Het burgerlijk procesrecht is het geheel van rechtsregels, dat voor het burgerlijk proces geldt. Ofwel
de spelregels van het burgerlijk geding.
- Het burgerlijk proces in juridische zin kan men omschrijven als het voortgaan van een
onzekere of betwiste tot een zekere en onbetwistbare rechtstoestand door een aan een
regels onderworpen rechtsstrijd of geding, gevoerd voor een orgaan dat tot beslissing in dit
geding bevoegd is.
De feitelijke en rechtstoestand tussen partijen in een geschil is onzeker en betwist. Het burgerlijk
procesrecht heeft ten doel aan deze onzekerheid en strijd een einde te maken door een vonnis van
de rechter, dat partijen bindt. Het is een proces van feitenvinding en rechtsvinding. Door het vonnis
wordt nieuw recht gevormd, ook al is de gelding van dat recht in beginsel beperkt tot partijen;
niettemin gaat van (gepubliceerde) rechterlijke uitspraken een zekere precedentwerking uit.
- Ook als een toepasselijke rechtsregel ontbreekt of als de wetgever de uitwerking van
algemene normen aan de rechter overlaat, moet deze rechtspreken en zelf de regel opstellen
of uitwerken
Dat de rechter nieuw recht vormt, is vooral te zien bij constitutieve uitspraken, die een nieuwe
rechtstoestand doen intreden.
Vb: echtscheiding of adoptie, vonnissen tot ontbinding van een overeenkomst of faillietverklaring.
Het burgerlijk procesrecht maakt deel uit van het privaatrecht, omdat het de regels bevat voor de
gedingvoering tussen partijen voor de burgerlijke rechter ter beslechting van onder diens
bevoegdheid vallende geschillen.
2. Materieel en formeel privaatrecht
Gewoonlijk wordt het burgerlijk recht aangeduid als materieel privaatrecht en het burgerlijk
procesrecht als formeel privaatrecht. Die onderscheidingen lopen niet helemaal parallel: het
burgerlijk procesrecht bestaat weliswaar voor een groot deel uit procedureregels en
vormvoorschriften, maar bevat ook bepalingen van materiele aard, terwijl men in het burgerlijk recht
ook vormvoorschriften aantreft
De materiele rechtsbetrekking tussen partijen vormt het voorwerp van het rechtsgeding, en
ondergaat tevens de invloed van dat geding. Het proces is een fase in de ontwikkeling van de
materieelrechtelijke verhouding tussen partijen. Kennis van het burgerlijk procesrecht is van groot
belang, omdat het leggen van beslag, het dagvaarden, het al of niet stellen of ontkennen van
bepaalde feiten, het al of niet aanbieden van bewijs, het horen van getuigen, allemaal invloed kan
hebben op de rechtspositie van partijen.
Het bewijsrecht kent zowel materiele als formele regels.
,Het burgerlijk procesrecht biedt ook middelen tot verwezenlijking van de in een vonnis vastgestelde
rechten. Door de tenuitvoerlegging of executie met dwangmiddelen wordt de feitelijke toestand in
overeenstemming gebracht met de rechtstoestand, zoals vastgesteld in het rechterlijk vonnis of in
een andere authentieke akte.
Rechtspleging in burgerlijke zaken is een publiekrechtelijke taak van de Staat.
- Eigenberechting is dus niet geoorloofd.
Tot het burgerlijk procesrecht behoren de regels betreffende
a. De bevoegdheid van de rechterlijke macht in burgerlijke zaken
b. De bevoegdheid van procespartijen, advocaten, deurwaarders, arbiters en getuigen in
burgerlijke zaken
c. De wijze van procederen in burgerlijke zaken
d. Het bewijs in burgerlijke zaken
e. Vonnissen en beschikkingen en de rechtsmiddelen, die tegen rechterlijke beslissingen
kunnen worden aangewend
f. De tenuitvoerlegging van vonnissen en andere executoriale titels
g. Arbitrage (geschillenbeslechting door anderen dan rechters)
3. Wetgeving, verdragen en EU-verordeningen
Artikel 107 van de grondwet bepaalt dat voor de regels met betrekking tot het burgerlijk procesrecht
een algemeen wetboek is: het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering.
