Het klinischkinesitherapeutisch
onderzoek
De wereld v/d kinesitherapie
Definitie v/ kinesitherapie
Kinesitherapie = discipline binnen gezondheidszorg die op wetenschappelijke wijze basisbeweging,
fysische agentia en specifieke technieken aanwendt met preventieve,
curatieve/palliatieve doelstellingen
Revalidatie = proces v/ herstel v/d mogelijkheden v/e individu om te leven en werken op een zo
normaal mogelijke manier na invaliderende ziekte/letsel
Gezondheidszorg = geheel v/ voorzieningen die gezondheidsevenwicht v/ individu of groep helpt te
verwerven (genezen), te optimaliseren en vrijwaren (preventie)
Gezondheid = dynamisch evenwicht tussen belasting (draaglast) en belastbaarheid (draagkracht)
Gezondheid beïnvloed door
• Endogene factoren
o Erfelijkheid en verworven eigenschappen
• Exogene factoren
o Fysieke omgeving, leefstijl en sociale omgeving (relaties, wonen, werk, …)
! gezondheidsprobleem = verstoring v/h dynamisch evenwicht tussen belasting en belastbaarheid!
Kinesitherapeut
=gebruik maken v/ waaier techniek om patiënt zo optimaal mogelijk te helpen
• Door middel v/ beweging/oefeningen kan je inwerken op verschillende elementen die nodig
is voor normale motoriek
o Bewegelijkheid, spierkracht, coördinatie, evenwicht en proprioceptie
• Curatief werken om patiënt terug te herstellen
• Preventief werken met patiënt
o Pathologische toestanden voorkomen, algemene lichamelijke conditie en psychische
evenwicht bewaren/ verbeten
▪ Begeleiden risicogroep
▪ Inspelen v/ risicoactiviteiten
• Palliatief werken zorgt voor kwaliteit v/h leven vooropstaan
o Beschermend, verzachtend en verlichtende behandeling waar geen genezing wordt
voor opgesteld
,Oefentherapie
= traint heel specifiek element v/d motoriek
• Elk krijgt eigen naam en duidelijk uitgeschreven trainingsprincipes
o Medische trainingstherapie, PNF, habituatietraining
• Gebruik maken v/ hulpmiddelen
o Water (hydrotherapie), klein materiaal (ballen, halters,)
• Fysische agentia kan oefentherapie voorafgaan/ondersteunen
o Koude-/warmteapplicaties en elektrische stromen
ICF: international classification of functioning, disability and health
ICF = taal die termen bevat waarmee menselijk functioneren beschreven kan worden en vormt
raamwerk voor ordenen v/ gegevens
Doelstellingen
• Begrijpen/bestuderen v/menselijk functioneren, uitkomsten en determinanten
• Taal om functioneren te beschrijven
o Communicatie tussen zorg verstrekkers
• Geografische vergelijkingen alsook vakgebieden en sectoren
• Codestelsel voor IT-systemen in gezondheidssector
,Toepassing
Als basis voor:
• verzamelen en vastleggen v/statische gegevens
o gezondheidsenquêtes/informatiesystemen
• ontwikkelen v/onderzoeksinstrumenten
o meten kwaliteit v/leven, effecten v/zorg of externe factoren
• ontwikkelen v/klinische instrumenten
o vaststellen v/behoefte aan zorg
o afstemmen v/behandeling op specifieke situaties
o vaststelling v/iemands geschiktheid voor bepaald beroep
o revalidatie en evalueren v/behandelingsresultaten
• ontwikkelen v/instrumenten voor sociaal beleid
o plannen sociale zekerheid
o uitkeringsstelsel
o ontwikkelen en uitvoeren beleid
• ontwikkelen onderwijsinstrumenten
o ontwikkelen v/lesopnames
Werkterrein
• ICF betreft aspecten v/iemands functioneren en welzijn
o Beschreven in termen v/gezondheidsdomeinen en domeinen in verband met
gezondheid
o Niet alle problemen in functioneren dekken
▪ Participatieproblemen als gevolg v/ ras, geslacht, godsdienst,
Twee delen opgedeeld in twee componenten
• Functioneren en functioneringsproblemen
