Esthetica II
Les 1: Inleiding
Schoonheid?
• Barnett Newman: “The impulse of modern art is to destroy beauty.”
• Elizabeth Farrelly: “Even those artists who confess to aesthetic ambition are
reluctant to step out with the b-word. In smart circles beauty is barely
respectable, barely meaningful.”
• Jerome Stolnitz: “We have to recognize that 'beauty' has receded or even
disappeared from contemporary aesthetic theory. For, like other once
influential ideas, it has simply faded away.”
• Alexander Nehamas: “Beauty is the most discredited philosophical notion – so
discredited that I could not even find an entry for it in the index of the many
books in the philosophy of art I consulted in order to find it discredited …”
De ‘verrijzenis’ van de schoonheid?
• Recent: nieuwe belangstelling voor schoonheid
• Nog steeds controversieel in de kunstwereld
⇒ Afwijzing van schoonheid: vooral in beeldende kunsten
• Zelfs poging om de schoonheid te ‘vernietigen’
⇒ Id muziek minder uitgesproken -> nog steeds enorme populariteit van
‘mooie’ muziek (met duidelijke esthetische ambities
⇒ Id literatuur minder uitgesproken
• Wel steeds meer interesse voor de waarde van schoonheid
• Band tussen schoonheidservaring en ‘het goede leven’ (reclame)
• Toenemende belang van persoonlijke smaak (mode, gastronomie, exotische
reizen enz.)
⇒ Enorme focus oh persoonlijke, individuele -> imago
• Zoektocht naar herkenning voor imago en bevestiging (bv instagram)
• Focus op imago en zelfcreatie (bv. eigen lichaam: piercing, tattoo enz.)
⇒ Men wil er mooi of aantrekkelijk uitzien
⇒ Narcistisch estheticisme: simulacra, ‘pornificatie’ (J. Baudrillard)
• Vernieuwde aandacht voor esthetische gaat gepaard met vorm van
narcisme
⇒ ‘Ieder zijn eigen smaak’: relativisme >< sensus communis aestheticus
(Kant)
• Flirten met kitsch en sentimentaliteit: soort verdoving
1
,Zelftranscendentie
• Ideologie in huidige cultuur: zelfbeschikking; zelfschepping
⇒ Bv populariteit mindfullness
• Een esthetische ervaring (en zeker die van schoonheid) is te zien als een
ervaring waarbij de gerichtheid op jezelf naar de achtergrond verdwijnt,
vermindert
⇒ Authentieke esthetische ervaring: reduceert ik-betrokkenheid
• Historisch vertrekpunt: Schopenhauer < Kant: belangeloos
⇒ Kant: schone staat los van praktische/cognitieve interesses
• Ik ben niet geïnteresseerd in het bestaan vh object
⇒ Schopenhauer: willoosheid
• Zelftranscendentie vertoklen
• Gevoel dat mijn egocentrische belangstelling voor het object terugdeinst
• Kunstwerk/schone/... staat centraal in de ervaring
• Verschil Kant / Schopenhauer: a-priori / psychologisch
⇒ S: eerder over de esthetische ervaring dan over het oordeel (kant)
• Schopenhauer: schoonheid – in natuur én kunst -- biedt (tijdelijk) verlossing
(zelfverloochening) >< das Reizende
⇒ Schopenhauer maakt fundamenteel onderscheid tussen wat mooi is
(schoonheid brengt verlangens tot bedaren = tijdelijke verlossing van mijn
ik-betrokkenheid) en wat prikkelend is (wat verlangens opwekt)
• Nietzsches kritiek: dat is ascetisch en zelfs nihilistisch (‘christelijk’)
• Nietzsches alternatief: beamen van het leven (cf. Kant)
⇒ Voldoet zijn alternatief?
• Komt weer dichter in de buurt van Kant (schoonheid verbinden met
levensgevoel
Zelfbetrokkenheid
• Esthetische ervaring is complexer dan Schopenhauer en Nietzsche suggereren
• Schopenhauer: zelftranscendentie als zelfverlies (verlossing)
• (latere) Nietzsche: zelftranscendentie als ‘Ja-zum-Leben’ (creativiteit)
• Paradox van esthetische ervaring: zowel zelfverlies (overgave) als
zelfbetrokkenheid (diep geraakt)
• Beide zijn tegengesteld en verstrengeld: hoe dit precies te denken?
• Vereist grondigere reflectie over de schoonheidservaring
• Band tussen schoonheid en betekenis of zin: soort genade
⇒ Wat we als mooi ervaren, ervaren we als betekenisvol
⇒ Niet louter moreel waardevol (in de enge betekenis van de term)
• Geen duidelijke band tussen esthetische en moreel (ene brengt andere
niet perse teweeg)
2
,• Belang van contingentie en vergankelijke materie voor schoonheid (>< Hegel)
⇒ Medium speelt belangrijke rol (vooral bij kunst
⇒ Vergankelijke materie treed op voorgrond
Les 2: Schopenhauer
Schoonheid?
• Barnett Newman: “The impulse of modern art is to destroy beauty.”