- Burgerlijke rechtsvordering bestaat uit 4 boeken:
o Boek 1: wijze van procederen voor rechtbanken, hoven en HR
o Boek 2: van de gerechtelijke tenuitvoerlgging van vonnissen, beschikkingen en
authentieke akten
o Boek 3: van rechtspleging van onderscheiden aard
o Boek 4: arbitrage
In de Wet op de rechterlijke organisatie zijn de organisatie van de rechterlijke macht, het bestuur en
de bevoegdheid van de gerechten geregeld.
Wetten die verder ook van belang zijn voor het burgerlijk procesrecht:
- Wet rechtspositie rechterlijke ambtenaren
- De advocatenwet
- De gerechtsdeurwaarderswet
- De wet op de rechterlijke indeling
- De wet griffierecht burgerlijke zaken
- Besluit en regeling
In verband met het wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering moeten in het bijzonder worden
genoemd de Wet op de rechtsbijstand en de Algemene termijnenwet.
Verdragen voor het burgerlijk procesrecht waarbij Nederland is aangesloten:
- Het EEG Executieverdrag
- Het Verdrag betreffende de rechterlijke bevoegdheid, de erkenning en de tenuitvoerlegging
van beslissingen in burgerlijke handelszaken van 2007
- Het Betekeningsverdrag 1965
- Het bewijsverdrag 1970
, - Het rechtsvorderingsverdrag 1954
Van de EU-verordeningen die van toepassing zijn in de betrekkingen tussen de lidstaten van de
Europese Unie en die voorrang hebben op de bestaande verdragen zijn:
- Verordening 1393/2007 inzake de betekening en de kennisgeving in de lidstaten van
gerechtelijke en buitengerechtelijke stukken in burgerlijke of in handelszaken
- Verordening 44/2001 betreffende de rechterlijke bevoegdheid, de erkenning en de
tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken
- Verordening 1215/2012 betreffende de rechterlijke bevoegdheid, de erkenning en de
tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken
- Verordening 1206/2001 betreffende de samenwerking tussen de gerechten van de lidstaten
op het gebied van bewijsverkrijging in burgerlijke en handelszaken
- Verordening 2201/2003 betreffende de bevoegdheid en de erkenning en tenuitvoerlegging
van beslissingen in huwelijkszaken en inzake de ouderlijke verantwoordelijkheid
- Verordening 805/2004 tot invoering van een Europese executoriale titel voor niet-betwiste
schuldvorderingen
- Verordening 1896/2006 tot invoering van een Europese betalingsbevelprocedure
- Verordening 861/2007 tot vaststelling van een Europese procedure voor geringe vorderingen
4. Wetsontwerpen en wetten na 1838
In het kader van het programma Kwaliteit en Innovatie rechtspraak (KEI) zijn op 12 juli 2016 door de
Eerste Kamer wetten in verband met vereenvoudiging en digitalisering van het procesrecht
aangenomen. Deze wetgeving voorziet in 5 belangrijke wijzigingen:
1. De dagvaarding en verzoekschrift worden samengevoegd tot 1 nieuwe procesinleiding
2. De verplichting tot betekening van een procesinleiding met tussenkomst van een
deurwaarder vervalt
3. Er komen meer wettelijke termijnen voor processtappen
4. Meer regie en maatwerk van de rechter
5. Digitaal procederen
5.Hoofdbeginselen
Het burgerlijk procesrecht wordt slechts in beperkte mate beheerst door fundamentele
rechtsbeginselen, die in alle landen en alle tijden onder alle omstandigheden en voor alle soorten
procedures zouden gelden.
