Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
Samenvatting Geschiedenis van het Recht en Rechtvaardigheid €10,49   Ajouter au panier

Resume

Samenvatting Geschiedenis van het Recht en Rechtvaardigheid

2 revues
 70 vues  5 fois vendu

Deze samenvatting is volledig en zal er zeker voor zorgen dat je slaagt op het examen!

Aperçu 4 sur 40  pages

  • Oui
  • 27 janvier 2021
  • 40
  • 2020/2021
  • Resume
book image

Titre de l’ouvrage:

Auteur(s):

  • Édition:
  • ISBN:
  • Édition:
Tous les documents sur ce sujet (1)

2  revues

review-writer-avatar

Par: azrakarakaya • 1 année de cela

review-writer-avatar

Par: hananebenyahya • 3 année de cela

avatar-seller
naomizedda
GESCHIEDENIS VAN RECHT EN
RECHTVAARDIGHEID
1. HET ROMEINSE RECHT IN DE OUDHEID
A. Romeinse Koninkrijk (8ste eeuw v. C. – 509 v. C.)
i. Oprichting van Rome (anno urbis conditae)
Er zijn drie mogelijke verklaringen en theorieën op welke manier Rome tot
stand gekomen is:
1) Romulus en Remus, 753 v. C.

2) 7de eeuw v.C.: de Etrusken
De Etrusken woonden in het Noorden van Rome. Ze waren hoger ontwikkeld
en verstedelijkt en deden aan handel. Ze verhuisden naar Rome omdat het
een ideale plek was om handel te drijven met andere kolonies in het zuiden
zoals die in Griekenland door de Tiber-rivier en doordat Rome omringd was
door heuvels. Het probleem met deze verklaring is de chronologie, wanneer
men terugkijkt in de tijd naar de Etruskische koningen. Pas in de 8ste eeuw
voor Christus is er sprake van een eerste Etruskische koning. Daarentegen
staat ook nog dat pas de eerste ‘echte’ Etruskische koning Tarquinis Priscus
was die van 616 v.C. – 578 v.C. over Rome regeerde. Daarvoor was er
eigenlijk alleen maar sprake van Sabijnen en Latijnen. Deze kwamen van
Latijnse en Sabijnse stammen die rond de heuvels van Rome woonden.

3) Archeologie
“Omnium Rerum Principa Parva Sunt” – Cicero (The beginnings of all
things are small).
Vanuit archeologisch perspectief ontstond de eerste ontwikkeling van de
stad Rome doordat de Sabijnen en Latijnen die rond de heuvels woonden
steeds meer gingen samensmelten. Dit zorgt ervoor dat zij gaan
samenwerken waardoor er een agrarisch surplus ontstaat, waardoor men
kan gaan handel drijven met deze overschotten. Door samen te werken had
men ook meer tijd om andere producten te produceren en te verhandelen.
Dit zou rond het midden van de 8ste eeuw voor Christus gebeurd zijn.



ii. Sociaal aspect
Op dit moment zijn er maximaal 1000 tot 5000 mensen die in Rome wonen. De
autochtone bevolking zijn de Sabijnen en Latijnen, zij leven in stammen
genaamd “gentes” oftewel geslachten. Zij stammen af van ‘een legendarische
stamleider’. Elke clan stond onder leiding van een clanleider die de clan
bestuurt als alleenheerser. In het begin is gelijkheid zeer belangrijk, alle
eigendom binnen een clan wordt beschouwd als collectief eigendom. Naarmate
de tijd vordert, neemt het belang van gelijkheid binnen de clans af doordat zij het
collectief eigendom gaan afschaffen. Hierdoor ontstaan een
standenmaatschappij binnen het vroege Rome met een belangrijk onderscheid
tussen de patriciërs (de mensen die alles hebben) en de plebejers (de mensen
die niets of weinig hebben).

