Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
Nederlandse Samenvatting Reader Wetenschapsfilosofie €4,99   Ajouter au panier

Resume

Nederlandse Samenvatting Reader Wetenschapsfilosofie

1 vérifier
 130 vues  12 fois vendu
  • Cours
  • Établissement

Nederlandse samenvatting van de reader wetenschapsfilosofie. Reader maakt onderdeel uit van het vak wetenschapsfilosofie, gegeven op Universiteit Leiden. Ik heb het vak gevolgd binnen mijn bachelor, maar het maakt deel uit van veel verschillende bachelors. Samenvatting is geschreven in goed Nederla...

[Montrer plus]

Aperçu 3 sur 27  pages

  • 16 janvier 2021
  • 27
  • 2020/2021
  • Resume

1  vérifier

review-writer-avatar

Par: rick-van-beek • 1 année de cela

avatar-seller
Samenvatting Reader Wetenschapsfilosofie

Bevat:

- Hoofdstukken 2,3,4 en 5 uit ‘Inleiding tot de wetenschapsfilosofie voor
geesteswetenschappers’ door Victor Gijsbers

- ‘Science: Conjectures and Refutations’ door Popper*

- ‘The Idea of History’ door Collingwood*

- ‘De Saussure on language and thought’ door Harris en Taylor*

- ‘Contingency. Irony and Solidarity’ door Rorty*

- ‘The Sociology of Science’ door Merton*



*Niet de gehele werken, enkel de delen hieruit die opgenomen zijn in de reader en die vallen
onder de tentamenstof



2020-2021



Universiteit Leiden – Bachelor geschiedenis– jaar 2 – semester 1



Tentamencijfer: 8,5



Inleiding tot de wetenschapsfilosofie voor geesteswetenschappers

Hoofdstuk 2: Methodologie een introductie

We denken vaak dat wetenschappelijke kennis betrouwbaar is, doordat ze gebruikt maakt van een
speciale methode om theorieën te ontwikkelen en te toetsen: de wetenschappelijke methode.

2.1 Ontdekking en rechtvaardiging

Context of discovery: alles wat te maken heeft met het tot stand komen van een wetenschappelijke
theorie.

Context of justification: alles wat te maken heeft met het zo objectief mogelijk bepalen of een
bepaalde theorie geloofwaardig is of niet.

 Begin twintigste eeuw was de consensus dat context of discovery niet belangrijk was; het
gaat niet om hoe een theorie tot stand komt, maar om of ze geloofwaardig is.

Methodologie is een normatieve discipline, het vertelt hoe wetenschappers zouden moeten
handelen en wat juist wetenschappelijk redeneren is. Dit komt niet altijd overeen met de praktijk.

,Methodologie is echter ook een descriptieve discipline: theorie en praktijk mogen immers niet te ver
van elkaar afwijken. Ze moet dus ook een correcte beschrijving geven van hoe goed wetenschappelijk
onderzoek in de praktijk wordt uitgevoerd.

 Elk voorstel voor wetenschappelijke methode toetsen aan: leidt het tot betrouwbare kennis
en wordt het inderdaad gebruikt? Voldoet de methode niet aan beide eisen, dan leidt deze niet tot
betrouwbare kennis.

Nemen we de twee kanten van de methodologie samen, dan verschijnt de wetenschappelijke
methode als een ideaalbeeld.

2.2 Empirische inhoud

Waaraan moet een goede wetenschappelijke theorie voldoen?

 Geen contradictie: ze mag zichzelf niet tegenspreken. Theorie is in elke mogelijke wereld
onwaar.

 Geen tautologie: volstrekt niet informatief want sowieso waar (A is ontstaan uit B of A is niet
ontstaan uit B). Theorie is in elke mogelijke wereld waar.

 Wetenschappers willen juist iets zeggen over onze wereld. Dingen die geen onderscheid
maken tussen onze of een andere wereld voegen dus niets toe.

 Hoe meer onderscheid, dus hoe nauwkeuriger ze probeert te beschrijven hoe onze wereld in
elkaar zit en dus hoe meer mogelijke scenario’s ze uitsluit, hoe meer empirische inhoud. Dit is inhoud
die te maken heeft met zintuiglijke waarneming.

Empirische inhoudt heeft niets te maken met waarheid. Hoe meer empirische inhoud, hoe groter wel
de kans op onwaarheden. Het doel is een balans te vinden tussen inhoud en waarheid.

