Architectuurtypologie
Vooroorlogs modernisme
Historisch kader:
De Stijl, constructivisme, functionalisme, Bauhaus, International Style, Italiaans Rationalisme
Kenmerken:
Zuiver geometrisch zonder overbodige decoratie
Rechtstreeks uitdrukken inwendige functies
Elementaire geometrische vormen leenden zicht tot industriële (serie)productie
Econmosich toegankelijk voor iedereeen
Streven naar een nieuwe sociaal-utopische maatschappij
Adolf Loos:
Was een student van Otto Wagner en wordt tot een van de Sezession architecten gerekend.
Staan bekend om zijn kritiek op zijn collega architecten, zijn kritiek was sociaal geïnspireerd.
In 1908 schreef hij een boek ‘Ornament und Verbrechen’ over de pretentie van architecten.
Loos vindt decoratie kunnen als dit niet werd opgelegd door een archiect maar door de
arbeider zelf werd toegevoegd.
Hij is een voorloper op het modernisme en staat bekend om zijn strakke geometrische
volumes.
Vb: Villa Müller te Praag
De Stijl:
Was een Nederlandse beweging (1917-1931) dat zich concentreerde rond het werk van Piet
Mondriaan, Theo van Doesberg en Gerrit Rietveld. Later kwam Robert van t’Hoff en J.J.P.
Oud er bij.
De Stijl heeft een belangrijke invoeld gehad op architectuur, binnenhuisrinrichting,
typografie, literatuur en muziek.
Invloeden en kenmerken:
Zuivere vormen (M.H.J. Schoenmaeckers)
Rationeel en geometrische volumes (Frank Lloyd Wright en Berlage)
, Mondriaans: postkubistische compositie, horizontale en verticale lijnen. Primaire
kleuren; geel, blauw en rood.
Visuele waarneming beklemtonen door fel kleurgebruik op begrenzingen
Van Doesburg stelde in 1923 ter gelegenheid van de eerste grote De Stijltentoonstelling in
Parijs 16 stellingen op voor architecten:
De architectuur is economisch
De architectuur is functioneel
Geen basisplan
Alles in relatie
Binnen en buitenruimtes lopen in elkaar over
Anti-kubistisch
…
het overlijden van Doesberg betekent het einde van De Stijl. Wel hebben de theorieën van
Doesburg een grote invloed op het werk van Bauhaus, Gropius, Mies van der Rohe en Le
Corbusier.
Villa Henny, huis ter Heide, 1915, Robert van ’t Hof
invloed van Frank Lloyd Whright
geheel is wit bepleisterd
abstracte rechthoekige vormen
geometrische opbouw
terrassen en overkragend dak herinneren
aan Prairie Houses van Wright
Schröderhuis, Utrecht, 1924, Gerrit Rietveld
ontworpen in samenwerking bewoonster
contact binnen en –buitenruimtes
vrije indeling ruimtes
flexibiliteit door schuifwanden binnen
voldoet aan voorschriften Doesburg
door houte balklagen was een normale
prijs mogelijk
balkons worden ondersteund door een
stalen kolom
Rietveld was oorspronkelijk meubelmaker, zijn meubels vertonen kenmerken van De Stijl.
Le Corbusier (Charles-Edouard Jeanneret):
, o Ontwikkelt zich als schilder, ontwerpt eerst met jugendstil-elementen en wordt
daarna grondlegger van de moderne architectuur.
o Als Le Corbusier in 1908 bij de architect Auguste Perret gaat werken maakt hij kennis
met het gewapend beton.
o In 1910 werkt hij in Duitsland waar zijn aandacht gaat naar moderne
constructietechnieken die aangewend worden in de auto-, scheeps- en vliegtuigbouw
die dan volop in ontwikkeling komt.
o Later komt hij in aanraking met de rationalistische architectuur van de Nederlander
Berlage, hier vindt hij het interessant om een gebouw samen te stellen volgens een
module.
o Betonskelet wordt de grondslag van al zijn huizen.
o In 1916 begint hij een architectenbureau waar hij werkt met het Kubisme.
o In Parijs komt hij in contact met de schilder Amedée waar ze beiden vinden dat het
Kubisme tekort schiet, hierbij ontwikkelen ze de machine-esthetiek van het Purisme.
o Grote bouwwerken en –stijlen zijn volgens hem de technologie van hun tijd.
o Later sluit hij zich aan bij De Stijl.
o In 1920 brengt hij een tijdschrift uit, L’Esprit Nouveau, hierin beschrijft hij dat net
zoals fysica ook schilderkunst wetten heeft.
o In 1922 begint hij opnieuw een architectenbureau samen met zijn broer waar ze ook
meubels ontwerpen.
o De ontwikkeling van het Purisme blijft groeien tot ca. 1930, hij werkt met metaal en
beton en doorzichtige, open structuren.
o Ook denkt hij steeds verder na over de thematiek van een moderne stad, dit is ook
merkbaar in de congressen van de CIAM .
o Na ca. 1930 brokkelt de puristische taal af en wordt zijn werk plastischer en
poëtischer, hij werkt nu met natuursteen en ruw hout.
o In 1942 ontwikkelt hij de ‘Modulor’, een maatvoeringsysteem gebaseerd op de ideale
menselijke verhoudingen, dit past hij toe in zijn werk.
o In Weienhofsiedlung, een modelwijk in 1927 kreeg hij de gelegenheid zijn
typewoning te realiseren.
o
Villa Fallet, Zwitserland, 1905
jugendstil-elementen
Kartuizerklooster van Emma, Toscane, 1907
, breekt met de Jugendstil
utopisch socialisme
“nieuwe” architectuur
Maison Dom-Ino, 1915
gebouw volgens een module
betonskelet
bouwblok waar binnen moderne
architectuur ontwikkelt wordt
Twee bouwlagen gesteund door
kolommen
‘stapelbare’ architectuur
Maison Citrohan, 1920
uit het concept ‘Maison Dom-Ino’
eenvoudige ‘doos’
essentiële kolommen van het
structuurskelet
betonskelet overgenomen van Perret,
hierdoor bewegingsruimte mogelijk
openingen aangebracht volgens
geometrische discipline
voor het eerst karakteristieke twee
verdiepingen hoge woonruimte met
tussenverdiep voor twee slaapkamers
‘Citrohan’ is een woordspeling van een
automobielfabriek. Hierbij wilde hij
aangeven dat ene huis evengoed
gestandaardiseerd moest worden als een auto
Ville Contemporaine, tentoonstelling Parijs, 1925