Biologie Neurofysiologie
Psycho-actieve stoffen
• Psycho-actieve stoffen = alle middelen die een bewustzijnsverandering tot gevolg hebben, zowel medisch als
recreatief (bv. nicotine, morfine, cafeïne,…)
• Psychofarmaca = geneesmiddelen voor behandeling van psychische afwijkingen en stoornissen (bv.
antidepressiva, morfine, valium,…)
Alle psychofarmaca zijn psycho-actieve stoffen MAAR niet omgekeerd
Enkele belangrijke termen
Onder invloed zijn = alle tijdelijke psychologische en fysiologische veranderingen die gevolg zijn van inname
psychoactieve stoffen
Intoxicatie = ernstige vorm van ‘onder invloed zijn’ (detoxificatie nodig)
Misbruik = herhaald gebruik met schadelijke gevolgen
Gewenning – tolerantie = meer nodig van het middel om zelfde effect te hebben
- Lichaam past zich aan de stof aan
- dosis heeft minder effect => dosis opdrijven voor zelfde effect
Schadelijke gevolgen = fysiek gevaar, verwaarlozing maatschappelijke verplichtingen, problemen politie, …
Afhankelijkheid = gebruik van meer dan voorgenomen, niet kunnen staken van gebruik, er veel tijd en energie aan
besteden, optreden van negatieve sociale consequenties en doorgebruiken ondanks negatieve gevolgen
Onder invloed van alcohol zorgt ervoor dat je losser, uitgelater is
Kater, hoofdpijn => intoxicatie
• Afhankelijkheid = tolerantie en/of ontwennings-verschijnselen
– Fysische afhankelijkheid
• Er treden lichamelijke ontwenningsverschijnselen op wanneer de stof niet meer ingenomen
wordt (bv. Beven, zweten, misselijkheid, pijn, hartkloppingen, slecht slapen,…)
– Psychische afhankelijkheid
• Psychische verschijnselen treden op wanneer de stof niet meer ingenomen wordt (bv.
Angstig, depressief, geïrriteerd, leeg,…)
,Gezondheidsrisico’s
MIDDELENGEBRUIK KAN PSYCHISCHE STOORNISSEN UITLOKKEN!
MIDDELENGEBRUIK OP ZICH IS EEN VORM VAN PSYCHOPATHOLOGIE!
Nevenwerkingen : alle medicijnen hebben nevenwerkingen!
Dosis bepaalt de giftigheid
Cannabis en schizofrenie: psychose gevoeligheid wordt uitgelokt door middelengebruik
Middelengebruik kan psychische stoornissen uitlokken
• Alcohol
• Langdurig gebruik: Korsakov (geheugenproblemen)
• Cocaïne – amfetamines – cafeïne – cannabis – hallucinogenen – vluchtige stoffen – nicotine – opiaten –
kalmeringsmiddelen
• Hallucinaties, fysiologische veranderingen in de hersenen
Indeling drugs: op basis van effect
Snijfmiddelen => damper ervan gaan opschuiven
Biologische werking van psychofarmaca
, AGONISTEN:
versterken neurotransmissie
Re-uptake inhibitoren
Meer aanmaak neurotransmitter
Stimulatie receptoren
Inhibitie van enzyme dat neurotransmitter afbreekt
ANTAGONISTEN:
verzwakken neurotransmissie
Neurotransmitter receptoren blokkeren (G)
Remmen van de aanmaak of vrijstelling van
de neurotransmitter (presynaptisch)
Re-uptake bevorderen
Verdovende middelen:
Alcohol
Oudste en meest verspreide drugs!
32° = 32% volume (in 100 ml zit 32 ml zuivere
ethanol)
1 consumptie = 10g ethanol
Promille = gram per 1000 ml bloed
vuistregel: 1 consumptie = 0,2 promille (man, 75 kg) OF 0,3 promille (vrouw, 60 kg)
Maar: individuele verschillen (alcoholgehalte en aard van de drank, drinkritme, omstandigheden –stress,
overbelasting,…-, lichaamsgewicht, geslacht, leeftijd, drinkgeschiedenis, ras,…)