2.3 Een naïef beeld van wetenschap

Zintuiglijke waarneming is belangrijk, omdat het specifiek kennis van onze wereld geeft. Rationele
kennis geldt in elke mogelijke wereld (wiskundige waarheden zijn dus tautologieën).

We zijn meer geneigd een theorie te geloven als we denken dat het gebaseerd is op waarnemingen
(en dus niet willekeurig). Dit leidt tot een enigszins naïeve opvatting: wetenschap is dus altijd
gebaseerd op nauwkeurige waarnemingen. Het mooie hiervan is dat ze herhaalbaar en objectief zijn.
Op basis van deze waarnemingen, worden theorieën gevormd die overeenstemmen met de
waarnemingen. Wetenschap is een objectief, naar consensus toe bewegend proces dat ons
uiteindelijk de waarheid over de wereld oplevert en daarom betrouwbaar.

2,4 Voorbeeld: Brechts Leben des Galilei

Dit naïeve beeld, is wel invloedrijk.

2.5 Twee basisvragen van het empirisme

Voor de betrouwbaarheid van wetenschappelijke theorieën is het belangrijk dat we ze empirisch
testen: dus vergelijken met waarnemingen. We kunnen theorieën direct testen (meteen waarnemen
of het klopt of niet) of indirect (over een langere periode waarnemen of het klopt of niet).

De twee basisvragen van het empirisme:

1. Welke uitspraken kunnen we direct testen?

, 2. Hoe komen we van deze vragen naar uitspraken die niet direct getest kunnen worden? (Hoe
komen we dus van waarneming naar theorie?)

Vraag 1 vraagt naar de empirische basis: naar de verzameling van direct empirisch toetsbare
uitspraken.

Vraag 2 vraagt naar confirmatie: wanneer en in welke mate worden theoretische uitspraken
ondersteund door uitspraken uit de empirische basis.

 We moeten beide vragen beantwoorden willen we een sluitend verhaal kunnen vertellen
over hoe we van waarneming naar theorie komen.

We zien dat waarnemingen zelden totaal vrij zijn van theoretische veronderstellingen. We maken
altijd allerlei aannames die we niet direct waarnemen en dit noemen we de theoriegeladenheid van
de waarneming. Als wetenschappers zeer diverse theorieën aanhangen en waarnemingen daardoor
allemaal anders interpreteren, wordt dit een probleem. Waarnemingen helpen dan niet meer de
juiste theorie te bepalen.

Bij het karakteriseren van de empirische basis moeten we een balans vinden tussen twee dingen:

 Als we uitspraken die veel interpretatie bevatten toestaan, lopen we het gevaar dat onze
waarnemingen zo theoretisch geladen zijn dat verschillende wetenschappers geen consensus meer
kunnen bereiken.

 Als we alleen hele basale uitspraken toelaten zijn we te ver van de wetenschappelijke praktijk
afgedwaald.

We moeten proberen te werken met waarnemingen die niet te veel interpretatie bevatten, maar die
toch praktisch bruikbaar zijn. Alleen dan kunnen we een relatie leggen tussen de empirische basis en
wetenschappelijke theorieën waar we echt in geïnteresseerd zijn.

2.6 Inleiding in de logica

Redeneringen zijn reeksen uitspraken beginnend met de premissen en eindigend met de conclusie.

De redenering wordt verworpen als minstens één van de premissen onwaar is. De redenering wordt
ten tweede verworpen als deze ongeldig is. De premissen kunnen dan beiden waar zijn, maar de
conclusie volgt er niet logisch uit.

Om de besluiten of premissen onwaar zijn, heb je kennis van het onderwerp nodig. Om te beslissen
of een deductieve redenering geldig is echter niet. Geldigheid kan hier puur afgelezen worden aan de
vorm van de redenering:

Als X dan Y

A heeft niet X

Dus A heeft niet Y

Dit is van belang voor wetenschapsfilosofie, omdat het betekent dat we iets kunnen zeggen over de
wetenschappelijke methode, zonder kennis van het onderwerp te hebben. Er zou dus zoiets mogelijk
moeten zijn als een algemene, voor alle wetenschappen geldige confirmatietheorie.

Deductieve redenering: conclusie volgt onontkoombaar uit de premissen. Zijn de premissen waar, is
de conclusie dat gegarandeerd ook. Geldige deductieve redeneringen zijn dus waarheidsbehoudend.

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur sophiedeleeuwx. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €4,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

80364 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!
€4,99  12x  vendu
  • (1)
  Ajouter