Hoofdstuk 1. Wat is pedagogiek
1. Ontstaan van de wetenschap
Pedagogiek = jonge discipline
Opvoeden; praktijk <-> pedagogiek als wetenschap
Eerste pedagogische leerstoel
-> 1779 in Duitsland
-> Na WO2; toepassing in het werkveld (Decroly, Langeveld, Kohnstamm, Bladergroen)
Opvoeding is thema dat even oud is als de mensheid.
- Vroeger behandeld door filosofen (nog steeds filosofische insteek in opvoeding)
- In Griekse wereld: Spartaanse opvoeding
Theorievorming van pedagogiek beïnvloed door tijdskader, normen en waarden
- Eind 19de eeuw: ontstaan volksonderwijs -> Voor kinderarbeid in te dijken (de Verlichting)
2. Definiëring
2.1 Object van de studie
Pedagogiek; studie van opvoeding van kinderen/jongeren tot 18jaar
= pais + agogein (kind + leiden)
Kind en pedagogisch handelen met hen staan centraal
Pedagogiek probeert opvoeden en opvoedend handelen systematisch te beschrijven door, op basis van
kwalitatief en kwantitatief onderzoek, algemeen geldende uitspraken te doen.
Pedagogiek = handelingswetenschap; praktijk moet iets hebben aan kennis/inzichten (wisselwerking)
1) Waarneming van praktijk helpt theorievorming
Vb we zien dat mensen in rijke buurten beter ontwikkelen en onderzoeken nu hoe het komt
2) Theorie bevrucht de praktijk
Vb onderzoek heeft uitgewezen dat kleine klassen beter zijn voor de ontwikkeling
2.2 Niveaus van de pedagogiek
-> Elk niveau wordt aangeduid met termen; opvoedkunde, opvoedingsleer en opvoedingswetenschap
3 niveaus van pedagogiek
1. De theorie, de wetenschap
Wetenschappelijke kennis opdoen via denkkaders, regels, .. = opvoedingswetenschap
PedagogieKKKK = theorie
2. De praktijktheorie, theoretische aanwijzingen die het pedagogisch handelen ondersteunen
Persoonlijke inzichten, ervaringen,.. die voor uitvoerder vanzelfsprekend zijn
= werkconcepten = werkmodellen = opvoedingsleer
3. De praktijk zelf, hoe handelen we werkelijk?
Dagelijkse omgang waarin ouder vaardigheden inzet op opvoeding te realiseren; wat je effectief doet
= opvoedkunde = opvoeding = vorming
1
,We zijn ons niet bewust van die 3 niveaus. (Loopt spontaan)
-> (Professioneel) opvoedend bezig zijn = zo bewust mogelijk (op voorhand + reflectie + evaluatie)
2.3 Situering van de pedagogiek in de wetenschappen
Sociale pedagogiek = niet alleen hulp bieden bij het leren maar ook tijdens vrije tijd doen leren
Sociale agogiek = de wetenschap over het werken aan het
welzijn van mensen van welke leeftijd (vanaf ’50)
Agogiek/ agogische wetenschappen/ handelingswetenschap
= de overkoepelende wetenschap voor het werken aan het
welzijn van mensen in het algemeen
= moederwetenschap van o.a. pedagogiek
= omgangskunde
§ Deelwetenschappen van agogiek volgens LEEFTIJD doelpubliek
Pedagogie(k) = Kind en jongere
Andragogie(k) = Volwassene
Gerontagogie(k) = Oudere
§ Deelwetenschappen van agogiek volgens STUDIEOBJECT (= wat bestudeert wetenschap)
Orthopedagogiek = Mens in nood
Sociale agogiek = Maatschappelijke problematiek van begeleiden
Psychoagogiek = Mens in psychische nood
Pedagogiek = Kind en jongere begeleiden naar volwassenheid
Specialisaties binnen de pedagogiek:
• Sociale pedagogiek • Theoretische pedagogiek
• Onderwijspedagogiek • Forensische pedagogiek
• Klinische pedagogiek • Historische pedagogiek
• Gezinspedagogiek
2.4 Hulpwetenschappen van de pedagogiek
Pedagogiek gebruikt inzichten uit andere disciplines (= hulpwetenschappen): filosofie, psychiatrie,..
