e samenvatting is gemaakt aan de hand van het boek 'Boekhouden geboekstaafd 1' (dertiende druk). Het betreft de hoofdstukken 12 t/m 14, 16.4, 19 en 22 t/m 26. Als bijlage is er een begrippenlijst toegevoegd.
Samenvatting Boekhouden geboekstaafd 13e druk
Hoofdstuk 12 t/m 14, 16.4, 19 en 22 t/m 26
Inhoudsopgave
Hoofdstuk 12 De permanence in de kosten en de opbrengsten (blz. 207-244)............................ 3
12.1 Het inkoop- en verkoopproces ..................................................................................................... 3
12.2 De permanence en het perioderesultaat ..................................................................................... 3
12.3 Het berekenen van het perioderesultaat met behulp van zuivere grootboekrekeningen ............ 5
12.4 Uitgaven en zuivere kostenrekeningen ........................................................................................ 7
12.5 Ontvangsten en zuivere opbrengstrekeningen ............................................................................ 7
12.6 Gemengde kostenrekeningen ...................................................................................................... 9
12.7 Gemengde opbrengstrekeningen ................................................................................................ 9
12.8 Het gebruik van zuivere grootboekrekeningen vergeleken met gemengde grootboekrekeningen
........................................................................................................................................................... 10
Hoofdstuk 13 De brutowinst bij wisselende inkoopprijzen (blz. 250-259) ............................................. 12
13.3 Administratie van de voorraad tegen vaste verrekenprijzen ...................................................... 12
Hoofdstuk 14 De brutowinst bij ontvangst/afgifte van goederen en facturen op verschillende tijdstippen
(blz. 263-284)......................................................................................................................................... 14
14.1 Voorfacturering en nafacturering ............................................................................................... 14
14.2 Inkoop: de ontvangst van goederen en facturen op verschillende tijdstippen ........................... 15
14.3 Verkoop: de afgifte van goederen en facturen op verschillende tijdstippen .............................. 17
14.4 Samenvatting voor- en nafacturering ......................................................................................... 20
Hoofdstuk 16 Interestkosten, interestopbrengsten en kosten van vaste activa (blz. 316-321) ............. 21
16.4 Afschrijvingskosten vaste activa ................................................................................................ 21
Hoofdstuk 19 De kosten i.v.m. oninbare vorderingen en incourante voorraden (blz. 363-382) ............ 22
19.1 Risico’s vanuit het verkoopproces ............................................................................................. 22
19.2 Boekingen i.v.m. oninbare vorderingen ..................................................................................... 23
19.3 Boekingen i.v.m. incourante voorraden ..................................................................................... 24
Hoofdstuk 22 Ondernemingen gedreven door een natuurlijk persoon (blz. 435-466) .......................... 27
22.1 De keuze van de ondernemingsvorm ........................................................................................ 27
22.2 De eenmanszaak ....................................................................................................................... 27
22.3 De boekhouding van de eenmanszaak – De grootboekrekening privé ..................................... 28
22.4 De grootboekrekening Privé en autokosten............................................................................... 28
22.5 De grootboekrekening Privé – De kolommenbalans ................................................................. 29
22.6 De vennootschap onder firma .................................................................................................... 29
22.7 De commanditaire vennootschap .............................................................................................. 30
22.8 Kenmerkende boekingen van de vof en de CV ......................................................................... 31
22.9 De fiscale positie van de ondernemer – natuurlijk persoon ....................................................... 32
Hoofdstuk 23 Ondernemingen gedreven door een rechtspersoon (blz. 467-489) ................................ 34
23.1 Rechtspersonen ......................................................................................................................... 34
23.2 Het eigen vermogen als bron van vermogen van een nv en een bv ......................................... 34
1
, 23.3 De keuze van de nv of de bv als ondernemingsvorm ................................................................ 35
23.4 Het aandelenkapitaal ................................................................................................................. 36
23.5 Omzetting van de ondernemingsvorm in een NV of een BV ..................................................... 37
23.6 De belastingpositie van de ondernemingen gedreven door een rechtspersoon ....................... 38
Hoofdstuk 24 De boekhouding van de nv en de bv – de winstverdeling (blz. 491-506) ....................... 39
24.1 Eenvoudige gevallen van winstbepaling en winstverdeling ....................................................... 39
24.2 Bijzondere vormen van dividend ................................................................................................ 40
Hoofdstuk 25 De boekhouding van de nv en de bv – de reserves op de balans (blz. 507-520) .......... 42
25.1 Algemeen ................................................................................................................................... 42
25.2 Het ontstaan van reserves ......................................................................................................... 42
25.3 Motieven voor het vormen van winstreserves ........................................................................... 43
25.4 Bonusaandelen .......................................................................................................................... 43
Hoofdstuk 26 De boekhouding van de nv en de bv – het vreemd vermogen ....................................... 45
26.1 Vormen van vreemd vermogen ................................................................................................. 45
26.2 De obligatielening ...................................................................................................................... 45
26.3 Boekingen in verband met een obligatielening .......................................................................... 46
26.4 De converteerbare obligatielening ............................................................................................. 47
Bijlage begrippenlijst .............................................................................................................................. 48
2
,Hoofdstuk 12 De permanence in de kosten en de opbrengsten
(blz. 207-244)
12.1 Het inkoop- en verkoopproces
Het inkopen en verkopen zijn processen. Het bestaat dus uit meerdere opeenvolgende activiteiten.
