SAMENVATTING SW 1.1
DOCENTEN: DEHAES, VAN GILS, KAREMAN
AUTEUR: BART MICHIELS – ACADEMIEJAAR: 2020-2021 – BACHELOR VERPLEEGKUNDE 1
DEEL SHANA DEHAES
Basis ligt bij de Canmedsrollen:
Referentiekader
De sociale bril waarmee iemand de werkelijkheid bekijkt. Beïnvloedt door factoren zoals opvoeding, sociale
groep, cultuur, scholing, levenservaring, taal en levensstijl.
Goed omgaan met het referentiekader van een ander vraagt kennis van het eigen referentiekader.
➔ Open communicatie + actief luisteren
Beroepsmatig referentiekader
Verpleegkundigen houden zich aan de beroepscode -> dit schept een gemeenschappelijk referentiekader.
➔ GEBRUIK DE BEROEPSCODE ALS RICHTLIJN EN COMBINEER DEZE MET JE PERSOONLIJK
REFERENTIEKADER
➔ DE PATIËNT IS DE EXPERT OVER EIGEN PROBLEMEN EN BEHOEFTEN
,Theorie (KERNKWADRANT) van Ofman
INVALSHOEK: Probeert te verklaren waarom irritaties tussen mensen ontstaan, hoe dat deze escaleren en
wat je ervan kunt leren.
KERNKWALITEIT VALKUIL
Vanaf geboorte meegekregen Kernkwaliteit die doorschiet
Gaandeweg ontwikkeld ➔ Te veel van het goede
Kernkwaliteit vaardigheid Onder stress verval ik in ….
Wees niet zo ….
ALLERGIE UITDAGING
Tegenovergestelde van kernkwaliteit Positief tegenovergestelde valkuil
Een eigenschap die je bij anderen Vragen die je bij jezelf kan stellen:
minacht Ik mis bij mezelf….
Ik word woedend van…. Ik bewonder anderen …..
Bij anderen kan ik niet tegen ….. Ik ben wel eens jaloers op mensen
die….
TIP: Begin bij de allergie wanneer je een kernkwadrant voor jezelf moet opstellen op het examen.
Oefening
, Klassieke communicatietheorie
Belangrijke termen:
Externe ruis Ruis van buitenaf (vb: iemand die te luid praat tijdens een vergadering)
Psychologische ruis Vooroordelen en stereotyperingen (vb: een verpleegkundige drinkt heel de dag koffie)
Semantische ruis Je verstaat iets anders onder een woord of gebaar (vb: is X mij nu aan het uit- of toelachen)
Encoderen De zender probeert de boodschap zo goed mogelijk uit te drukken
Decoderen De ontvanger probeert de boodschap zo goed mogelijk te begrijpen
Axioma’s van WATZLAWICK
1. Je kunt NIET niet communiceren
Er is steeds communicatie
Door niets te zeggen, communiceer je ook = verbale vs non-verbale communicatie
➔ Zorg voor open communicatie
➔ Laat geen ruimte voor eigen interpretatie
2. Je spreekt altijd dubbel
INHOUDSNIVEAU = gesproken taal of gebarentaal
BETREKKINGSNIVEAU = relatie tussen zender en ontvanger
METANIVEAU = communicatie over communicatie
3. Elk zijn waarheid
Men bekijkt de boodschap vanuit zijn eigen referentiekader
➔ Je dient structuur aan te brengen want die fungeert als context
➔ Wees kritisch naar jouw communiceren
4. Met woorden of zonder?
Men beïnvloedt elkaar verbaal en non-verbaal
Non-verbale communicatie is betrouwbaarder dan de verbale
5. Wie heeft het voor het zeggen?
Communicatie verloopt symmetrisch of complementair
SYMMETRISCH = hetzelfde machtsniveau. Je kan het over alles hebben.
