Zeer uitgebreide samenvatting van ALLE verplichte stof voor het vak psychofarmacologie, onderdeel van de master Medische Psychologie aan Tilburg University. Door het leren van deze samenvatting heb ik voor het tentamen een 9 behaald.
psychofarmacologie medische psychologie tilburg university
psychofarmacologie tilburg university
Livre connecté
Titre de l’ouvrage:
Auteur(s):
Édition:
ISBN:
Édition:
Plus de résumés pour
Test Bank For Stahl's Essential Psychopharmacology Neuroscientific Basis and Practical Applications 5th Edition | Complete Guide 2024
TB Stahls Essential Psychopharmacology 4th Edition Test Bank | Questions And Answers Graded A+
TEST BANK FOR STAHL'S ESSENTIAL PSYCHOPHARMACOLOGY: NEUROSCIENTIFIC BASIS AND PRACTICAL APPLICATIONS 4TH EDITION
Tout pour ce livre (71)
École, étude et sujet
Tilburg University (UVT)
Master Medische Psychologie
Psychofarmacologie (500836M6)
Tous les documents sur ce sujet (8)
1
vérifier
Par: juliespaas1 • 3 année de cela
Vendeur
S'abonner
hannie97
Avis reçus
Aperçu du contenu
Hoorcollege 1 Introductie
Zenuwcel
Een zenuwcel ontvangt signalen en geeft ook signalen door. Psychofarmaca die werken op
zenuwcellen beïnvloeden de neurotransmissie op dit niveau.
Een actiepotentiaal wordt door een zenuwuitloper naar de synaps geleid. In de synaps
bevinden zich de neurotransmitters die worden afgegeven. Deze neurotransmitters reizen
naar de volgende cel waar ze zich hechten op de receptoren van die cel. Een deel van de
neurotransmitters kan ook weer opgenomen worden door de cel die de neurotransmitters
heeft afgegeven.
Veel psychofarmaca hebben een invloed op de receptoren op cellen, de transmitters of de
receptoren die de neurotransmitters terug opnemen.
Bij sommige aandoeningen kan er iets mis zijn met de signaaloverdracht. Wanneer van een
bepaald medicijn de werking bekend is, kan er worden gekeken welke mechanismen
hiermee te maken hebben.
Signaaloverdracht
Een zenuwcel ontvangt bepaalde informatie. Wanneer de drempelwaarde van die informatie
is overschreden, volgt er een actiepotentiaal. Dit actiepotentiaal wordt doorgegeven via de
zenuwbaan. Vervolgens worden er door dit actiepotentiaal neurotransmitters afgegeven
door de cel die ook weer een effect hebben op de volgende cel. Deze neurotransmitters
binden dan aan de receptoren op de volgende cel. Deze receptoren zijn meestal
eiwitcomplexen. Soms zorgt binding aan een receptor door een neurotransmitter voor het
openen van de ion kanalen van een cel.
Messenger pathway 1: G-protein linked
Een ligand is een stofje wat aan een receptor kan binden. Dit stofje is meestal een oplosbaar
molecuul en kan een neurotransmitter zijn maar ook een hormoon of een bepaald medicijn.
Wanneer dit stofje bindt aan de receptor wordt de receptor geactiveerd. De binding van het
stofje (de ligand) aan de receptor wordt de first messenger genoemd.
Binding van de ligand (first messenger) aan de receptor verandert de vorm van de receptor
waardoor het G-protein wordt geactiveerd. Dit zorgt vervolgens voor de activatie van andere
eiwitten, enzymen of ion analen.
G-protein linked receptor is de overkoepelende term voor receptoren op een cel. Iedere
stof heeft zijn eigen soort receptoren waar het aan bindt. Binding aan een receptor door een
bepaalde stof kan zorgen voor een opeenvolging van gebeurtenissen binnen de cel
(bijvoorbeeld het activeren van enzymen, het aanmaken van eiwitten of het openen of
sluiten van ion kanalen).
De G-protein linked receptoren hebben veel mogelijke liganten. Deze liganten hebben ook
weer verschillende subtypes. Ongeveer 30% van de medicatie werkt in op de G-protein
receptoren. Afhankelijk van het celtype zijn er verschillende intracellulaire responsen na
binding van de ligand aan de receptor.
