Hoofdstuk 2 Het gezin in historisch perspectief
In de afgelopen eeuwen is het gezinsleven in Europa drastisch veranderd. Voor een goed
begrip van het ontstaan van het moderne, hedendaagse gezin en de veranderingen in de
manier waarop kinderen in de afgelopen eeuwen zijn opgevoed, is begrip van de
geschiedenis van het gezin en inzicht in de pedagogische stromen van groot belang.
Gezinshistorische benaderingen en gebruik van historische bronnen
Onderzoek naar de geschiedenis van het gezin kent drie benaderingen. De demografische
benadering houdt zich bezig met verzamelen en interpreteren van kwantitatieve,
demografische gegevens en probeert hiermee een beeld te vormen van de leef- en
opvoedingsomstandigheden van ouders en kinderen. In de affectieve benadering wordt
vooral aandacht gegeven aan menselijk gedrag en persoonlijke beleving en motieven, door
gebruik te maken van kwalitatieve bronnen als bijvoorbeeld dagboeken en memoires. De
derde benadering wordt de historische maatschappijwetenschappen genoemd. Deze
benadering beschrijft de invloed van sociaaleconomische, cultureel-maatschappelijke en
technologische ontwikkelingen op veranderingen in het gezin. Door het bestuderen van
wetgeving, erfrecht, en gezags- en eigendomsverhoudingen wordt geprobeerd uitspraken te
doen over de samenhang tussen gezinsstructuren, individuele gedragingen en belevingen,
sociale relaties en maatschappelijke instituties. Meest recent hebben historici zich op het
standpunt gesteld dat een interdisciplinaire en integratieve benadering de voorkeur heeft;
een combinatie van bovengenoemde benaderingen zal dus het meest complete beeld geven
van de complexe historische werkelijkheid van het gezinsleven.
Pedagogische stromingen: humanisme, verlichting, romantiek
Het humanisme (1400-1650) is en elitebeweging die werd gevormd door christelijke denkers
die de klassieke cultuur wilden revitaliseren. De humanistische opvoeding had als doel de
vorming van een ‘klassieke’ homo universalis. Humanisten gingen daarbij uit van de vrijheid
van de menselijke wil. De humanistische pedagogiek kenmerkt zich door een
individualistische benadering waarbij werd ingewerkt op eergevoel en er werd aangespoord
tot competitie; lichamelijk straffen was daarmee overbodig. De humanisten legden verder
veel nadruk op leren: de mens diende door studie te worden verheven. De theoloog en
filosoof Desiderius Erasmus kan worden gezien als exponent van de humanistische
pedagogiek. Hij streefde naar een synthese van klassieke cultuur en christelijke vroomheid
en was overtuigd van het belang van onderwijs voor jonge kinderen.
De verlichting (1650-1800) is een intellectuele stroming die uitgaat van de menselijke rede
als criterium bij het zoeken naar de waarheid. Kennis en rede kunnen volgens
verlichtingsdenkers de mens behoeden voor onwetendheid, bijgeloof, onbeschaafdheid en
armoede. Voor de opvoeding kon echter niet slechts vertrouwd worden op kennis; er moest
ook een duidelijk opvoedingsdoel zijn. In algemene zin propageerden verlichtingsdenkers
tolerantie, onder andere op religieus gebied. John Locke kan worden beschouwd als een
exponent van de verlichting. Zijn belangrijkste pedagogische verhandeling is Some thoughts
concerning education. Het doel van de opvoeding bij Locke was het verwerven van vrijheid
en zelfbestuur. Zijn belangrijkste pedagogische uitgangspunt is dat het kind ter wereld komt
als een ‘tabula rasa’, een onbeschreven blad.
De romantiek (1800-1850) kan worden beschouwd als een reactie op ve verlichting. Het
wordt gekenmerkt door meer nadruk op gevoel en intuïtie in plaats van op rede en ratio. Er
was ook aandacht voor diepere lagen van de menselijke ziel, voor het irrationele en
onbewuste. Waar er in de verlichting nadruk lag op de mens als vrij individu, onafhankelijk
,van de gemeenschap, zagen romantici het volk of de natie juist als een organische eenheid
in plaats van een verzameling individuen. Het romantisch perspectief, namelijk de
veronderstelling dat de mens geworteld is in zijn verleden, staat ook haaks op de
pedagogische gedachte uit de verlichting van een opvoedbare en maakbare mens. Waar in
de verlichting de aandacht uitging naar de volwassene die van het kind moest worden
gemaakt, hadden romantici juist ook aandacht en waardering voor het kind op zich.
