Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
Samenvatting! Inleiding in de pedagogiek €4,99   Ajouter au panier

Resume

Samenvatting! Inleiding in de pedagogiek

 32 vues  1 fois vendu
  • Cours
  • Établissement
  • Book

Samenvatting van de belangrijkste punten uit het boek; inleiding in de pedagogiek

Aperçu 4 sur 53  pages

  • Non
  • Inconnu
  • 4 février 2021
  • 53
  • 2018/2019
  • Resume
avatar-seller
Inleiding in de pedagogiek
Beschrijving van het begrip pedagogiek

Pedagogiek houdt zich bezig met de opvoeding van kinderen en jeugdigen van 0-18 jaar.
Term pedagogiek is oorspronkelijk afgeleid van het Griekse woord: paidagoogia.
Pais = kind & Agogein = leiden
Pedagogiek = ‘’kinderleiding’’

Andere woorden voor pedagogiek = opvoedkunde, opvoedingsleer of
opvoedingswetenschap.
Deze drie begrippen verschillen van betekenis
 Opvoedkunde: richt zich op de vaardigheden van de opvoeder
 Opvoedingsleer: richt zich op het vergaren van kennis over opvoeden
 Opvoedingswetenschap: richt zich op het ontwikkelen van theorieën over en
methoden met betrekking tot opvoeden.

Psychologie, sociologie, filosofie en andragogisch wetenschappen = hulpwetenschappen
binnen de pedagogiek.

Definitie opvoeding: ‘’Opvoeding is alle omgang tussen ouder en kind waarbij de ouder
gericht een relatie met het kind aangaat. In deze omgang biedt de ouder het kind liefde,
geborgenheid, veiligheid, intimiteit, aandacht, grenzen, instructie en controle. Hierdoor zal
het kind tot zelfontplooiing komen en over het nodige zelfvertrouwen en zelfredzaamheid
beschikken om richting te geven aan zijn verdere leven’’.

Er is sprake van opvoeding als de volgende drie punten spelen in de omgang tussen oude &
het kind:
 Sprake van wederzijds respect tussen ouder & kind
 Het kind ervaart voldoende veiligheid bij, heeft vertrouwen in, kan rekenen op, voelt
zich geaccepteerd door en krijgt ondersteuning van de ouder
 Het kind wordt door de ouder uitgedaagd om eigen beslissingen te nemen en te
experimenteren met nieuwe dingen, waardoor hij vertrouwen krijgt in zijn omgeving.

De vier basisdimensies van opvoeden

1. Ondersteuning bieden
2. Instructie geven
3. Controle uitoefenen
4. Grenzen stellen
Deze vier dimensies zijn met elkaar verbonden en kunnen niet los van elkaar gezien worden.
Samen zorgen zij ervoor dat het kind zich door de verschillende ontwikkelingsfase heen kan
slaan om volwassen te worden. Deze dimensies zijn niet alleen van belang voor het kind dat
in Nederland is geboren, maar dat alle ouders en kinderen gebaat zijn bij een opvoeding
waarin deze vier dimensies een rol spelen. Tevens is het niet alleen belangrijk voor kinderen,
maar is het ook nog steeds belangrijk als volwassenen. Het toepassen van deze dimensies
in de opvoeding maakt het voor iedereen gemakkelijker om zich, eenmaal volwassen, aan te
passen aan eisen die hem gesteld worden.

,Ondersteuning bieden

Dekovic, Groenendaal, Noom & Gerrits (1996) hebben ondersteuning omschreven als ‘’het
opvoedgedrag van de ouder dat liefde en zorg voor het kind uitdrukt en dat zich richt op zijn
fysieke en emotionele welzijn, waardoor het zich begrepen en geaccepteerd voelt’’.
Voorbeelden t.a.v. ondersteunend opvoedgedrag: bemoedigen, accepteren, helpen,
samenwerken, affectie tonen en liefdevol omgaan met het kind, aandacht en interesse tonen
voor de handelingen, gedragingen en signalen van het kind en adequaat daarop reageren,
vertrouwen in het kind laten blijken.

Warmte & affectie
 Kind ervaart ondersteuning door de emotionele betrokkenheid  Warmte & affectie
 Warmte & affectie zijn niet weg te denken uit de opvoeding
 Ze betekenen veel voor de welzijn van het kind
 Het duid op emotionele beschikbaarheid van de ouder
 De Brock (1994) benadrukt het belang van warmte als element in het ouderlijk
opvoedkundig handelen voor een positieve ontwikkeling van het kind.
 Gebrek aan warmte & affectie in samenhang met harde fysieke straffen blijken goede
voorspellers te zijn voor agressie, vandalisme en deliquentie bij het kind tot ver in de
volwassenheid.

