Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
1 DOCUMENT OM JE AW TENTAMEN TE HALEN - volledige samenvatting (readers, hcs, wcs etc) €5,49   Ajouter au panier

Resume

1 DOCUMENT OM JE AW TENTAMEN TE HALEN - volledige samenvatting (readers, hcs, wcs etc)

 51 vues  2 achats
  • Cours
  • Établissement

Werkcolleges, hoorcolleges, readers samengevat op onderwerp. Inhoud Gedrag 3 Wat is gedrag? 3 Gedragsketen 3 Appetitieve en consumptieve fase 4 Gedragssystemen 4 Interacties tussen gedragssystemen 6 Pathologie van gedrag 10 Instinctief gedrag 10 Ethologie 10 Ultimate en proximate vero...

[Montrer plus]

Aperçu 4 sur 82  pages

  • 3 février 2021
  • 82
  • 2019/2020
  • Resume
avatar-seller
Samenvatting AW

,Gedrag
Wat is gedrag?
Gedrag: bestaat uit een stroom gedragselementen in de tijd, systeem waarmee dieren veranderingen
in de omgeving detecteren, filteren en hier vervolgens gepast op reageren. Een actie die ontstaat als
reactie op een bepaalde prikkel uit de omgeving.
Gedrag vertonen = het mechanisme om jezelf aan te passen aan de omgeving

Gedragselement: duidelijk herkenbare afzonderlijke handeling (patroonmatige activiteit, oa
aangestuurd door stereotiepe spiereactiviteit). Bijv. kwispel, grom, slapen.

Elk dier vertoont gedrag: Dit is een patroon van verschillende functies, waarmee het organisme
zichzelf, dat wil zeggen een evenwichtssysteem op een "onwaarschijnlijk" en hoog energetisch
niveau, handhaaft en vermenigvuldigt. Gedrag is dus een overlevings- en voortplantingsinstrument,
dat berust op de structuren van het lichaam en de daarin verlopende fysiologische processen en op
gedragsprogramma's, die in het centraal zenuwstelsel zijn vastgelegd.

Gedragsproces bestaat uit:
1. Gevoeligheid voor invloeden (zintuigen voor uitwendig en inwendig milieu)
2. Acties of handelingen (reactie dmv uitvoerende organen)
3. Beslissingscentrum (neurale en endocriene apparaat)

Gedrag > uitvoeren bepaalde houding/beweging > komt tot stand door activiteit van de effecten van
spieren en klieren (en bij vissen/amfibieën kleurpigmentcellen).

Gedragsplasticiteit: soepele plasticiteit > kunnen zich beter aanpassen aan allerlei omstandigheden
(opportunisten)

Gedragsketen
Gedragselementen in vaste volgorde, niet willekeurig.
Bepaalde stimuli roepen soms een keten van gedragingen op met een min of meer vaste volgorde =
gedragsketen.
Gedragsketen kan min of meer automatisch verlopen. Wordt niet afgebroken.
Gedragsketens bestaan uit: appetitieve fase, consumptieve fase, rustfase.
- Bijv. stekelbaarsen: keten zigzagdansen, balts, leiden, etc. (Tinbergen)
- Bijv. paringsgedrag kalkoen: pronktred haan vormt begin van interactieketen, eindigt in
copulatie. Hen kan ontwijken (lage seksuele motivatie) of hurkzitten (deblokkatie >
pronknaderen haan) etc.

De gedragsketens zijn niet erg rigide. Vaak reageert een van de partners niet adequaat en keert een
dier weer terug naar een voorgaand stadium van de baltsketen. Het kan ook zijn, dat de keten wordt
afgebroken en het dier overgaat tot een ander gedrag, bijvoorbeeld tot voedselzoekgedrag.

