HC 2 – Geschiedenis van het recht en rechtvaardigheid
ROMEINS KEIZERRIJK EN VROEGE MIDDELEEUWEN
KEIZERRIJK opgedeeld in 2 perioden
– Principaat: 27 v.C. – 284 n.C.
– Dominaat: 284 n.C. – 565 n.C.
Van Republiek naar Keizerrijk:
Sociaal:
Oorlog en burgerleger: kleine boeren lijden (ten voordele van grote boerderijen)
Handel en nijverheid: kleine ondernemingen lijden (ten voordele van grote ondernemingen)
Groeiend stadsproletariaat
Welvaart ridderstand neemt toe
Armen worden armer, rijken worden rijker
Senaat:
2 partijen: optimates (= senaatspartij, wil de zaken houden zoals ze zijn) en populares
(= volkspartij, ze willen meer burgerrechten en een verandering van de huidige situatie)
Senaat verliest greep op het rijk door vorming van een beroepsleger
Burgerlijk leger -> soldaten trouw aan de staat
Beroepsleger -> soldaten trouw aan hun eigen bevelhebber (generaal)
Politieke onrust , regelrechte burgeroorlogen, macht zuchtige generaals
Bestuur – principaat
Dyarchie = oppermacht wordt verdeeld; senaat kent een aantal bevoegdheden
toe aan Augustus maar hij laat ook de Senaat in ere want hij weet dat er nog
een aantal belangrijke families bij zitten en ze komen tot een soort compromis
Hij bouwt zijn macht uit:
1. Macht van de bestaande instellingen uithollen
2. Bestaande macht uitbreiden
3. Parallelle bestuursstuctuur in het leven roepen die naast de republikeinse Augustus
bestuursstructuur een keizerlijke administratie
Hij wordt opperbevelhebber van het leger (eerst voor 10 jaar, hierna levenslang)
Hij krijgt het proconsulare imperium, dat is een absolute bestuursmacht over een aantal
Keizerlijke Romeinse provincies (meeste grensprovincies, hier zit het leger ook)
Hij krijgt het tribunicia potestas, het gezag dat eerder toekwam aan de volkstribunen
(magistraten met vetorecht, deze waren heel machtig) Hij wordt ook voorzitter van de
volksraad
Hij krijgt het imperium proconsulare maius, het grote proconsulare imperium, dit maakt
hem bevoegd over alle provincies (ook de senatoriële provincies)
Hij krijgt de bevoegdheden van de censor, deze stelde de lijst op wie tot de Senaat en de
Adel behoorden
Hij wordt ook pontifex maximus, de opperpriester
, 2 consuls Praetor Praetor peregrinus
Volkstribunen +
Senaat
volksaedielen
Quaestores
Concilium Pontifex aerarii
Comitia Censor
plebis maximus Quaestores
Paracidii
Augustus breidt zijn eigen macht uit ten koste van de Senaat, de Comitia, de Concilium plebis
… Langzaamaan worden deze functies uitgehold en wordt hij bevoegd.
Princeps (keizerlijke administratie)
meerendeel van de macht ligt bij hem
Praefectus Praefecti Praefectus Consilium Praetores
Scrinia
urbi praetorio vigilum principis aerarii
Gouverneur/Keizer Legati Quaestor
!!! Princeps weet langzaamaan die macht naar zich toe te trekken
235 – 284: crisis
Men doet tot hiertoe alsof het nog steeds een dyarchie is (machtevenwicht tss Senaat en
Keizer)
284: Diocletianus -> gaat hier een einde aan maken, hij houdt de schijn niet langer op, hij
gaat de feitelijke toestand van monarchie officialiseren
Hij kan dit doen omdat de 50 jaren hiervoor een ernstige crisis was
Hij komt met de installatie van een militaire dictatuur
Hij weet de orde te herstellen en de rust te bewaren, dat maakt mogelijk om zichzelf uit te
roepen tot dominus (= dominaat = meester over zijn slaaf, hij is de heerser)
Zijn macht is gebaseerd op de steun die hij heeft van het leger
Diocletianus gaat zeggen dat hij een plaatsvervanger van God op aarde is, hij wordt gesteund
door de Goden = descending theory of power
Descending theory of power
313 – 337: Constantijn de Grote = macht komt van bovenuit
Hij verhuist de hoofdstad van het Romeinse rijk, Constantinopel Tegenover descending theory of
power staat ascending theory of
Hij laat het Christendom toe als godsdienst
power, de macht komt van onder
379 – 395: Theodosius de Grote
390: Hij beslist dat het Christendom de enige toegestane godsdienst is in het Romeinse Rijk
395: Opsplitsing Oost Romeinse Rijk en West Romeinse Rijk (ORR-WRR)
Rechtspraak:
Proces per formulas (onder leiding van de Praetor) tot 342 n.C. -> het geraakt versteent,
Adrianus laat het eeuwig edict opstellen. Hij zegt het is genoeg met het steeds fomuleren
van nieuwe formules, we gaan daar einde aan maken. De praetor mag 1 keer zijn formules
opstellen en daar blijft het bij, de toestand wordt bevroren.
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur elinevanw62. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €3,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.