Rousseau wordt wel gezien als een voorloper of vroege exponent van de romantiek. Hij
verzette zich tegen de opvatting van de verlichting dat alleen kennis en wetenschap
vooruitgang voor de mens zouden bieden. Hoewel ook Rousseau uitging van de
kneedbaarheid van kinderen, was hij er juist van overtuigd dat er door de mens zelf weinig te
sturen viel in de opvoeding en dat er juist veel mis kon gaan. Zijn bekendste en meest
invloedrijke pedagogische werk is Émile, ou de l’éducation. Hierin dient Émile te leren door
een natuurlijke opvoeding, door een innerlijke stem die de opvoeding en ontwikkeling in de
juiste richting zou sturen. De taak van de opvoeder beperkt zich tot het beschermen van het
kind tegen de maatschappij, de zogenaamde ‘negatieve opvoeding’. Het mensbeeld van
Rousseau is positief, in de zin dat de mens van nature goed wordt geboren; het
maatschappijbeeld is echter sterk negatief, de invloed van cultuur is verderfelijk. Het doel
van de opvoeding voor Rousseau is het kind zich optimaal te laten ontwikkelen en dicht bij
de onbedorven mens van de schepping te blijven.
Invloed van Locke en Rousseau op opvoeding en gezinsleven
Ondanks nieuwe opvoedingsideeën uit de verlichting en de romantiek werden veel
traditionele ideeën in de eerste helft van de negentiende eeuw in stand gehouden door dat
die van generatie op generatie werden doorgegeven. De ouder-kindrelaties begonnen in de
tweede helft van de negentiende eeuw echter te veranderen, vooral vanuit de stedelijke
middenklasse. De liberale en romantische ideeën over het bestaan van een kindertijd
hebben gezorgd voor een andere rol voor moeders en vaders, en voor andere ouder-
kindrelaties. Het idee over de eigenheid van het kind zorgde voor een nieuwe rol voor
ouders: zij dienden niet alleen te disciplineren, maar ook leiding te geven aan het kind.
Vanaf halverwege de negentiende eeuw ontstond ook het huiselijkheidsideaal, waarbij de
man zorgde voor het inkomen en de vrouw de taak van verzorging van het gezin kreeg.
De functie van het gezin veranderde onder invloed van ideeën uit de verlichting en de
romantiek van een plek waar weinig tijd en aandacht was voor het kind en waar het
gezinsleven in teken stond van werken, naar een plek waar aandacht mocht zijn voor
emotionele verhoudingen, huiselijkheid en de eigenheid van het kind. Het kind kreeg
hiermee een centrale positie in het gezin en ouders kregen een andere rol.
Start van een gezinshistorisch debat: de zwarte legende
Sinds historici ruim een halve eeuw geleden geïnteresseerd raakten in de gezins-
geschiedenis, waren zij op zoek naar de wortels van het moderne gezin. Er ontstond een
debat over de vraag of er voor de verlichting en de industrialisatie wel sprake is geweest van
een kindertijd en een gezinsgevoel. De aanzet tot dit debat werd in 1960 gegeven door de
Franse historicus Philippe Ariès, die stelde dat een ‘kindertijd’ voor de zeventiende eeuw
simpelweg niet bestond. Ariès sprak in dit verband over de ontdekking van het kind en de
ontdekking van het gezin; kinderen werden ook beschreven als ‘volwassenen in zakformaat’.
Het onderzoek van Ariès kreeg navolging en er ontstond een stroming die in de
historiografie wordt aangeduid als de ‘zwarte legende’. De aanhangers van deze legende
waren geïnteresseerd in het ontstaan van moderne sociale relaties en gingen daarbij uit van
,discontinuïteit: het kerngezin is pas na de vroegmoderne tijd ontstaan en er heeft een
duidelijke omslag plaatsgehad in het persoonlijk leven van mensen op het gebied van
partnerkeuze, moeder-kindrelatie en gezinsleven. Volgens aanhangers is er dan ook sprake
van een emotionaliseringsproces: echtelijke liefde, moederliefde, gezinsgevoel en
geborgenheid zijn moderne sentimenten die pas in de afgelopen eeuwen zijn ontstaan.
Als voorbeelden van de vermeende onverschilligheid en het egocentrisme van ouders
noemen aanhangers van de zwarte legende onder meer de schaarse blijken van rouw bij het
overlijden van kinderen. Ook het laten zogen van pasgeborenen door een min of voedster
wordt gezien als een aanwijzing voor onverschilligheid van ouders.