Vele gedragingen van dieren hebben het karakter van gedragsketens, bijvoorbeeld voedselzoek- en
eetgedrag, nestbouwgedrag et cetera. Bij de nestbouw wordt een keten, die de elementen
"verzamelen van nestmateriaal", "transport materiaal" en "bouw" omvat, vele malen achtereen
uitgevoerd (soms onderbroken door andere gedragingen). Het beëindigen van zo'n reeks wordt dan
doorgaans bereikt, wanneer het nest gaat beantwoorden aan een soort "normbeeld". Halen we
namelijk tijdens de bouw weer onderdelen van het nest weg, dan gaat het dier weer voort tot het
"doelstadium" of "eindstadium" bereikt is, dat in overeenstemming is met zijn "normbeeld" (= de
doelwaarde in dit regelsysteem).

,Appetitieve en consumptieve fase
In vele gedragssystemen appetitieve en consumptieve fase.
Met name het appetitieve gedeelte belangrijk bij gedragsproblemen, daar zitten vaak de primaire
oorzaken.
- Appetitieve fase (streefgedrag)
Begin elementen van de keten en uitvoering van deze elementen verminderd de motivatie
voor het uitvoeren van de keten niet of nauwelijks. Het is zeer variabel van vorm en
structuur, beïnvloedbaar en aanpasbaar. Ervaringen, intelligentie en leren beïnvloed dit
gedrag.
o Voedsel zoeken, vangen, vervoeren
o Voedselvoorraden aanleggen
o Gebruik maken van werktuigen
- Consumptieve fase (eindhandeling)
Gedragingen meer verderop in de keten die de motivatie voor het gedrag in de keten
drastisch laat dalen. Over het algemeen is deze fase heel star gecoördineerd volgens een vast
patroon. Ze zijn voor alle individuen van een soort gelijk en niet beïnvloedbaar door
leerprocessen of andere invloeden.
o Eten
- Quiescence (rust): het gedrag kan hierin niet of met moeite worden opgeroepen.

Bijv. eetgedrag, consumptieve gedrag is de eindhandeling eten. Daarvoor zitten een hele hoop
gedragingen. Vaak wordt er geen aandacht besteed aan de appetitieve fase, dieren worden eten
gegeven. Appetitieve gedrag wordt inwendig gemotiveerd en moet je dus uitvoeren.
Uitleg voor locomotie-stereotyperingen. Soms is zelfs de consumptieve fase minder belangrijk dan de
appetitieve fase.

Honger en ‘gedragshonger’ zijn twee aparte zaken
Belangrijk voor therapie en voorkomen gedragsproblemen.
- Baby met zuigfles met te kleine speenopening  zuigmotivatie over, maar honger is niet
gestild
- Baby met zuigfles met te grote speenopening  honger is gestild, maar zuigmotivatie is nog
aanwezig. Of vleeskalf dat melk uit emmer krijgt  zuigbehoefte blijft  zuigen op
hokgenoten.

Essentiele gedragsbehoeften (ethological needs): sommige gedragingen moeten uitgevoerd kunnen
worden en worden intern aangestuurd (gedragsproblemen te verwachten).
We spreken van een ‘ethological need’ wanneer de uitvoering van het gedrag of het verkrijgen van
een resource een relatief hoge prioriteit heeft ten opzichte van ander gedrag of resources; of indien
het gedrag als ‘inelastisch’ te betitelen is. Dit betekent dat de behoefte groot blijft, ook als de
‘kosten’ stijgen (c.q. dier moet veel moeite doen). Voorbeeld: consumer-demand methode: voedsel-
of nestbehoefte meten door de toegangsdeur in toenemende mate met gewichten te verzwaren.
Merk op dat een ‘ethological need’ ook de uitvoering van (meestal appetitief) gedrag kan zijn,
ongeacht de vraag of de uitvoering van dat gedrag wel leidt tot de gewenste functionele (externe of
interne) consequenties (consumptief gedrag).

Gedragssystemen
Set van samenhangende gedragingen, kan aangestuurd zijn door motivatie

Causaal en functioneel bij elkaar horende groep gedragingen.
Bijvoorbeeld predatiegedrag: detectie prooi, besluipen, samenwerken omsingelen, killbite.

, Afwikkeling daarvan is in interactie met de omgeving.

