Dit is een samenvatting van het onderdeel Allemaal Taal dat wordt gegeven door vakdocent T. Belmans in het eerste academiejaar van de opleiding lager onderwijs op de Odisee Hogeschool, campus Brussel.
Allemaal taal
Taal is een systeem
Taalsysteem: je kijkt naar taal als een systeem, d.w.z. een geordend geheel van elementen (klanken,
letters, woorden, zinnen,…) en regels om die elementen met elkaar te verbinden.
Taalgebruik: het taalsysteem wordt door mensen gebruikt om allerlei dingen te doen. Taal is m.a.w.
niet alleen een systeem, maar ook een instrument. Net als bij andere instrumenten, zijn er regels en
conventies (afspraken) hoe je het goed gebruikt.
Inleiding
Taalwetenschap over klanken en letters
De fonetiek of klankleer: wij kunnen klanken voortbrengen door te spreken. Hierdoor komen we bij
de articulatorische fonetiek (= de productie van de respectievelijke klanken, hoe en waar die
gevormd worden). Fonetiek gaat over hoe mensen geluid produceren en hoe mensen geluid
interpreteren.
Medeklinkers (consonanten) en klinkers (vocalen).
Fonetisch schrift: via dit schrift kunnen we een geschreven voorstelling maken van de klank.
Fonetisch schrijven is weergeven hoe een taaluiting klinkt. Het is dus iets anders dan hoe je iets
schrijft of spelt!
Assimilatie: het is een verschijnsel waarbij de uitspraak van een aantal medeklinkers aangepast
wordt onder invloed van naburige verwante medeklinkers (vb. de b klinkt soms als een p krabsla).
Woordaccent: waar ligt het accent binnen één bepaald woord (archipel of archipél).
Zinsaccent: welke woorden krijgen het accent in de zin (belangrijkste informatieve waarde)?
Intonatie: de toonhoogte die tijdens de spraak door stembuiging wordt verkregen
Mimiek: gelaatsexpressie, gelaatsuitdrukking of een gezichtsuitdrukking is het gevolg van de
samentrekking bepaalde gelaatspieren en wordt beschouwd als een van de vormen van niet-verbale
expressies van emoties.
Fonologie: het bestudeert de klankkenmerken die betekenisverschillen tot gevolg hebben. Het zoekt
naar de kleinste betekenis onderscheidende elementen.
Foneem/fonemen: de kleinste betekenis onderscheidende elementen die genoteerd worden als:
p/ , /b/ , /y/ , /R/ …
Grafeem/grafemen: het zijn de kleinste betekenis onderscheidende eenheden in de geschreven taal.
Over woorden
Morfologie: het is de deelwetenschap die zich bezighoudt met de vorm van het woord. Eigenlijk
behelst dit de woordvorming en de woordsoorten. Men bestudeert grammatische eenheden binnen
een woord.
Morfeem/morfemen: de grammatische eenheden binnen een woord.
Een voorbeeld hiervan staat op de volgende pagina:
Taal is een gebruiksinstrument Pagina | 1
, Druivensapglaasjes
o Druif: grammatisch ongestructureerde eenheid (= vrij morfeem)
o -en: meervoudsmorfeem (= gebonden morfeem)
o Sap: grammatisch ongestructureerde eenheid
o Glas: grammatisch ongestructureerde eenheid
o -je: dimunitiefsmorfeem (verkleinwoordmorfmeem)
o -s: meervoudsmorfeem
Voorvoegsel: prefix (‘be-‘ in ‘bedraden’)
Achtervoegsel: suffix (‘esk’ in ‘grotesk’)
Neologisme: dit is een nieuw woord in een taal. Het is een eerste woordvormingsprincipe, nl. het
creëren van een nieuw woord naargelang dat de behoefte zich voordoet.
Letterwoorden: EHBO, LPG, LSD,…
Leenwoorden: dit is een woord dat wij in het Nederlands gebruiken, maar we hebben het
overgenomen uit een andere taal (computer, tango, piano).
Bastaardwoorden: dit is wanneer we woorden overnemen uit een andere taal, maar we gaan ze dan
min of meer aanpassen aan de taal van de ‘ontlener’ (elektriciteit, fabriek, dineren,…).
Barbarismen: dit is wanneer een ontlening in onze taal foutief is.
Gallicismen (fout overgenomen uit het Frans): een camionette of een camion
Anglicismen (uit het Engels): het meest gevaarlijke punt
Germanismen (uit het Duits): ik ga me omkleden
Purismen: als er Nederlandstalige tegenhangers gezocht werden voor woorden of uitdrukkingen
waar dit helemaal niet voor nodig was.
Samenstelling: als men nieuwe woorden moet vormen gebruikt men ook wel eens bestaande
woorden die dan ‘samengevoegd’ worden. Vb. keukenhanddoek
Afleiding: wanneer een woord samengesteld is uit een bestaand woord en affixen (voorvoegsels,
tussenvoegsels en achtervoegsels). Vb. herexamen
Klanknabootsing (of onomatopee): hier worden geluiden of klanken nagebootst
Welk geluid maakt een mus? ‘Tsjilpen’.
Jargon: een taalgebruik dat heel specifiek is voor een bepaalde groep of een welbepaald vakgebied.
(computerjargon: hacken, downloaden; schippersjargon: bakzeil, loef).
Semantiek (of betekenisleer): het bestudeert de betekenisaspecten van woorden, d.w.z. de
betekenis, gevoelswaarde en afkomst van deze woorden.
Semantisch veld (of woordveld): sommige woorden hebben meer met mekaar te maken dan andere
en dan kunnen ze behoren tot één betekenisgebied.
Verzamelnaam: voorbeelden hiervoor zijn zoogdier, fruit,…
Antoniem: dit is een tegengestelde van een woord (nat-droog, vertrekken-aankomen).
Taal is een gebruiksinstrument Pagina | 2
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur Gloria20. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €6,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.