HULPVERLENING & RECHT
inleiding
Wat is recht?
Ontstaansgeschiedenis
- De wereld en de samenleving zijn van nature geordend
- Omstreeks middeleeuwen: orde spruit voort vanuit God, dus religie is leidraad voor
samenleving
- Bv: verplicht te huwen, kind te dopen
- Moraal: God is geen dirigent en het onderscheid tussen goed en kwaad zit in de mens
ingebakken moraal is aangeboren kompas voor goed vs. Slecht
- Wat zijn dan criminele feiten? Crimineel bij geboorte?
- Verlichting: de moraal is geen ingebakken iets, mens is een denkend wezen. Hij beslist zelf
wat goed en slecht is op basis van objectieve elementen (opkomst wetenschap)
- Keuze om criminele daden te stellen?
- Nu: sommige criminelen hebben psych. problematiek die moraal beïnvloedt =
genuanceerder beeld
- Mensen slagen er niet in om verder dan eigen belang te kijken, noodzakelijk dat overheid
regels bepaalt
Begripsomschrijving
RECHT IS HET GEHEEL VAN AFDWINGBARE REGELS EN NORMEN, OPGELEGD DOOR DE OVERHEID
En dus afdwingbaar
Doel van het recht
HET MAATSCHAPPELIJK LEVEN TUSSEN PERSONEN (NATUURLIJKE EN RECHTSPERSONEN) ONDERLING
EN MET DE OVERHEID TE ORGANISEREN, ORDENEN EN LEEFBAAR TE MAKEN
Bestaat uit rechtsregels:
- kunnen iets opleggen, verbieden of een handeling toelaten
- ze zijn algemeen en gelden voor alle rechtssubjecten in gelijkaardige
omstandigheden
,Indeling van het recht
Internationaal recht
- de verhouding tussen naties onderling
- welke rechter bevoegd is
- welk nationaal recht er van toepassing is op geschillen tussen burgers met verschillende
nationaliteiten of andere grensoverschrijdende aspecten (=internationaal privaatrecht)
vb: Europees Verdrag vd Rechten vd Mens, Verdrag vd Rechten voor het Kind,
handelsverdragen, …
Nationaal recht
Verhouding tussen burgers onderling en tussen burgers en de staat
1) Publiekrecht
- Het algemeen belang binnen een staat, de inrichting, de werking en de organen ervan
tegenover burgers, andere staten en internationale rechtspersonen
- Het grondwettelijk recht, het administratief recht, het strafrecht en het fiscaal recht
2) Privaatrecht
- verhoudingen tussen burgers onderling (natuurlijke personen en privaatrechtelijke
rechtspersonen)
- verhoudingen tegenover publiekrechtelijke rechtspersonen die handelen op voet van
gelijkheid met burgers zoals de OVAM
- Het Burgerlijk Wetboek vb: personenrecht, familierecht, huurrecht, verkeersrecht…
Regels van…
I. Openbare orde
- Goede zeden, fundamentele beginselen en belangen van de overheid
- Voor iedereen; bij geschil automatisch toegepast (belangrijk dus wordt niet
van afgeweken)
- Primeert!
Bv: in België mag je geen contracten sluiten over kinderen dus
rechtbank kan je niet verder helpen als een draagmoeder beslist om
kind bij te houden na een ‘contract’ tussen draagmoeder en ouders
Vb: Organen verkopen = illegaal
II. Dwingend recht
- Om bepaalde doelgroep te beschermen (bv: huurders, consumenten, …)
- Alleen beschermende partij kan bij geschil zich op deze rechtsregel beroepen
, - Wetgeving zegt dat in sommige situaties bepaalde mensen voordelen
hebben (in bv. kennis) en dus beschermt de wet hen van mensen die trucen
van het vak zouden misbruiken
III. Aanvullend recht
- Je kiest zelf of je deze regels van toepassing maakt op jouw situatie
- Regels waar mensen onderling van mogen afwijken: contractuele vrijheid
Publiek- en staatsrecht
Staatkundige structuren van België (HB. P.17-22, filmpje op
yt)
Erfelijke, constitutionele monarchie (sinds 1830)
- De koning haalt zijn bevoegdheid uit de grondwet en de opvolging is voorzien o.b.v.
nageslacht
Heeft een symbolische en politieke rol & is politiek onschendbaar
Federale democratie
- Het volk kiest haar vertegenwoordigers, die de wetten maken op Europees, federaal,
regionaal, provinciaal en gemeentelijk niveau
- Gemeenschappen (cultuur, onderwijs, persoonsgebonden materies, …), gewesten
(ruimtelijke ordening, milieu, huisvesting, energie, …), provincies en gemeenten
Montesquieu: Scheiding der machten
- Wetgevende macht (koning en parlement), uitvoerende macht (koning en regering) en de
rechterlijke macht (rechtbanken en hoven van beroep)
Federale politieke instellingen
De drie machten
1. Wetgevende macht
- Wetten maken, herziening vd grondwet initiëren, controle op regering, goedkeuren
begroting
- = PARLEMENT (met duurtijd mandaat: 4 jaar)
- Koning
- Kamer
- Senaat
2. Uitvoerende macht
, - Uitvaardigen van regelgeving (KB, MB), handhaven openbare orde, benoemen
ambtenaren, bestuur buitenlands beleid
- = REGERING (duurtijd mandaat: 4 jaar)
- Koning
- Regering samengesteld uit ministers en voorgezet door eerste minister
(bijgestaan door staatssecretarissen)
Als de eerste minister opstapt: valt de regering
3. Rechterlijke macht
TWEE BIJZONDERE RECHTSCOLLEGES DIE GEEN DEEL UITMAKEN VAN RECHTERLIJKE MACHT
- Grondwettelijk hof
bevoegdheden:
1. Wetten aftoetsen
o Aan hun gelijkheids- en non-discriminatiebeginsel
o Wetten moeten uitgesproken worden binnen hun
bevoegdheid
Als aan deze niet voldaan wordt: wet vernietigd
2. Adviserende rol:
o een rechter kan advies vragen aan het grondwettelijk hof
- Raad van State
1. Wetgeving
o niet-bindend advies over wettigheid en leesbaarheid van
regelgeving in wording (kwaliteit? Niet in strijd met Belgische
grondwet?)
2. Bestuursrechtspraak
o spreekt bindende arresten uit omtrent betwisting over
eenzijdige bestuurlijke rechtshandelingen (als deze bv in
strijd zijn met hogere rechtsregels)
Politieke instellingen
Gemeenschappen
= de Vlaamse, Franse & Duitstalige gemeenschap
- Wetgevende macht uitgeoefend door de parlementen die uit 1 kamer bestaan
- Uitvoerende macht uitgevoerd door hun regering (verkozen om de 5 jaar)
- Bevoegdheden:
Culturele aangelegenheden
Onderwijs
Persoonsgebonden materie
Gebruik van talen
Samenwerking tss gemeenschappen
Gewesten
- Het Vlaamse Gewest: 5 Vlaamse provincies