Responsiviteit & sensitiviteit
 Responsiviteit duidt de mate van adequaat reageren van de ouder op de signalen
van het kind aan.
 Aan responsiviteit gaat sensitiviteit vooraf, dat het gevoelig zijn inhoudt voor de
signalen die het kind afgeeft t.a.v. zijn behoeften en gevoelens.
 Een responsieve ouder is gericht op de signalen die het kind uitzendt. De signalen
worden door de ouder opgemerkt (sensitief) en er wordt adequaat op gereageerd
(responsief).

Belonen & straffen
 Straffen & belonen kan gezien worden in het licht van de leertheoretische benadering
 operante conditionering.
 Psychische of emotionele beloning  knuffel, kus, schouderklop, knipoog
 Materiële beloning  zakgeld, stickerboek etc.
 Operante conditionering  zorgen dat het gewenste gedrag vaker voorkomt of het
ongewenst gedrag afneemt.
 Straf  als dit uit frustratie gebeurd, wordt het doel voorbijgeschoten
 Negeren
 Straffen vereist consequent gedrag van de ouder.
 De opgelegde straf altijd met het kind nabespreken, om de bedoeling ervan uit te
leggen.

Instructie geven

Instructie geven houdt in duidelijk maken aan het kind wat de bedoeling van iets is en welk
gedrag verwacht wordt. Het gaat hier om:
 de informatie die het kind krijgt voor de ontwikkeling van kennis en vaardigheden.
 Het kind leert hierdoor strategieën ontwikkelen om zijn eigen problemen op te lossen
en verantwoordelijkheid te dragen voor zijn beslissingen.
 Zo leert het zich redden in moeilijke situaties en ontwikkelt het zijn eigenheid.
 Door de opgegeven instructies zal het kind beter in staat zijn zelf beslissingen te
nemen en zelfstandig door het leven te gaan.

,  De zelfstandigheid & de zelfredzaamheid worden bevorderd als de ouder op tijd weet
in te spelen op de behoeften en signalen van het kind.

Als het kind overladen wordt met instructies van de ouder kan het volgende gebeuren
 Het kind zal geen eigen initiatieven durven ontplooien
 Het kind zal te veel bezig zij met wat de ouder zal denken van de acties die het van
plan is te ondernemen, waardoor het niet durft te handelen.

Controle uitoefenen

(Positieve) controle, het kind uitleg te geven waarom iets moet of niet mag, door een beroep
te doen op zijn verantwoordelijkheid en zelfstandigheid, en informatie en aanwijzingen te
geven. Deze vorm wordt gewoonlijk autoritatieve controle genoemd!
Autoritatieve controle heeft een positief effect, de ouder heeft meer respect voor de
zelfstandigheid van het kind en geeft hij het kind meer vrijheid om zelf dingen op te lossen.

Autoritaire controle: ‘’het opvoedgedrag waarbij de ouder druk uitoefent op het kind om
correct gedrag te vertonen’’.
 Macht en gezag van de ouder t.o.v. het kind spelen een centrale rol.
 De ouder gebruikt macht om bepaald gedrag af te dwingen, waarbij
onvoorwaardelijke gehoorzaamheid wordt verlangd van het kind.
 De eigen behoefte van het kind worden ondergeschikt gemaakt aan die van de
ouder.
 De ouder wijst het gedag van het kind vaak af door kwaad te worden, het kind te
straffen of het tegen te spreken als het met voorstellen komt.
 Strikte gedragsregels
 Het kind wordt gehinderd in zijn doen en laten doordat strikte normen worden
gehanteerd en het kind nauwlettend in de gaten wordt gehouden.
 De bewegingsvrijheid & autonomie v het kind wordt ondermijnd.
 Het niet houden aan de regels wordt streng bestraft.
 De ouder met deze opvoedstijl hecht veel waarde aan rust, regelmaat &
gehoorzaamheid in de opvoeding
 Geen sprake van gelijkwaardigheid tussen ouder en kind
 Deze vorm heeft een negatieve invloed op de ontwikkeling van het kind
 Het kind zal gedurende zijn hele ontwikkeling in conflictsituaties terechtkomen en
vaak niet in staat zijn om vorm te geven aan zijn eigen wensen en verlangens.

