Hoorcollege 1: Inleiding
Socialen contacten kunnen ervoor zorgen dat mensen geen moord plegen.
Margaret Thatcher: er is helemaal geen samenleving; er zijn individuen en er zijn families. Er is niet
iets meer dan dat.
Verschil met psychologie
Soort problemen
o Psychologie zoekt problemen vaak in individu (psyche)
o Sociologie is maatschappij (buiten psyche)
o Maar geen perfect onderscheid
Sociologie
o Doet systematisch onderzoek naar de menselijke samenleving
o Onderzoekt menselijke patronen van denken, voelen en handelen (als gevolg van de
interactie met mensen)
o Bekijkt hoe we in het bijzondere het algemene kunnen zien
(Alles is altijd anders – maar ook een beetje hetzelfde).
Voor- en nadelen
o Debunking (hoe zit dat?): niet alles wat we denken is altijd waar
o Begrip: beter begrip van de omstandigheden, waarin we zitten (en waarom)
o Empowering (zekere mate van zelfstandigheid geven om grip te krijgen op hun eigen leven):
laat nadeel voor sommige groepen zien, wat mobiliserend kan werken
o (H)erkenning
o Alles verandert altijd
o Sociologen zijn ook mensen
o Moeilijk afstand houden tot wat je onderzoekt
o Sociologie wordt onderdeel van maatschappelijk debat
Durkheim: het individu in massa samenlevingen
“…Man is double. There are two beings in him: an individual being which has its foundation in the
organism and the circle of whose activities is therefore strictly limited, and a social being which
represents the highest reality in the intellectual and moral order that we can know by observation—I
mean society…. In so far as he belongs to society, the individual transcends himself, both when he
thinks and when he acts.”
Mensen zijn individuen en sociale wezens.
---> Is er iets wat boven individueel is?
Voorbeeld ontleend aan Durkheim:
Zelfmoord
o Meest individuele daad die voorstelbaar is
o Sterk sociaal bepaald (door integratie en regulatie)
Als je het fenomeen zelfmoord wilt begrijpen, kan je er niet
omheen dat er sociale factoren aan verbonden zijn.
,(Komt terug in college 3).
Wat is sociologie?
Ongeveer alles wat je om je heen ziet.
Bestuderen en onderzoeken van de samenleving.
o Onderzoeken, beschrijven en verklaren van de manier waarop mensen samenleven
Alles wat er in de samenleving gebeurt roept bij een socioloog vragen op.
o Waarom kunnen supporters van Ajax en Feyenoord niet normaal met elkaar omgaan, maar
bij wedstrijden van het Nederlands elftal wel?
Niet alleen kijken naar cijfers, maar ook naar het verhaal erachter.
o Interactie tussen mensen
o Op zoek naar algemeen sociaal gedrag
o Individuen opdelen in hokjes
o Overeenkomsten en verschillen tussen hokjes
o Open deuren/triviaal: dat weten we toch al?!
o Dilemma’s/raadsels die opgelost moeten worden
Collectieve goederen als iedereen individueel gewin nastreeft?
o Daadwerkelijk functioneren samenleving en verbeteren samenleving
o Maakbare samenleving
Sociologische verbeelding?
o Sociologische verbeelding
o Persoonlijke problemen vs. sociale problemen
Als er 3 werkloos zijn in een stad van 100.000 --> persoonlijk probleem
Als er 10.000 werkloos zijn in een stad van 100.000 --> sociaal probleem
Sociale problemen: meerdere mensen/groepen ervaren iets als
problematisch
o Bewust worden van hoe de samenleving werkt
o Manier van denken (theorieën) en manier van doen (methoden)
o Kritiek: pseudowetenschap: geen eigen object van studie, klopt niet
o Kritisch bekijken wat als vanzelfsprekend aangenomen wordt
o Sociologie versus de “common sense”
Sociologie= common sense?
Sociologen vertellen wat iedereen al weet op zo’n manier dat niemand het meer begrijpt.
--->Sociologie houden zich bezig met dingen die mensen eigenlijk al denken te weten.