,iii. Bestuurlijk aspect
Aan het hoofd van het Koninkrijk Rome staat een Koning die aanvankelijk
verkozen werd door het volk. Dit volk vergaderde in de “Comitia Curiata”, een
vergadering waar in het volk (alle volwassen, vrije mannen) bijeenkomen om
een Koning te kiezen. Degene die als Koning verkozen konden worden werden
vaak voorgesteld door de Senaat. Vanaf de Etruskische Koningen Tarquinii
verandert dit. Zij geven hun veroveringen aan de clanleiders en geven meer
burgerrechten aan de plebejers waardoor zij zeer tevreden zijn en meer macht
verlenen aan de koningen. Hierdoor slagen de koningen erin om het
Koningschap erfelijk te maken en vanaf de Tarquinii is het Koningschap erfelijk.
De Koning beschikt over “imperium”, de macht of het gezag. Zijn imperium is
onbeperkt en het is een absolute vorst. Hij bevat politieke macht, hij is de
uitvoerende tiran. Hij had juridische macht, hij is de opperste rechter. Hij had
religieuze macht, hij is de Opperpriester en hij is de opperbevelhebber
waardoor hij militaire macht heeft. Als opperrechter is hij verantwoordelijk
voor het ‘fas’ en ‘ius’. ‘Fas’ is het Romeinse recht dat de verhouding tussen de
Goden en mensen regelt. Het ‘ius’ is het Romeinse burgerlijke recht dat de
verhoudingen tussen de burgers onderling regelt. Men gaat er in deze periode
vanuit dat de Koning nog geen wetten maakt, maar er enkel op toeziet dat de
orde die ingesteld was door de Goden gerespecteerd en nageleefd werd. Dit
waren vooral gewoontes die in de samenleving waren (“leges regiae”). De
Senaat is vooral een adviesorgaan. Dit komt van het woord “senex” wat oud
betekent. De leden van de Senaat waren dus vooral oudere, wijze mannen die
vaak clanleiders waren. De adviezen die zij formuleren worden
“senatusconsulta” genoemd. Op dit moment is de Senaat nog niet belangrijk,
alle macht ligt bij de Koning. Daarnaast zijn er ook nog priesters die een zeer
belangrijke rol spelen in de rechtspraak. De “quaestores parricidii” worden
aangesteld om een onderzoek in te stellen naar de zware misdrijven en spelen
ook een rol in de rechtspraak.

iv. Het recht
Het Romeinse recht in het Koninkrijk kan omschreven worden als “mos
maiorum”. ‘Mos’ verwijs naar gewoonte en ‘maiorum’ naar voorouders, het
betekent dus de gewoonten die men van de voorouders heeft overgeërfd. De
“mos maiorium’ bestaat uit het ‘fas’ en ‘ius’. Het ‘fas’ is het recht dat de
verhoudingen tussen de Goden en het volk regelt en het ‘ius’ het recht dat
verhoudingen tussen burgers onderling regelt. Het ‘ius’ kan gelijk gesteld
worden aan ‘ius civile’ of burgerlijk recht van Rome. De ‘ius civile’ werkt via het
personaliteitsbeginsel, enkel het volk van Rome (cives) kunnen een beroep
doen op het burgerlijk recht. Van echte wetgeving is er nog geen sprake, het is
een gewoonterechtelijke samenleving. De priesters monopoliseren het
gewoonterecht en werpen zich op als enige kenner hiervan.

v. Einde van het Romeinse Koninkrijk
De laatste Koning, Lucius Tarquinius Superbus, voert een schrikbewind
waarbij tegenstanders uit de weg worden geruimd, doodstraffen worden
uitgesproken zonder eerst advies te vragen, het volk moet werken tot ze erbij
neervallen. Op een bepaald moment verkracht een van zijn neven Lucretia, de
vrouw van Lucius Tarquinius Collatinus, waardoor zij zelfmoord pleegt. Lucius
Tarquinius Collatinus en Lucius Junius Brutus gaan de Senaat vragen om de
Koning af te zetten en hem te verbannen. De Senaat gaat hiermee akkoord en
verbant de Koning. Vanaf nu zijn er twee consules, Lucius Tarquinius Collatinus
en Lucius Junius Brutus. Vanaf toen bestond de Republiek.
2

, Koning
- Verkozen/erfelijk
- Etruskische Tranquinii
- Imperium
- Leges regiae


De Senaat Comitia Curiata Priesters en
- Senex - Volksvergadering Quaestor parricidii
- Clanleiders - Koning
- Rechtspraak
- Senatusconsulta