Deze vorm van signaaloverdracht speelt onder andere een rol bij de stemming, het
immuunsysteem een het cardiovasculaire systeem. Ook kan er intracellulaire inhibitie van de
receptor plaatsvinden.
,Signaaltransductie paden
Tijdens de fase van de first messenger bindt de
ligand aan de G-protein linked receptor. Hierna
volgen de fases van de second messenger en third
messenger. Tijdens de fase van de fourth messenger
wordt de genexpressie beïnvloed. Vanuit de fase van
de first messenger wordt het effect telkens versterkt
(bijvoorbeeld met een factor 100). Dit betekent dat
wanneer er 1 ligand aan een receptor bindt, er
bijvoorbeeld 100 second messengers worden
geactiveerd. Uiteindelijk ontstaan er dan 1 miljoen
eindproducten als gevolg van de binding van 1 ligand
aan de receptor. Dit wordt mogelijk gemaakt door
het adenosinemonofosfaat systeem. Hierdoor kan er
in korte tijd veel gebeuren in de cel als gevolg van slechts 1 beginsignaal.
Messenger pathway 2: Kinase
Maar voor dit bovenstaande proces wat zich afspeelt in de cel is ook energie nodig. Door het
eten van voedsel komt er glucose binnen in het lichaam. Dit glucose kan worden opgeslagen
en uiteindelijk worden omgezet in ATP. Dit is een stof die 3 fosfaatgroepen bevat. Hiervan
kan 1 fosfaatgroep loslaten waardoor er ADP en energie ontstaat.
Bij kinase bindt een losse fosfaatgroep aan een ander molecuul waardoor er energie
ontstaat. Bij fosfatase gebeurt juist het tegenovergestelde. Hierbij wordt er een
fosfaatgroep van het molecuul afgehaald waardoor stof wordt geïnactiveerd.
Messenger pathway. 2: Phosphatase
Activeren van genen
Door de binding van bepaalde stoffen wordt een gen
uiteindelijk wel of niet afgeschreven. Kinase activeert
een transcriptiefactor. Deze transcriptiefactor bindt aan het stukje voorafgaand aan een gen.
Hierdoor kan het gen worden afgeschreven en kan er een nieuw eiwit worden gevormd. Dit
wordt ook wel turn on genes genoemd. Het aan of uitzetten van een bepaald gen is het
gevolg van de cascade binnen de cel.
,Er kunnen dus verschillende dingen gebeuren binnen de cel
wanneer er een ligand aan een receptor bindt. De uitkomst
hiervan kan zijn dat er een gen wordt geactiveerd waardoor
er een eiwit gevormd kan worden.
Signaaltransductie
Het verloop van signaaltransductie is als volgt (van kort naar
lang):
- Binding van een fist messenger
- Activatie van ion kanalen
- Het vormen van second messengers onder leiding
van enzymen
- Activatie van de third en fourth messengers
- Activatie van vroege genen
- Activatie van late genen
- Lange termijn effecten van de producten van late
genen
Een gevolg van de cascade binnen de cel is dus dat het gen voor langere tijd niet meer
afgeschreven kan worden. Wanneer mensen bijvoorbeeld heftige dingen meemaken in hun
jeugd kan dit ervoor zorgen dat bepaalde genen worden uitgezet. Hierdoor worden deze
mensen op een andere manier stressgevoelig.
Enzymen
Een enzym is een complex eiwit die een specifieke chemische verandering van een substraat
kan veroorzaken. Een enzym kan dus een substraat aan zich binden. Enzymen zelf kunnen
niet veranderen maar enzymen kunnen het substraat wat aan het enzym gebonden is wel
veranderen. Nadat een substraat aan een enzym is gebonden, verandert het in een product
wat vervolgens weer van het enzym loslaat. Wanneer het substraat het enzym weer heeft
losgelaten, kan er weer een ander substraat aan het enzym binden. Het enzym blijft dus
bestaan nadat het substraat is losgelaten en moet dus niet telkens opnieuw worden
gevormd.
Enzymen zijn betrokken bij vrijwel alle processen waarbij er iets gebeurt met moleculen. De
code voor de vorming van enzymen kan worden teruggevonden in het DNA.
Monoamine oxidase
Een voorbeeld van een enzym is monoamine oxidase (MAO). MAO zorgt ervoor dat
serotonine wordt afgebroken. MAO zorgt er dus voor dat het serotonine inactief wordt.