Er zijn een aantal regels waar je als wetenschapper aan houdt:
Zygmunt Bauman:
1. Responsible speech: regels van verantwoorde argumentatie
- Alles wat je zegt doe je op een verantwoorde manier
2. Size of the field: het overstijgen van de eigen sociale wereld
- Je kijkt verder dan je eigen ervaring
, 3. Making sense: het verklaren en interpreteren van menselijk gedrag door te kijken naar de
verschillende figuraties en instituties waarin mensen zijn ingebed
4. Defamiliarize: het vermogen om bekende en vanzelfsprekende zaken ter discussie te stellen
3 hoofdvragen
Sociologie is ontstaan bij de overgang van de traditionele naar de moderne samenleving.
1. Hoe is sociale (wan)orde mogelijk?
2. Hoe is sociale (on)gelijkheid mogelijk?
3. Hoe werkt het proces van rationalisering (modernisering) van de wereld
Veranderingen in structuren van samenlevingen
1.Jagers en verzamelaars
2.Nomadische samenlevingen
3.Agrarische samenlevingen
4.Industriële samenlevingen
5.Postindustriële samenlevingen
Indeling gebaseerd op technologie.
Technologische determinisme: pas op!
o Technologie is neutraal, mensen bepalen hoe het wordt gebruikt
o Vijf samenlevingen geen opeenvolgende stadia of ‘vooruitgang’ – ‘eurocentrisme’
o Technologie kent grenzen; geen oplossing voor alles
o Technologie produceert nieuwe problemen
o Technologische vooruitgang stelt grenzen aan milieu
Ontstaan van de sociologie
Sociologie als sociaal verschijnsel
I)Maatschappelijke veranderingen:
1. Economische veranderingen: groei van het kapitalisme en de industriële revolutie (vanaf 1750)
-Met heel weinig mankracht veel produceren (machines)
2.Politieke veranderingen: Franse revolutie (1789): a)vrijheid b)gelijkheid c)solidariteit
-Steeds meer burgers willen iets zeggen over de indeling van de samenleving
3.Kerkelijke ontwikkelingen
4.Groei van steden en het ontstaan van sociale problemen
-Veel meer mensen wonen dichtbij elkaar (fabrieken, werk)
II)De ontdekking van de samenleving
1.Opkomst van de moderne wetenschap (herwaardering empirische waarneming)
2.De ontdekking van de samenleving
3.De sociologie als studie van de samenleving
III)Auguste Comte
Bedacht de term ‘sociologie’
De wet der drie stadia:
, 1. Theologisch stadium: verklaring door middel van goden en geesten
2. Metafysisch stadium: verklaring door abstracte, filosofische speculatie over de ‘natuurlijke
orde’
3. Wetenschappelijk stadium: wetenschappelijke verklaring door objectieve waarneming
19e eeuw
o Opkomst van sociaal-darwinistisch denken:
o Herbert Spencer ----> ‘survival of the fittest’
o “Beschavingsarbeid” --> geven arbeiders extra scholing
o Disciplinering (cf. Foucault)
o Volksopvoeding (Ons huis, Nivon)
o Vertrouwen in de wetenschap
o De “Sociale Quaestie”
De ‘Sociale Quaestie”
Mensen gaan nadenken over de sociale kwestie.
o Ellende van urbanisatie en industrialisatie
o (Karl Marx en Friedrich Engels)
o Opkomst arbeidersbeweging
o Reactie liberalen en confessionelen --> welbegrepen eigenbelang (Abram de Swaan)
Onderzoeksthema’s voor sociale wetenschappers
o Armoede
o Arbeidsverdeling
o Verhoudingen tussen de klassen
Academici en de ‘do gooders’
Niet alleen wetenschappers maar ook burgers hielden zich bezig met het aangenamer maken van de
samenleving.
o Volksverheffing
o Social workers
o Blauwe knoop
“Ach vader drinkt niet meer”
Socialistische en Marxistische interesse in NL
o Interesse in maatschappelijke vraagstukken
o Intellectuelen in de jaren ’80 van de 19 e eeuw, zoals:
o Frederik van Eeden (Walden)
o Herman Gorter
o Henriëtte Roland Holst
o Relatief weinig academische invloed
Paradigma
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur marlieskolen. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €3,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.