Reactie op de pessimistische visie: de witte legende
Als reactie op de zwarte legende heeft zich rond 1980 een stroming ontwikkeld die juist de
continuïteit van sociale relaties heeft benadrukt. Aanhangers van de zogenaamde ‘witte
legende’ veronderstelden dat het kerngezin al vanaf de middeleeuwen zichtbaar was, dat er
ook toen al affectieve banden tussen gezinsleden bestonden en dat er sprake was van
emotionele betrokkenheid bij kinderen. Hun standpunt is dat er eerder sprake is van een
toename en een intensivering van het gevoelsleven en een geleidelijke ontwikkeling naar het
moderne gezinsleven, maar dat er zeker geen sprake is van discontinuïteit, zoals in de
zwarte legende wordt verondersteld. Aanwijzingen hiervoor worden gevonden in
egodocumenten. De kritiek van de witte legende op het gebruik van deze bronnen is dat
deze niet noodzakelijkerwijs de feitelijke situatie weergeven.
Hoe wordt de veronderstelde onverschilligheid van ouders dan verklaard? Aanhangers van
de witte legende betogen dat emoties binnen gezinnen sterk cultuurgebonden zijn en dat er
binnen samenlevingen grote verschillen kunnen optreden. Ook zou het genre van
dagboeken sterk veranderd zijn: er is sprake geweest van een verschuiving van zakelijke
verslaglegging naar het verwoorden van persoonlijke emoties. Daarnaast werd het tonen
van grote bedroefdheid bij overlijden als onchristelijk beschouwd. Conclusie moet volgens
de aanhangers van de witte legende zijn dat het gebrek aan rouw of verdriet in een eerdere
periode geen bewijs is voor gevoelloosheid van de ouders, maar voor berusting en
ingetogenheid. Wat betreft het gebruik van de min wordt de invloed van heersende
conventies en de noodzaak doro economische omstandigheden sterk benadrukt.
Conclusie in het debat tussen zwart en wit
Feitelijk ontbreekt het zowel de zwarte als de witte legende aan nuance. De zwarte legende
heeft te veel geloof gesteld in vooruitgangsdenken en heeft de veranderlijkheid van
menselijk gedrag overschat. Aanhangers van de witte legende onderschatten juist de
mogelijkheden tot verandering. Over de oorzaken van verandering zijn beide stromingen het
deels eens: de economische expansie in de zestiende en zeventiende eeuw en de
reformatie hebben geleid tot individualisering en de ontwikkeling van het kerngezin.
De mythe van het Europese gezin
Lange tijd werd aangenomen dat het moderne gezin is ontstaan als gevolg van de
industrialisatie. Er werd verondersteld dat mensen in Europa tot die tijd samenleefden in
grotere familieverbanden, waar zeer veel kinderen werden geboren en waar de ouders door
middel van gearrangeerde huwelijken bepaalden wie de toekomstige partner zou worden.
Historisch demografen hebben echter vastgesteld dat dit beeld een ‘mythe’ is en dat het een
overdreven en ongedifferentieerd beeld geeft van gezinnen in Europa. In West-Europa was
er al veel vroeger sprake van het zogenaamde ‘kerngezin’. Wat wel klopt aan het beeld van
, de ‘mythe’ is de hoge sterfte in de gezinnen. Bovendien blijkt er sprake te zijn geweest van
grote regionale verschillen in gezinssamenstelling, die bepaald werden door onder meer
tradities en erfrecht. De sterfte was in pre-industrieel Europa weliswaar hoog, maar de
vermeende hoge geboortecijfers blijken voor West-Europa overschat; vrouwen kregen hier
vaak niet meer dan vijf tot zes kinderen. Dit kwam onder andere door de hoge sterfte van
vrouwen en de hoge huwelijksleeftijd.
Invloed van geboorte en sterfte op gezinsvorming: de demografische transitie
De invloed van de veranderende geboorte- en sterftecijfers wordt het best duidelijk in de
demografische transitie. Dit is de verschuiving van een samenleving met hoge geboorte- en
sterftecijfers naar een samenleving met geboortebeperking en fors verminderde sterfte.
Deze transitie heeft zich in de meeste landen van West-Europa voltrokken in de achttiende
eeuw, in Nederland in de negentiende eeuw. Het dalende sterftecijfer was een gevolg van
de modernisering en de economische groei door de industrialisatie, betere voeding,
verbeterde leefomstandigheden en toenemende private en publieke hygiëne.
Als gevolg van deze veranderde omstandigheden volgde een verschuiving van een
agrarisch-ambachtelijk huwelijkspatroon naar een proletarisch huwelijkspatroon, waarbij het
huwelijk niet langer werd uitgesteld. De bevolking begon in eerste instantie fors te groeien.
Pas na 1880 volgde in de meeste kringen een daling van de huwelijksvruchtbaarheid door
geboorteregeling. De daling van het geboortecijfer was een reactie op de dalende sterfte,
om de bevolkingsgroei te beperken. De demografische transitie betekende uiteindelijk de
verschuiving van een horizontale naar een verticale familieopbouw: de nadruk verschoof
binnen families van relaties binnen generaties naar relaties tussen generaties.
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur ahuisman00. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €5,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.