- Van fundamenteel belang mag worden geacht dat beide partijen en gelijkwaardige positie in
het geding innemen en gelijke kansen krijgen hun belangen te verdedigen
Enkele beginselen in de grondwet erkend en denk ook aan het EVRM, waarin het recht op een eerlijk
proces is vastgesteld. (6 EVRM)
- Verdragen hebben rechtstreekse werking
De hoofdbeginselen met zulke fundamentele aard, dat bij het ontbreken daarvan geen proces kan
worden gevoerd of het proces in gevaar kan worden gebracht, omdat de procedure niet ten volle aan
zijn doel kan beantwoorden zijn de volgende:
1. Hoor en wederhoor
2. Onpartijdigheid rechter
3. Openbaarheid van behandeling en uitspraak
4. Motivering van beslissing
5. Partijautonomie
, Als hoofdbeginselen in de zin van hoofdkenmerken van ons burgerlijk procesrecht, die niet volstrekt
onmisbaar zijn, maar wel van invloed zijn op de aard en de kwaliteit van de burgerlijke rechtspleging,
zijn de volgende te noemen:
6. Onderzoek en beslissing in twee instanties
7. Toezicht op de rechtspraak door het middel van cassatie
8. Verplichte procesvertegenwoordiging
Toelichting van de beginselen:
1. Hoor en wederhoor
Dit recht is te vinden in 6 EVRM en 19 Rv: dit recht omvat het recht van partijen om kennis te nemen
van, en zich te kunnen uitlaten over, alle gegevens en bescheiden die in het geding zijn gebracht en
waarop de rechter zich baseert bij het doen van zijn uitspraak. Dit brengt mee dat aan beide partijen
in gelijke mate het recht toekomt om door de rechter te worden gehoord (mondeling of schriftelijk),
zich op feiten en rechten te beroepen en bewijs te leveren.
- Procespartijen nemen een gelijkwaardige positie in het proces in en worden gelijk
behandeld.
Het hoor en wederhoor brengt mee dat het de rechter verboden is kennis te nemen van mondelinge
of schriftelijke inlichtingen van 1 der partijen zonder dat de wederpartij gelegenheid krijgt zich
daarover uit te laten (artikel 12 wet RO). De rechter mag slechts beslissen aan de hand van
stukken/inlichtingen waarvan partijen in het geding hebben kunnen kennisnemen en waarover zij
zich hebben kunnen uitlaten. Dit geldt ook voor stukken of inlichtingen die van derden afkomstig zijn
en voor stukken die de rechter ambtshalve opvraagt zonder partijen daarvan in kennis te stellen
- De rechter mag geen gebruik maken van informatie die hij tot zich heeft genomen door te
googelen, als hij partijen niet de gelegenheid heeft gegeven kennis te nemen van die
informatie en daarop desgewenst te reageren. Het beginsel geldt ook in
verzoekschriftprocedures.
2. Onpartijdigheid van de rechter
De rechter dient zonder vooringenomenheid en niet beïnvloed door druk van welke zijde ook de
behandeling van de zaak te leiden en daarin een beslissing te geven. Ook de schijn van partijdigheid
moet worden vermeden.
- Zodra in een bepaald geval feiten of omstandigheden bestaan waardoor de onpartijdigheid
van een rechter in gevaar zou kunnen komen, kan die rechter door een partij worden
gewraakt en kan de rechter zelf verzoeken zich te mogen verschonen. (36-41 Rv).
- Het beginsel van onpartijdigheid vloeit voort uit dat van de gelijke behandeling van partijen
in een proces.
- Vastgelegd in 6 EVRM
3. Openbaarheid van behandeling en uitspraak
Openbaarheid van rechtspraak bedoelt een waarborg voor een onpartijdige behandeling te zijn en
heeft daarmee preventieve werking. Zij kan wantrouwen bij het publiek ten aanzien van de gang van
zaken bij de rechtspleging voorkomen en voor de rechter een aansporing zijn om op te treden op een
wijze die het vertrouwen van het publiek verdient. (121 GW, 4 en 5 RO, 27 en 28 lid 1 RV).
- Het beginsel van openbaarheid is opgenomen in 6 EVRM, waarin tevens voor bepaalde
daarin genoemde gevallen de mogelijkheid is gegeven uitzonderingen daarop te maken. Deze
uitzonderingen zijn overgenomen door 27 Rv en de rechter kan hierbij gedeeltelijke of gehele
behandeling met gesloten deuren of slechts met toelating van bepaalde personen bevelen
o In belang van de openbare orde of de goede zeden
o In het belang van de veiligheid van de Staat
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur merelvvuuren. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €8,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.