Autoritatieve controle: ‘’gedragingen van ouder waarbij uitleg wordt gegeven aan het kind en
eisen worden gesteld aan zijn zelfstandigheid.’’
 De ouder geeft het kind informatie, instructie, suggesties en aanwijzingen voor het
gewenste gedrag.
 De ouder hecht ook belang aan openheid en zal door uitleg en verklaringen te geven
proberen instemming te verwerven voor zijn verwachtingen bij het kind.
 Het kind wordt sterk aangemoedigd en ondersteunt door de ouder om zijn eigen
handelen te onderzoeken en er verantwoordelijkheid voor te nemen.
 Biedt de ouder de mogelijkheid om niet alleen ongewenst gedrag te bestraffen maar
ook gewenst gedrag te belonen.
 De ouder is bereid om op basis van gelijkwaardigheid met het kind te onderhandelen
en zal proberen rekening te houden met de specifieke persoonlijkheid van het kind.
 Heeft een positief effect, omdat deze vorm van controle het kind in staat stelt om zelf
zijn weg te vinden in de richting van rijp gedrag.
 Er zijn duidelijke regels, en bij overtreding daarvan wordt het kind gestraft.
 Bij ongewenst gedrag geeft de ouder een verklaring voor zijn afkeuring, bij gewenst
gedrag spreekt de ouder zijn waardering uit naar het kind.
 Kind is steeds vaker geneigd om steeds vaker zelfstandige acties te ondernemen.

,  Zo probeert de ouder instemming te verwerven voor de eigen wensen  ‘’inductie’’
 daarbij is het gedrag van de ouder erop gericht om het kin zover te krijgen dathet
vrijwillig tegemoetkomt aan zijn wensen.

Grenzen stellen

Grenzen stellen heeft te maken met de wijze waarop de ouder het kind bestraft of beloont
om gewenst gedrag aan te leren.
 Pavlov & Skinner  behaviourisme  aandacht voor aangeleerd gedrag
 Aangeleerd gedrag kan ook worden afgeleerd.
 Gedragsverandering vindt plaats d.m.v. beïnvloeding
 Het stellen van grenzen vereist consequent gedrag  standvastig over de beslissing
 De ouder toont respect voor de autonomie van het kind en biedt hij hem de
gelegenheid om zich op zijn eigen wijze te ontwikkelen.
 Grenzen stellen is moeilijkste deel omdat ouders bang zijn dat het kind hem niet mag
 Het kind is het meest gebaat bij consequent opvoedgedrag  Als het kind duidelijke
grenzen aangeboden krijgt, voelt het zich serieus genomen en voelt het de liefde en
betrokkenheid van de ouder.
 Door duidelijke grenzen te stellen wordt het kind gevraagd op zijn gedrag af te
stemmen op een situatie en rekening te houden met anderen.
 De rol die de ouder aanneemt, leert het kind om te gaan met diens normen en
waarden.
 Ook leert het kind verantwoordelijkheid nemen en dragen voor zijn daden.
 In de omgang met anderen leert het kind zijn grenzen aangeven en daardoor
corrigerend en invoelend op te treden
 Belonen van positief gedrag heeft vaak het effect dat het kind minder gestraft hoeft te
worden. Als men vanaf de geboorte negatief gedrag negeert en de nadruk legt op het
positieve gedrag, zal het kind zich eerder positief gedragen dan negatief, waardoor
straffen niet nodig is.

Figuur 1.1. blz. 28

Pedagogische opvoedingsdoelen

Malschaert & Traas (2009) stellen dat het opvoedgedrag van de ouders erop gericht is om
het kind te helpen zichzelf te ontplooien, zijn mogelijkheden en kwaliteiten te ontwikkelen.
Het toepassen van opvoedingsdoelen noemen zij een kenmerk van de opvoeding dat valt
onder intentioneel opvoedgedrag.

Kuipers (2008) noemt drie algemene opvoedingsdoelen:
1. Zelfstandigheid (individu)  het kind is in staat om zelf keuzes te maken, daarbij
hoort het recht op een eigen leven en uitvinden wat van belang is. De bedoeling is
dat het kind zelf beslissingen leert nemen, een eigen leven leert leiden en eigen
mogelijkheden leert ontdekken.

2. Zelfredzaamheid (samenleving)  Het kind is in staat keuzes te maken en deze te
verantwoorden, mondigheid en verantwoordelijkheid worden hier gestimuleerd. Het
kind wordt geleerd om op een positieve manier vorm te geven aan zijn toekomstige
rol in de samenleving.
3. Zelfvertrouwen (toekomst)  Het kind kan een bijdrage leveren aan de toekomst en
is in staat om technische en praktische problemen op te lossen.
De drie opvoedingsdoelen versterken elkaar: naarmate een kind meer zelf kan en mag doen,
wordt het zelfstandiger, krijgt het meer zelfvertrouwen en wordt het zelfredzamer.

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur michellehavermans-vantriet. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €4,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

80364 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!
€4,99  1x  vendu
  • (0)
  Ajouter