SAMENVATTING KDA 2019-2020
DEEL 1: ACHTERGROND EN CONTEXTUEEL KADER
HFST 1: WAT IS KWALITATIEF ONDERZOEK?
1. ONDERZOEK ALGEMEEN
Def: de handeling van het onderzoeken, teneinde door de verzameling van gegevens tot een
oplossing voor een bepaald probleem te komen, (ook) gezamenlijke nasporingen betreffende een
zaak.
Er hoeft niet per se een probleem te zijn, een probleem kan in deze definitie ook gezien
worden als een vraagstuk voor de wetenschap.
Def 2: A systematic process of critical inquiry leading to valid propositions and conclusions that are
communicated to interested others.
Onderzoek is een systematisch proces. Er worden verschillende stappen gevolgd die leiden
tot een bewering of conclusie.
Gegevens moeten op een kritische manier verzameld worden.
De uitkomst wordt als geldig, valide beschouwd.
Onderzoek wordt gecommuniceerd naar anderen. Vb: publicaties, presentaties,…
2. VOORBEELDEN VAN KWALITATIEF ONDERZOEK
2.1 Verwachtingen van mannen die voor het eerst vader worden.
2.2 Waarom rijden mensen met de auto naar het werk?
2.3 Hoe bouwen studenten zonder papieren in de VS een identiteit op?
2.4 Beschuldigingen tijdens koppeltherapie: een analyse van het spreken en de affectieve arousal.
2.5 Miley Cyrus’s paaldans op de Teen Choice Awards: een discoursanalyse van de publieke opinie
over ‘zelf-seksualisering’.
3. KWALITATIEF ONDERZOEK DEFINIËREN (veelheid aan beschrijvingen)
3.1 Denzin en Lincoln (2005)
Kwalitatief onderzoek dient begrepen te worden binnen complexe historische context. De invulling van
kwalitatief onderzoek hangt af van periode waarin we dit definiëren. (toch geven ze deze definitie)
Def: Qualitative research is a situated activity that locates the observer in the world. It consists of a set
of interpretive, material practices that make the world visible. These practices transform the world.
They turn the world into a series of representations, including field notes, interviews, conversations,
photographs, recordings, and memos to the self. At this level, qualitative research involves an
interpretive, naturalistic approach to the world. This means that qualitative researchers study things in
their natural settings, attempting to make sense of, or interpret, phenomena in terms of the meanings
people bring to them.
Qualitative research involves the studied use and collection of a variety of empirical materials -case
study; personal experience; introspection; life story; interview; artifacts; cultural texts and productions;
observational, historical, interactional, and visual texts – that describe routine and problematic
moments and meanings in individuals’ lives. Accordingly, qualitative researchers deploy a wide range
of interconnected interpretive practices, hoping always to get a better understanding of the subject
matter at hand. It is understood, however, that each practice makes the world visible in a different way.
Hence there is frequently a commitment to using more than one interpretive practice in any study.
1
, SAMENVATTING KDA 2019-2020
Gesitueerde activiteit: verwijst naar lokaal karakter, gericht op kennis binnen bepaalde
context.
Onderzoeker gelokaliseerd in bestuderende wereld: hij is geen volledige buitenstaander, maar
maakt deel uit van onderzoek. Hij oefent invloed uit en is dus niet objectief. Hier kan je op
meerdere manieren mee omgaan.
Niet 1 kwalitatieve onderzoeksmethode: hangt af van soort onderzoek. Betekenis en
perspectief van participant staat centraal.
Naturalistische contexten: vertrek vanuit data die onderzoeker bestudeerd a.d.h.v. range van
interpretatieve methoden.
Methoden van bestudeerde fenomeen laat toe het op een andere manier te benaderen. Dit
betekend niet dat er 1 juiste beschrijving is.
Debat :
Transformerende karakter is geen algemene eigenschap, maar doel van kwalitatieve
benaderingen (eerder kritisch-ideologisch paradigma). Het transformerende karakter kunnen
we ook interpreteren als een erkennen van de onvermijdelijke invloed van onderzoeker op
bestudeerde. Ze beïnvloeden elkaar dus.
Verschillende interpretatieve praktijken zien we in het echt niet vaak. Meestal zien we dat er
van 1 perspectief gebruik wordt gemaakt. Met verschillende bril naar zelfde data kijken
gebeurd zelden.
3.2 Creswell (2013)
Def: Qualitative research begins with assumptions and the use of interpretive/theoretical frameworks
that inform the study of research problems addressing the meaning individuals or groups ascribe to a
social or human problem. To study this problem, qualitative researchers use an emerging qualitative
approach to inquiry, the collection of data in a natural setting sensitive to the people and places under
study, and data analysis that is both inductive and deductive and establishes patterns or themes. The
final written report or presentation includes the voices of participants, the reflexivity of the researcher,
a complex description and interpretation of the problem, and its contribution to the literature or a call
for change.
Formulering in termen van probleem verwijst naar algemene definitie van onderzoek.
Rapporteren en communiceren van onderzoeksbevindingen. Belangrijke rol van onderzoeker.
Het onderzoek en het rapporteren is gericht op bijdrage aan literatuur of oproep tot
verandering. Transformerende aspect is dus geen vaste eigenschap.
Reflexiviteit is verwijzing naar rol van onderzoeker.
Emerging: verwijst naar iteratieve karakter van kwal onderzoek met meerdere fasen die
opnieuw doorlopen of aangepast kunnen worden.
Deductief en inductief: vertrekt vanuit data (inductie) maar het is onvermijdelijk dat er ook top-
down is (deductie).