o Functies en anatomische eigenschappen
o Activiteit en participatie
▪ Aspecten v/h menselijk functioneren vanuit perspectief menselijk handelen
en deelname aan maatschappelijk leven
• Factoren
o Externe factoren
o Persoonlijke factoren
Definities v/functies, anatomische eigenschappen en stoornissen
Functies = fysiologische/mentale eigenschappen v/menselijk organisme
• FE: functioneren v/hart
• ME: concentratie
Anatomische eigenschappen = positie, aanwezigheid, vorm en continuïteit v/onderdelen
v/menselijk lichaam
• Onderdeel menselijk lichaam: lichaamsdeel, stelsels, orgaan of onderdeel v/orgaan
Stoornissen = afwijking in functieverlies of anatomische eigenschappen
• Verstoorde functies: mentaal, gehoor, …
• Verstoorde structuren: hersenen, ruggenmerg, …
,Activiteiten, participatie/beperkingen en participatieproblemen
Activiteiten = onderdelen v/iemands handelen
Participatie = iemands deelname aan maatschappelijk leven
Beperkingen = moeilijkheden bij uitvoeren v/activiteiten bij individu
Participatieproblemen (handicap) = problemen bij deelname aan maatschappelijk leven bij individu
Externe/persoonlijke problemen
Externe factoren = fysieke/sociale omgevingen waarin mensen leven
• Positieve als negatieve invloed
o Individueel: werk, huis, familie, …
o Sociaal: organisaties en voorzieningen (wetten, regelgeving, ideologieën,)
Persoonlijke factoren = individuele achtergrond v/h leven en kenmerken zonder functie v/
gezondheidstoestand (leeftijd, ras, opleiding)
Impact v/externe factoren op activiteiten en participatie: wisselwerking
• Omgeving met belemmerende/ zonder ondersteunende factoren
o Iemand beperken in uitvoering
• Omgeving met meer ondersteunende factoren
o Iemand uitvoering verbeteren
,Vlakken, assen en bewegingen
Terminologie: bewegingen in de verschillende gewrichten
= Beschrijving v/menselijk lichaam gebeuren vanuit anatomische houding
Vlakken en assen
= alle mogelijke bewegingen v/lichaam te beschrijven t.o.v. drie vlakken en drie assen
Hoofdvlakken
• Frontaal-/breedtevlak
o Verdeelt lichaam in ventraal en dorsaal
deel
• Sagittale-/dieptevlak
o Verdeelt lichaam in linker-/rechter deel
o Precies in middellijn/mediaanlijn
v/lichaam = mediosagtitaal-/mediane
vlak
Bijkomend vlak
• Transversaal/horizontaal vlak
o Loodrecht op lengte as
o Verdeelt lichaam in craniaal en caudaal
deel
o Ligt niet altijd horizontaal
Assen
= assen nodig om beweging thv lichaam/onderdeel lichaam te begrijpen
• Beweging in sagittale vlak verloopt altijd rond breedte as = laterolaterale as
• Beweging in frontale vlak verloopt altijd rond diepte as = ventrodorsale as
• Beweging in transversaal vlak verloopt altijd rond lengte as = cephalocaudale as
,Specifieke terminologie om plaats v/e structuur aan te duiden
Craniaal Naar het hoofd toe
Caudaal Naar de staart/voeten toe
Ventraal Naar de buikzijde/voren toe
Dorsaal Naar de rugzijde/achteren toe
Lateraal Naar de zijden v/h lichaam toe
V/d middellijn/sagittaal vlak weg
Mediaal Naar de middellijn/sagittaal vlak toe
Proximaal Dichter naar de romp toe
Distaal Verder v/d romp verwijderd
Superior Hoger (bovenste)
Inferior Lager (onderste)
Anterior Voren (voorste)
Posterior Achteren (achterste)
Palmair Naar de handpalm toe
Dorsaal in de hand Naar de handrug toe
Plantair Naar de voetzool toe
Dorsaal in de voet Naar de voetrug toe
Superficialis Oppervlakkig gelegen
= externus = perifeer
Profundus Diep gelegen
= internus
Radiaal Lateraal in de onderarm
Ulnair Mediaal in de onderarm
Fibulair Lateraal in het onderbeen
Tibiaal Mediaal in het onderbeen
Dextra Rechts
Sinistra Links