B. Romeinse Republiek
a. Vroege Republiek (509 v.C. – 264 v.C.)
ii. Start van de ‘res publica’: Bestuurlijk aspect
De consuls staan aan het hoofd van de Republiek. De ‘fas’ komt nu exclusief toe
aan de priesters. De Senaat wordt steeds belangrijker in de loop van de
Republiek. De voormalige “Comitia Curiata” wordt vervangen door de “Comitia
Centuriata” en de “Comitia Tributa”, waar het volk bijeen kan komen. Hoewel de
consuls het ‘imperium’ van de voormalige Koning behouden, worden de
priesters of de ‘Pontifex Maximus’ nu volledig verantwoordelijk voor het
religieuze aspect oftewel het ‘fas’. Eerst was de Koning ook opperpriester.
De “Comitia Centuriata“ verkiezen de consuls en later ook nog andere
belangrijke magistraten zoals de praetors en censores. Het is samengesteld uit
een indeling van 193 ‘centuriae’. Deze bestond uit 5 bezitsklassen en 1 klasse
van bezitslozen. De hoogste bezitsklasse, wat bestond uit ridders en senatoren,
had 98 plaatsen van de 193 ‘centuriae’. De minderheid, de rijken, domineert dus
de Comitia Centuriata.
In de “Comitia Tributa” worden de Romeinen verdeeld over 35 stemmen
waartoe zij vroeger behoorden. Het wordt niet verdeeld op basis van bezit, maar
op basis van de stam waartoe men behoort. Hun vergadering is minder
belangrijk, de belangrijkste taak die zij hebben is het verkiezen van lagere
magistraten zoals de Quaestor. De Comitia vaardigen wetten of ‘leges’ uit die nog
goedgekeurd moeten worden door de Senaat. Na 393 v. Chr. wordt die
wetgevingsprocedure omgekeerd, waarbij wetsvoorstellen eerst aan de Senaat
moeten worden voorgelegd en daarna pas de goedkeuring krijgen in de Comitia,
waarna hierover kan gestemd worden.
De macht van de Senaat neemt toe doorheen de jaren van de Republiek ten
koste van de andere instellingen. Eerst was zij enkel een adviesorgaan, maar
wordt steeds meer van belang in het dagelijks bestuur, staatsfinanciën en de
buitenlandse politiek ten tijde van de Republiek alsook bij de
wetgevingsprocedure zoals hierboven vermeldt. De Senaat wordt zo machtig
omdat het de enige bestuurlijke instelling is die permanent is en klein is om een
goed en snel beleid te voeren, terwijl dit bij de Comitia niet zo is.
Ten tijde van crisis kan de Senaat de bestuurlijke organisatie opschorten en een
dictatuur installeren, wat in de Romeinse geschiedenis tweemaal gebeurd is. Dit
gebeurde onder Sulla van 82 tot 79 v.Chr. en onder Julius Caesar van 46 tot 44
v.Chr.

3

, 2 Consuls
- Imperium
- Verkozen



De Senaat
- Advies, maar..
- Patriciërs
- Gewezen magistraten

Comitia Centuriata
Comitia Tributa Pontifex Maximus
- Leges, wetten




iii. Politieke ontvoogding: 494 – 471 v.C.
Tussen de plebejers en patriciërs zijn er nog steeds sociale tegenstellingen, die
door de groeiende macht van de Senaat steeds sterker worden. Deze zullen
spanningen veroorzaken en het bestuur doen wijzigen. De plebejers, die in de
meerderheid zijn, zullen strijden voor politieke ontvoogding. Er wordt niet
geluisterd naar hun eis voor meer inspraak en zij trekken weg uit de stad. De
plebejers zijn de werkende middenklasse en de patriciërs hebben hen nodig
voor te overleven. De eerste plebejerse secessie in 494 v.Chr. zal leiden tot het
erkennen van twee volkstribunen en het erkennen van de “Concilium plebis”.
Dit is een volksraad, een vergadering die al samenkwam tijdens de secessie.
Deze wordt erkend als een officiële bestuurlijke instelling. De twee
volkstribunen worden gecreëerd, dit zijn de voorzitters van de “Concilium
plebis”. De volksaedielen staan in voor het onderhoud van de tempels. De
“Concilium plebis” of volksraad mag zelf wetten maken, genaamd plebiscieten.
Deze gelden enkel voor plebejers. Hier is er dus nog niet volledig sprake van
politieke ontvoogding, maar wel bij de volkstribunen. Dit waren zeer machtige
functies, want zij beschikten over een vetorecht tegenover alle beslissingen van
overige raden en magistraten die zij ongunstig achten tegenover de plebejers. Zij
hadden ook de status van “sacrosanctus”, zij waren onschendbaar en er stond
de doodstraf op indien men toch tegen hun beslissing inging. Dit zorgt ervoor dat
zij eigenlijk ervoor kunnen zorgen dat er geen beslissing meer kan genomen
worden maar zij moeten ook oppassen wanneer ze hun vetorecht gebruiken. Er
bestaan twee volkstribunen, dus de ene kan het vetorecht inroepen op het
vetorecht van de ander. Ze moeten ook aan hun toekomst denken, want ze zijn
maar aangesteld voor één jaar en zijn dus ook hun politieke onschendbaarheid
kwijt hierna dus ze moeten hun beslissingen goed overwegen. Ze moeten ook
steeds de steun blijven krijgen van de plebejers, want ze leggen een eed af om de
plebejers te beschermen. Het blijft dus wel een werkbaar systeem.




4

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur naomizedda. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €10,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

80364 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!
€10,49  5x  vendu
  • (2)
  Ajouter