• Elizabeth Farrelly: “Even those artists who confess to aesthetic ambition are
reluctant to step out with the b-word. In smart circles beauty is barely
respectable, barely meaningful.”
• Jerome Stolnitz: “We have to recognize that 'beauty' has receded or even
disappeared from contemporary aesthetic theory. For, like other once
influential ideas, it has simply faded away.”
• Alexander Nehamas: “Beauty is the most discredited philosophical notion – so
discredited that I could not even find an entry for it in the index of the many
books in the philosophy of art I consulted in order to find it discredited …”
⇒ Toe te schrijven aan Clement Greenberg: Avant-garde of kitsch, geen plaats
voor schoonheid
• Zelfbeschikking is hedendaagse obsessie
⇒ Schoonheid speelt een rol in het dagelijkse leven, wordt gezien als een
middel om zichzelf te promoten en te scheppen
• Gaat gepaard met drang naar zelfschepping (Cf. Nietzsche: stijl)
⇒ Nietsche: stijlgeven aan het eigen karkater, van je eigen leven een
kunstwerk maken
• Je leven zelf vorm geven; de mens is, na ‘de dood van God’, meer en meer ‘self-
made man’ geworden
⇒ Vaststelling (door Nietsche) dat door het feit dat God niet meer
vanzeflsprekend is, de mens steeds meer aan zichzelf overgeleverd is
• Toch ook modieuze hang naar zelfverlies (bv. Tomorrowland, spiritualiteit enz.)
• Hang naar zelfverlies vaak als zelftherapie om daarna beter te kunnen
‘presteren’!
• Soort verdoving; escapisme (Cf. Baudrillard: ‘simulacra’)
• Toch: transparantie, schijn doorprikken, hang naar het echte leven
• Waarden zijn vloeibaar geworden (Cf. Bauman, De Dijn): relativisme
⇒ Waarden worden instrument om ons leven te dienen, om ons leven vorm te
geven -> geintrumentaliseerd -> leidt tot relativisme
Zelftranscendentie en zelfbetrokkenheid
• Schoonheid als waarde (>< esthetica als theorie van de waarneming)
⇒ Waarde toekennen aan iets wat mooi is
⇒ Schoonheid is iets wat je kan ervaren, niet perse waarnemen
• Lange tijd gemeden en veracht (Cf. supra).
• Vandaag lijkt schoonheid terug van weggeweest (maar niet in de kunst).
3
, ⇒ Zeker in de beeldende kunst lijkt het niet de hoofdbedoeling te zijn
• Eigen smaak lijkt onaantastbaar.
⇒ Heel persoonlijk -> omwille van persoonlijke karakter ook onaantastbaar
• Belang van imago, zelfcultivering, ‘peer groups’, sociale media enz.
⇒ Druk van bepaalde groepen
• “Ik maak zelf wel uit wat mooi is!”; “Ik vind dit mooi, punt.”
⇒ Interessante discussie over esthetische voorkeuren wordt zo vaak uit te weg
gegaan of overbodig geacht
• Idee van universele standaard voor schoonheid lijkt verdwenen.
⇒ Vloeibaar worden van schoonheid en het aangename -> schoonheid wordt
iets persoonlijks
• Het lijkt niet te gaan om het voorwerp, maar om mijn ervaring ervan.
⇒ Staat haaks op traditie van denkers
⇒ Hoewel het een persoonlijke ervaring is, die subjectief is, wordt erop
gewezen dat schoonheid net zo waardevol is omdat het een vorm van
zelftranscendentie, overgave, belangeloosheid mogelijk maakt
• Kant: schoonheid appreciëren is belangeloos: ‘Dit is mooi voor mij is een
contradictie.”
⇒ Schoonheid heeft dus niet id eerste plaats te maken met het hebben van een
aangename ervaring
⇒ Schoonheid is een oordeel, een appreciatie
Over schoonheid oordelen
• Plotinos: waarheid, goedheid en schoonheid zijn wezenskenmerken van de
godheid
⇒ Schoonheid op hetzelfde metafysich niveau als god
⇒ Kenmerk van de wereld zoals die is
• Thomas van Aquino: ‘transcendentalia’ (het ware, het schone en het goede zijn
uiteindelijk één)
⇒ = Wezenskenmerken die boven elke twijfel verheven zijn, dus
onaantastbaar zijn
⇒ Schoonheid is een wezenskenmerk dat teruggevoerd kan worden tot God
• >< Wat is lelijkheid dan en waarom keren we ons daarvan af? Is elke vorm van
schoonheid moreel? Is er geen schoonheid die ons corrumpeert? (Cf.
Baudelaire, Huysmans, Wilde enz.)
⇒ Transcendentale theorie roept ook vragen op
⇒ Schoonheid heeft een wat bedenkelijke status, zeker vanuit moreel
perspectief
• “Viens-tu du ciel profond ou sors-tu de l’abîme, O Beauté?” (kom je uit de hemel
of uit de hel?)
⇒ Schoonheid ≠ goedheid
• Schoonheid is een kwestie van hoe de dingen zich aan ons voordoen, niet van
hoe ze zijn. Dit versterkt nood aan een degelijke beoordeling.
4