,Benamingen v/d verschillende bewegingen
Flexie Buiging
Extensie Strekken
Hyperextensie Overstrekking
Bv. In knie: strekking gaat verder dan rechte lijn
Pronatie Handpalm is naar onder/achter gericht
(Botstukken evenwijdig t.o.v. elkaar) (Geldt alleen bij de onderarm)
Supinatie Handpalm is naar boven/voren gericht
(Botstukken gekruist t.o.v. elkaar) (Geldt alleen bij de onderarm)
Palmair flexie Buigen naar de handpalm toe
Dorsale flexie in de pols Buigen naar de handrug toe
Plantair flexie Buigen naar de voetzool toe
Dorsale flexie in de enkel Buigen naar de voetrug toe
(Ook extensie v/d genoemd, beweging gebeurt door
extensoren)
Pronatie v/d voet Voetzool keert naar buiten
Eversie Pronatie gecombineerd met abductie en dorsiflexie
Supinatie v/d voet Voetzool keer naar binnen toe
Inversie Supinatie gecombineerd met adductie en plantairflexie
Externe rotatie/exorotatie Voorzijde draait naar buiten
Interne rotatie/endorotatie Voorzijde draait naar binnen
Circumductie Circulaire kegelvormige beweging v/e lidmaat
(Gecombineerde beweging v/extensie, flexie, adductie
en abductie)
Anteflexie/anteversie Ventraal heffen v/ bovenarm of dij
Retroflexie/retroversie Dorsaal heffen v/ bovenarm of dij
Adductie Naar de middellijn toe bewegen
Abductie Van de middellijn weg bewegen
Decubitus Neerliggende/horizontale houding
• Laterale decubitus • Op zijde v/ lichaam liggen
• Decubitus anterior/ventralis • Buikligging
• Decubitus posterior/dorsalis • Rugligging
Varus (O-benen) Stand afwijking v/e lidmaat waarbij distale deel naar
middellijn toewijst
Valgus (X-benen) Stand afwijking v/e lidmaat waarbij distale deel van
middellijn afwijkt
Beweging v/heupgewricht
= bolvormig gewricht dat dus in 3 assen kan bewegen
Gewricht Beweging Vlak As ROM
Heup Flexie SV LL-as 120°
Extensie SV LL-as 30°
Abductie FV DV-as 45°
Adductie FV DV-as 30°
Endorotatie (zittend) TV CC-as 45°
Exorotatie (zittend) TV CC-as 45°
,Beweging v/kniegewricht
Gewricht Beweging Vlak As ROM
Knie Flexie SV LL-as 135°
Extensie (hypertensie) SV LL-as 0° (10°)
Endorotatie (gebogen knie) TV CC-as 10°
Exorotatie (gebogen knie) TV CC-as 10°
Beweging v/enkelgewricht
Gewricht Beweging Vlak As ROM
Enkel Dorsiflexie SV LL-as 20°
Plantairflexie SV LL-as 5 0°
Inversie
Eversie
Beweging v/tenen
Gewricht Beweging Vlak As
Tenen Dorsiflexie SV LL-as
Plantairflexie SV LL-as
Abductie (spreiden) FV DV-as
Adductie (sluiten) FV DV-as
,Beweging v/schoudergewricht
Gewricht Beweging Vlak As ROM
Schouder Flexie (anteflexie) SV LL-as 180°
Extensie (retroflexie) SV LL-as 60°
Abductie FV DV-as 180°
Adductie FV DV-as 75°
Endorotatie TV CC-as 80°
Exorotatie TV CC-as 80°
Horizontale extensie HV CC-as 30°
(horizontale abductie)
Horizontale flexie HV CC-as 130°
(horizontale adductie)
Beweging v/schoudergordel
Gewricht Beweging
Schoudergordel Elevatie: scapula naar boven
Depressie: scapula naar beneden
Protractie: abductie v/scapula
Retractie: adductie v/scapula
, Beweging v/ellebooggewricht
Gewricht Beweging Vlak As ROM
Elleboog Flexie SV LL-as 150°
Extensie (hypertensie) SV LL-as 0° (+10°)
Beweging v/voorarm
Gewricht Beweging Vlak As ROM
Elleboog Pronatie TV CC-as 90°
(voorarm) Supinatie TV CC-as 90°
Beweging v/polsgewricht
Gewricht Beweging Vlak As ROM
Pols Flexie (palmairflexie) SV LL-as 80°
Extensie (dorsiflexie) SV LL-as 80°
Radiale deviatie (adductie) FV DV-as 20°
Ulnaire deviatie (abductie) FV DV-as 30°
Beweging v/vingers
Gewricht Beweging Vlak As ROM
Vingers Flexie SV LL-as 90°
Extensie SV LL-as 0°
Abductie FV DV-as
Adductie FV DV-as
Oppositie SV LL-as
Repositie SV LL-as