De receptoren van een cel zitten vast aan het membraan van die cel. Deze receptoren raken
geactiveerd wanneer er een stof aan bindt. Enzymen kunnen deze stof veranderen door er
moleculen aan vast te plakken of er juist moleculen vanaf te halen. Hierdoor kan deze stof
niet meer binden aan de receptor waardoor er ook geen cascade plaatsvindt in de cel.
Medicatie die invloed heeft op enzymen
Bepaalde soorten medicatie oefenen hun werking uit op de enzymen in het lichaam. Deze
medicatie bindt dan op de plek van het enzym waar zich normaal gesproken het substraat
bindt. Het medicijn houdt de plaats van het substraat op het enzym dan bezet waardoor het
substraat niet langer aan het enzym kan binden. Hierdoor zal het enzym zijn functie niet
meer kunnen uitoefenen. Meestal is dit effect wel reversibel. Op den duur laat het medicijn
weer los van het enzym waardoor het substraat zich alsnog aan het enzym kan binden.
Wanneer het medicijn loslaat van het enzym wordt het enzym niet langer geblokkeerd.
, Bij de medicatie die invloed uitoefent op de enzymen in het lichaam ontstaat er dus een
competitie tussen de inhibitor (het medicijn) en het substraat op het enzym.
Naast deze reversibele medicatie bestaat er ook irreversibele medicatie. Hierbij laat het
medicijn niet meer los van het enzym waardoor het substraat er nooit aan zal kunnen
binden. Dit kan alleen worden opgelost door de aanmaak van nieuwe enzymen door het
lichaam.
Blokkeren van MAO
Serotonine is een substraat wat normaal gesproken bindt aan het enzym monoamine
oxidase. Wanneer er veel MAO in het lichaam aanwezig is, zal een grote hoeveelheid
serotonine worden geïnactiveerd. Maar wanneer het MAO wordt geblokkeerd, blijft er netto
meer serotonine over in het lichaam. MAO-I is een voorbeeld van een anti-depressivum.
Monoamine neurotransmitter
Voorbeelden van neurotransmitters zijn dopamine, noradrenaline (norepinefrine),
serotonine, acetylcholine, glutamaat en GABA.
Monoamine neurotransmitters zijn alle monoamines die afkomstig zijn uit aromatische
aminozuren zoals fenylalanine, tyrosine, tryptofaan en de thoroid hormonen. De
aminozuren waar deze monoamines uit afkomstig zijn, zijn opgebouwd uit eiwitten die we
via onze voeding binnenkrijgen. Sommige van deze aminozuren woden omgezet in
neurotransmitters. Deze neurotransmitters zijn dus afgeleid uit een aminozuur.
Voorbeelden van monoamines zijn:
- Histamine (verkregen uit histamine (HIS))
- Catecholamines (verkregen uit tyrosine (TYR)):
o Dopamine (DA)
o Noradrenaline (NA)
o Adrenaline (Epinefrine)
- Tryptamines (verkregen uit tryptofaan (TRP)):
o Serotonine (5-HT)
o Melatonine
Reuptake transporters
De reuptake transporters zijn eiwitten die zich bevinden in het celmembraan. Aan deze
reuptake transporters kunnen zich neurotransmitters binden. Deze reuptake transporters
zorgen ervoor dat de gebonden neurotransmitters terug in de cel kunnen worden gebracht
wanneer er zich te veel neurotransmitters op het membraan bevinden. Op deze manier
hoeft de cel niet telkens nieuwe neurotransmitters aan te maken maar kunnen de
neurotransmitters opnieuw worden gebruikt.
Monoaminen kunnen door verschillende transporters terug in de cel worden gebracht,
namelijk door:
- Serotonine transporters (SERT)
- Norepinefrine transporters (NET)
- Dopamine transporters (DAT)
Deze transporters worden ook gekenmerkt door cross responsivity. Dit betekent dat de
norepinefrine transporter bijvoorbeeld ook serotonine terug de cel in kan brengen.
De energie die nodig is voor deze heropname wordt geleverd door Na+ en K+ ATPase,
oftewel de natrium pomp. Doordat er tegelijkertijd ionen worden uitgewisseld, komt er
energie vrij voor het proces van heropname.
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur hannie97. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €9,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.