatkist hebben
5
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur roxanevanhauwermeiren. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €2,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.