De 3G’s = gedrag, gevoelens en gedachten
-> Wetenschappen die dit bestuderen ondersteunen theorievorming+ praktijk van pedagogiek
2.5 Onderscheid tss psychologie en pedagogiek
Pedagogiek lang verbonden met levensbeschouwelijke stromingen: filosofisch en politiek
ANDERZIJDS was pedagogiek lang domein van uitgesproken practici (onderwijzers)
Pedagogiek en psychologie ontstaan door filosofie maar zetten zich af: waardevrije benadering
-> Na WO2: geseculariseerde pedagogiek = objectief en wetenschappelijk
-> Intrede van maatschappelijke en/of politieke oriëntatie.
2
,Psychologie Pedagogie
• Ontstaan door filosofie • Ontstaan door filosofie
• Historisch: nastreven van waardenvrije • Historisch: gebonden aan levensbeschouwelijke
benadering van het menselijke gedrag stromingen (bv katholieke kerk)
• Wetenschap van beschrijven en verklaren van • Terrein van practici: onderwijzers, artsen, …
menselijk gedrag • Na WOII: geseculariseerd (maar voor korte tijd)
• Wetenschap van tussenkomen, ingrijpen,
begeleiden,…
Handelingswetenschap
3. Denkkaders in de pedagogiek
3.1 Behavioristische benadering
= leertheoretsiche / gedragstherapeutische benadering
Richt zich op het gedrag van de mens en de invloed van de omgeving op dat gedrag à psychologie
van het uiterlijk waarneembaar gedrag in het hier en nu
Gaat ervan uit dat alle gedrag is aangeleerd en dat het ook weer kan afgeleerd worden bv door middel
van conditionering of straffen en belonen
3.2 Cognitieve leertheoretische benadering
Gebaseerd stadiamodel van Piaget: opvoeding moet hier rekening houden met het
ontwikkelingsstadium waarin het kind zich bevindt
3.3 Sociaal constructivistische benadering
Vygotsky als grondlegger (Russische streek)= de nadruk op belang van de sociale interacties
-> Van mening dat kind de wereld leert begrijpen via zijn probleemoplossende interacties
3
, Hoofdstuk 2. Theoretische pedagogiek
1. In de Westerse samenleving: driestromenland
-> Ontstond in de 18de eeuw = De Verlichting
- Filosofen: goedheid en individuele vrijheid à Vrijheid, gelijkheid en broederlijkheid
- Volk kwam in opstand tegen maatschappelijke stelsel: bepaald door adel, geestelijken,..
MODERNE TIJD -> 3 grote verhalen op basis van 3 ideeën:
- Vrijheid: Liberaal gedachtengoed
o Steeds meer wetenschappelijke kennis en uitvindingen maken het leven steeds aangenamer,
de vooruitgang zal voor de ideale wereld zorgen
- Broederlijkheid: Christelijk gedachtengoed
o Liefde en respect voor elkaar zal in de toekomst voor een paradijs op aarde zorgen
- Gelijkheid: Socialistisch gedachtengoed
o Socialistische kritiek op de klassenmaatschappij zal voor een klasseloze samenleving zorgen,
iedereen zal daar gelijkwaardig behandeld worden
Het gemeenschappelijke tussen deze 3 verhalen:
- Er wordt nu opgevoed om een doel in de toekomst te bereiken
- Kinderen/jongeren afhankelijk van volwassenen. Doel is dat ze later autonoom, zelfstandig worden
- Elke stroming heeft kritiek op de andere stroming.
In pedagogiek: driestromenland
- De personalistische of geesteswetenschappelijke stroming à Christelijke visie: broederlijkheid,
charitas, beschermen,… = uniciteit en individualiteit
- De empirisch-analytische stroming à Liberale visie: vrijheid, elk voor zich, recht van de sterkste,…
= onderzoek met statistische gegevens (recht van de sterksten)
• ~ psychologie (behaviorisme en cognitieve psychologie)
- De kritisch-emancipatorische stroming à Socialistische visie: gelijkheid, solidariteit= maatschappelijk
karakter, rol van opvoeding in maatschappelijke onderdrukking tegenover emancipatie
1.1 De personalistische of geesteswetenschappelijke pedagogiek
~ een kind mag in het midden staan ~
Grondlegger: Wilhelm Dilthey maakt onderscheid:
1) Natuurwetenschappen 2) Geesteswetenschappen
Bestudeert de objectieve natuur Bestudeert de mens
Objectief waarneembare gegevens Geest van de mens bestudeert zichzelf
• Rede
• Emotie
• Invoeling
4