Veel gedragssystemen:
- Voedselverwervingsgedrag: de eindhandeling is het eten of drinken en daarvoor vinden de
voorbereidingen plaats. Soms is de tijd tussen appetitief gedrag en consummatory act heel
lang, zoals bij het hamsteren. Herkauwen neemt hierbinnen een belangrijke plaats in en is
eigenlijk ook nauw verbonden met rustgedrag.
- Slaap/rust: cyclisch optredend gedrag gekenmerkt door ontspannen houding en verlaagde
activiteit. Er worden verschillende fasen onderscheiden met opeenvolgend steeds lagere
hersenactiviteit: rust, dommel, slaap. Een andere fase met hoge activiteit is de fase met
dromen, REM slaap. Sommige soorten slapen lang, kort, éénmaal per etmaal of meerdere
korte stukken. Verstoorde slaap wordt deels ingehaald, langere verstoring leidt tot
problemen in de fysiologie. Slaap is een proces van herstel.
- Zelfverzorging (comfort behaviour): vaak verloopt het volgens tamelijk vaste patronen. Soms
is het van vitaal belang, zoals het water afstotend houden van het verenkleed. Elkaar als
adulten verzorgen is een verdergaande ontwikkeling van zorg voor jongen, en kan secundair
ook gezien worden als goede gezindheid of aanhankelijkheid.
- Uitscheidingsgedrag: het is het poepen en plassen, wat simpel kan zijn of gebonden aan
bepaalde locaties en tijdstippen. Secundair heeft het een functie in het sociale verkeer en
valt dus ook binnen deze gedragssystemen. Dieren die op een bepaalde plaats mesten en
niet in hun hol kunnen in gevangenschap frustraties ervaren
- Nestbouw en nestelgedrag: vooral bij het houden van dieren kan dit voor problemen zorgen.
Zo leggen kippen het liefste hun ei in een legplaats en niet een geautomatiseerd systeem, en
voor varkens is stro kort voor de geboorte van de jongen van grote invloed.
- Predatorvermijdingsgedrag: hierbij kunnen we verschillende strategieën terug vinden: schuil
houden, in verwarring brengen, teweer stellen, dood houden en vlucht gedrag, over het
algemeen uit het zich in waakzaamheid. Het verlaagt de hanteerbaarheid van huisdieren en
dit is in de meeste gevallen dan ook weg geselecteerd. Het gedrag kenmerkt zich door een
toename van alert zijn, een waarschuwingsroep, vluchtgedrag of agressie. Andere meer
specifieke gedragsaanpassingen zijn: een handicap nabootsen, stil houden of dood houden,
mobben (met veel geschreeuw in een groep de predator in verwarring brengen of
afschrikken) en mimicry (is een meer morfologische aanpassing).
- Exploratief: dit omvat het informatie opdoen over de omgeving, en de belonende waarde ligt
in het grip krijgen op de omgeving en het voorspelbaar maken. Dieren met een
gecompliceerd of juist eenvoudige omgeving tonen sneller mijdgedrag dan bijvoorbeeld de
opportunistische alleseters zoals varkens en ratten.
Met betrekking op de eigen soortgenoten is er nog een aantal bijzondere gedragssystemen.
- Agonistisch gedrag: dit is de wedijver tussen individuen dat bestaat uit agressie of juist het
ontwijken van dit gedrag zonder de sociale band op te geven: onderdanigheidsgedrag of
wijkgedrag (vluchten). Sociale conflictsituaties. Binnen de agressieve gedragingen zijn een
aantal verschillenden:
o Territoriale agressie; tegen een binnendringen, vaak gepaard met appetitief gedrag
als patrouilleren.
o Dominantieagressie: streven naar een positie van zo groot mogelijke vrijheid binnen
de groep.
o Competitief-instrumentele agressie: agressie als middel in de competitie om voedsel,
rustplaats etc., met als doel de tegenstander te laten terugtrekken in de competitie
maar niet te onderwerpen.
o Protectieve agressie: het gaat hier om reactieve of opgedrongen agressie wanneer
een dier bedreigd wordt.

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur diergeneeskundesuzan. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €5,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

72841 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!
€5,49  2x  vendu
  • (0)
  Ajouter