Alle verschillende activiteiten moeten afzonderlijk en in onderlinge samenhang worden bijgehouden.
Vb. bij inkoopproces zal de ontvangst van goederen, ontvangst van facturen en het betalen aan
crediteuren worden geregistreerd.
12.2 De permanence en het perioderesultaat
Het perioderesultaat is de nettowinst of het nettoverlies over een periode. Bij de berekening hiervan
onderscheiden we de brutowinst en nettowinst.
Dubbel boekhouden is dat de nettowinst via de winst- en verliesrekening uitrekenen als via de
balansvergelijking.
De boekhouding kan gevoerd worden volgens het ‘stelsel van baten en lasten’ of volgens het
‘kasstelsel’.
Stelsel van baten en lasten:
In een jaarrekening wordt naast de balans en de winst- en verliesrekening ook een
kasstroomoverzicht opgenomen. De financiële feiten hebben namelijk invloed op het EV als op de LM.
De vraag is alleen dan of de financiële gevolgen van de transacties in de periode waarin de
transacties plaatsvinden worden geboekt of in de periode waarin de betalingen plaatsvinden.
In het stelsel van baten en lasten staan de gevolgen voor het EV centraal.
Baten = opbrengsten en lasten = kosten
Het verschil tussen de opbrengsten en kosten is het perioderesultaat.
In dit stelsel worden de financiële gevolgen van transacties in de periode waarin ze plaatsvinden
geboekt ongeacht of de betaling of de ontvangst. In dit stelsel gaat alle aandacht naar een correcte
opstelling van de winst- en verliesrekening.
In het kasstelsel staan de gevolgen voor de LM centraal. In dit stelsel worden de financiële gevolgen
van transacties geboekt in de periode waarin de betalingen plaatsvinden. In dit stelsel gaat alle
aandacht naar een correcte opstelling van het kasstroomoverzicht.
Het principe van de permanence vereist dat de boekhouding volgens het stelsel van baten en lasten
moet worden gevoerd. Er moeten ook zuivere grootboekrekeningen worden gebruikt. Hieronder wordt
het gebruik van zuivere rekeningen vergeleken met het gebruik van gemengde rekeningen.
3
, Zuivere grootboekrekeningen
Een zuivere grootboekrekening is een rekening waarvan het saldo uitsluitend een bezit, een schuld of
een resultaat voorstelt. Het saldo van een zuivere bezit- of schuldrekening gaat naar de balans. Dit
wordt ook wel een balansrekening genoemd. Het saldo van een resultaatrekening gaat naar de winst-
en verliesrekening. Deze rekening is een hulprekening van het EV en heeft betrekking op een bepaald
type kosten of een bepaald soort opbrengst.
Rekening van bezit Rekening van schuld Resultaatrekening
Saldo debet op Saldo credit op Saldo op winst- en
balans balans verliesrekening
De rekeningen 800 Inkoopprijs verkopen en 840 Opbrengst verkopen zijn zuivere
grootboekrekeningen.
Door gebruik te maken van zuivere rekeningen kan de omzet en de brutowinst op verkopen bepaald
worden.
Dit is het boekingsschema van de inkopen en verkopen bij het gebruik van zuivere
grootboekrekeningen:
Resultaatrekeningen zijn grootboekrekeningen die bij stelsel van baten en lasten horen. Een ander
kenmerk va een resultaatrekening is dat het saldo betrekking heeft op een periode. Daarentegen heeft
het saldo van een rekening van bezit of een rekening schuld betrekking op een bepaald moment.
Als gevolg hiervan wordt een resultaatrekening in een nieuwe periode heropend zonder beginsaldo,
maar wordt een rekening van bezit of schuld in een nieuwe periode heropend met het eindsaldo van
de vorige periode. Een resultaatrekening is daarom een tijdelijke grootboekrekening en een rekening
van bezit of schuld is een permanente grootboekrekening.
Bij het saldo van een tijdelijke grootboekrekening moet altijd de betreffende periode worden vermeld
en bij het saldo van een permanente grootboekrekening moet altijd de betreffende datum worden
vermeld.
Kosten en opbrengsten hebben betrekking op een periode en worden daarom ook wel
stroomgrootheden genoemd.
Bezittingen en schulden hebben betrekking op een moment en worden daarom ook wel
voorraadgrootheden genoemd.
Perioderesultaat
De nettowinst wordt berekend op basis van opbrengsten en kosten en dus op basis van tijdelijke
grootboekrekeningen.
4
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur manondaanen. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €4,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.