4. EIGENSCHAPPEN VAN KWALITATIEF ONDERZOEK
4.1 Concepten en theorie gegrond in data (inductieve benadering)
Concrete voorbeelden en ervaringen dienen als basis en uitgangspunt voor het gaandeweg opbouwen
van inzichtelijke resultaten. =inductie (observatiepatroonhypothesetheorie)
De start van een kwal onderzoek is dus heel open: data bepalen en die sturen verdere analyse. Die
gegevens bepalen beslissingen. Hierdoor is kwal onderzoek dynamisch. Door nieuwe gegevens kan
insteek veranderen.
Niet heel kwal onderzoek is inductief, maar ook soms deductief (theoriehypotheseobservatie
conclusie). Vb als er richting gegeven wordt door voorafgaande theorie.
2
, SAMENVATTING KDA 2019-2020
4.2 Context is cruciaal
Onderzoeker wil realiteit benaderen en begrijpen zoals onderzochte dit ervaart.
Persoonlijke context (job, opleidingsniveau,…)
Sociaal netwerk (collega’s, vrienden,…)
Maatschappelijke kenmerken (normen, politieke context,…)
Dit zal wss nooit volledig in kaart gebracht kunnen worden. Kwal onderzoek tracht deze unieke
combinatie van contexten in rekening te brengen. Maar iedere context is anders, ook al zijn er soms
gelijkenissen.
4.3 De mens als intentioneel en betekenisverlenend wezen
Insider perspectief : onderzoeker maakt ruimte om betekenis die mensen aan ervaring geven aan bod
te laten komen.
Emic perspectief (bottom-up) : perspectief en woorden van participanten als startpunt. Onderzoeker
probeerd vooronderstellingen uit te schakelen.
Etic perspectief (top-down) : onderzoeker gebruikt bestaande theorieën, hypothesen en concepten als
uitgangspunt.
Bij kwal onderzoek vooral emic. Het gaat niet enkel om beschrijvingen maar ook om inzicht in
processen en interacties. In praktijk wisselt onderzoeker af tussen emic en etic. Hij begint bij emic
maar verbindt verschillende perspectieven van onderzochten gaandeweg en bouwt zo concepten op.
Deze wisselwerking helpt om tot abstractie te komen.
4.4 Taal als sleutel
Mens = betekenisverlenend wezen met taal als medium.
Taal heeft een fundamentele invloed op onze ervaring van de werkelijkheid.
Taal is niet eenduidig (kan op meerder manieren geïnterpreteerd worden)
Taal is fundamenteel meerduidig, het is dus toegangspoort tot bestuderen van psychisch
functioneren.
Narratieven kunnen inhoudelijk beschouwd worden, maar ook structureel (structuur van taal)
Taal als representationeel systeem of als werkelijkheidsvormend ?
4.5 Onderzoek in naturalistische contexten
Kwal onderzoek wil weten hoe mensen hun eigen wereld begrijpen/construeren. Onderzoeker moet
dus leefwereld van participanten leren kennen. Dit gaat het best door er zelf deel van uit te
makendiepgaander inzicht in onderwerp.
4.6 Nadruk op rijke beschrijvingen
‘Thick descripiton’ : volledige en diepgaande beschrijving van proces, context en resultaten, dit is een
vereiste.
‘Thin description’ : enkel feiten, geen interpretatie. Dit kan misleidend zijn.
4.7 Belang van de rol van de onderzoeker
Onderzoeker moet zich bewust zijn van invloed die hij uitoefent. Daarom proberen ze wereld van
onderzochte te benaderen. Keuze van onderzoek is al subjectief geladen.
Reflexiviteit : bewust omgaan en reflecteren over vooronderstellingen. Het is een bewuste analyse van
de eigen rol en invloed als onderzoeker doorheen onderzoeksproces.
3
, SAMENVATTING KDA 2019-2020
5. KWALITATIEF EN KWANTITATIEF ONDERZOEK: VERENIGBAAR OF NIET?
5.1 De verschillen
Kwantitatief onderzoek Kwalitatief onderzoek
Cijfers Woorden
Perspectief van de onderzoeker Perspectief van de participanten
Onderzoeker afstandelijk Onderzoeker betrokken
Theorie testen Theorie bouwen
Statisch Proces
Gestructureerd Ongestructureerd
Generalisatie Contextueel begrijpen
Harde, betrouwbare data Rijke, diepe data
Macro Micro
Gedrag Betekenis
Artificiële settings Naturalistische settings
5.2 De gelijkenissen
Brede opdeling
Geen absoluut onderscheid
Veel diversiteit binnen 1 type
Data reductie: data moet gereduceerd worden om tot conclusie te komen, elke studie moet dit
doen. Het verplicht de onderzoeker om data te interpreteren en een conclusie te maken.
Beantwoorden van onderzoeksvragen: zonder vraag geen onderzoek. Vraag is altijd
gerelateerd aan een sociale, menselijke wereld.
Variatie blootleggen/begrijpen: verschillen exploreren en samenhang zoeken in variatie.
Vermijden van bewuste vertekening: fouten inzien, zaken niet anders of verkeerd voorstellen.
Belang van transparantie: beschrijven van onderzoeksprocedures om tot bevinding te komen.
Zo weten lezers de kracht van conclusies en kwaliteit van een studie.
Van dichotomie en onverenigbaarheid naar pragmatisch pluralisme (mixed method)
5.3 Complementariteit of niet
Spanningsveld tussen de twee paradigma’s
Verschillende uitgangspunten
De opsplitsing van kwal en kwan is een reductie van complexere werkelijkheid. In realiteit zijn grenzen
vaak wazig.
Principieel standpunt: problematiseert het samengaan
Pragmatisch standpunt: leveren elk hun bijdrage en kunnen elkaar aanvullen. ‘mixed method’.
Er zijn geen neutrale methodes: combineren kwan en kwal is niet vanzelfsprekend.
4