COMPLEMENTAIR = ongelijke macht. Relatieremmend door verschillend gedrag en verschillende
verwachtingen
Welk niveau men hanteert, is nooit de keuze van één persoon
, Oefening
Olga en Pjotr begrijpen elkaar verkeerd
Olga en Pjotr hebben al een langere tijd een relatie. Olga is zwanger van hun eerste kindje. Ze vindt het leuk, maar het
begint toch wel wat zwaar te vallen om met die dikke buik rond te lopen. Daarnaast heeft ze enorm veel last van constipatie
en haar humeur is ook niet geweldig. Ze vraagt aan Pjotr: ‘Ik voel me zo rot, ga je mee een wandelingetje maken langs het
kanaal?’
Ze gaan op pad. Ze lopen hand in hand en Olga vindt eigenlijk dat Pjotr steeds iets te hard loopt. Ze denkt: snapt hij nu nog
steeds niet dat ik dat gewicht moet meezeulen? Hij zou toch wel rekening met me mogen houden! En tegelijk is ze het zelf
ook wat moe dat ze zo stom loopt te waggelen. Ze zegt: ‘Ik lijk wel een zwangere eend!’. Pjotr lacht en zegt: ‘Ja, zeg dat wel,
en een hele dikke eend ook!’ en hij loopt in hetzelfde iets te snelle tempo verder.
Pjotr vraagt zich af ofdat Olga het eigenlijk wel leuk vindt om met hem te lopen. Haar gezicht staat op onweer. Pjotr besluit
om monter en vrolijk te blijven- als hij ook gaat inzakken, is het helemaal zo’n down geheel.
Vijf minuten later komt er een meisje op skeelers langs. Zij heeft een goede techniek en gaat heel erg hard. Pjotr houdt erg
van sport en herkent meteen het atletische talent van het meisje. Zodra het meisje hen inhaalt, keert Pjotr zich om, om
naar haar te kijken. Hij zegt ‘Amai, da’s knap!’ En hij denkt daarbij: die staat goed recht op skeelers- wat zou ik een zin
hebben om ook nog eens te gaan skeeleren!
Olga ziet de bewonderende blikken van Pjotr. Ze baalt en denkt: zie je wel, hij gaat nu ook al naar andere meisjes kijken!
Natuurlijk ziet zij er beter uit! Hij is me nu al beu, en ons kind moet nog geboren worden! Ze barst in snikken uit. Pjotr, die
net aan het fantaseren was over nieuwe skeelers, vraagt zich af wat er nu weer aan de hand is. Hij zegt: ‘Wat is er nu weer?’
Maar Olga wil niets zeggen, ze loopt met gebogen hoofd door, haar armen stijf voor haar middel geklemd. Pjotr wil haar
nog wat vragen, maar als hij haar zo ziet lopen, zakt de moed hem al in zijn schoenen. Hij zucht en denkt: dat heb ik weer!
Onbegrijpelijk! Vrouwen en hun hormonen….
Oefening: pas de axioma’s toe op de situatie
Je kunt NIET niet communiceren
➔ Olga die wandelt met een gezicht op onweer
➔ Pjotr die loert naar de skeelerende meisjes
➔ De bewonderende blik van Pjotr
➔ Pjotr denkt dat Olga niet graag naast hem wandelt
➔ Olga denkt dat Pjotr haar beu is en er vandoor wilt met een skeeler-meisje
Je spreekt altijd dubbel
➔ INHOUDSNIVEAU: Pjotr kijkt naar de techniek van het skeeler-meisje en zegt: ‘Amai, zo knap!’
➔ BETREKKINGSNIVEAU: Olga en Pjotr zijn een koppel in verwachting, maar op dit moment loopt de relatie niet zo
goed en zit er ruis op de communicatie
Elk zijn waarheid
Olga loopt met een lang gezicht naast Pjotr
➔ Pjotr concludeert dat Olga niet graag naast hem wandelt
➔ Olga dient open te communiceren, context aan Pjotr te geven & kritisch naar de eigen communicatie te kijken
Met woorden of zonder
Pjotr kijkt naar het skeeler-meisje
➔ VERBAAL: ‘Amai, da’s knap’
➔ NON-VERBAAL: draait zich om en bekijkt dat talent eens goed langs achter
➔ Olga denkt dat hij naar haar poep aan het zien is
Wie heeft het voor het zeggen?
Niet van toepassing