Samenvatting over het vak Moderne Architectuur (Minor Architectuur & Stedenbouw - 3e jaar Bouwkunde). Deze samenvatting is gemaakt aan de hand van de (online) lessen van Hogeschool Windesheim. Het bevat ook de oefenvragen + antwoorden van de colleges.
Samenvatting Moderne Architectuur 2020-2021 BT.MAR.V16
Leerdoelen:
- kennis van Nederlandse architectuurstromingen van 1850 tot nu en diens kenmerkende
gebouwen en architecten.
- inzicht in de overeenkomsten en verschillen tussen Nederlandse architectuurstromingen
van 1850 tot nu.
- inzicht in het verbandtussen ontwikkelingen in de samenleving en ontwikkelingen in het
denken over architectuur, wonen en bouwen in Nederland van 1850 tot nu.
,
,19e eeuw:
- volkshuisvesting is geen overheidstaak
- aandacht niet bij verbetering levensomstandigheden maar
- verbeteren door onderwijs en opvoeding van moraal (zeden)
(Onderwijs was vooral bedoeld om de kinderen van de arbeiders goede zeden bij te
brengen.)
- 1848: Cholera epidemie Amsterdam (3000 doden)
- medici brengen epidemieën in verband met woonellende
- volkshuisvesting & volksgezondheid raken verknoopt
- 1851: modelbouwblok voor arbeiderswoning gepresenteerd op de eerste
wereldtentoonstelling in London. Het ontwerp werd gemaakt op initiatief van Prince Albert
> Modelwoningen – Henry Roberts, London (1851)
,- 1852: eerste Nederlandse Woningbouwvereniging:
de Vereeniging ten behoeve der Arbeidsklasse te Amsterdam
- belangrijk:
- reinheid, zindelijkheid, huiselijkheid en zedelijkheid
- bedstede en strozak vervangen door ledikant
- aparte kook en droogruimte
- nieuwe waterleidingen en riool
- particuliere woningbouwverenigingen vormden inspiratiebron en leerschool voor de
volkshuisvesting, hoewel het absolute aandeel in de woningbouw gering was
- 1854: Verslag aan den Koning over de vereischten en inrigting van arbeiderswoningen
(Het verband tussen huisvesting en gezondheid)
KIVI = Het Koninklijk Instituut Van Ingenieurs
- Een goede werkmanswoning heeft nodig:
- grote ramen en goede ventilatie
- woonkamer met kachel waarop gekookt kan worden
- aparte keuken, ouder- en kinderslaapkamers
stromend water, een eigen toilet en riolering worden niet genoemd!
- 1874: Vestingwet: o.a. de Hollandse waterlinie
- 1901: Woningwet, gecombineerd met de Gezondheidswet
> Alkoofwoning ------------->
> Vestingwet 1974:
- steden mogen uitbreiden buiten
de vestingmuren
> stedenbouwkundige planning:
- globaal statenplan, ingevuld door
particuliere ondernemers
,Ontwikkeling Nederlandse woningvoorraad:
- 1901: 1,1 miljoen woningen voor 5 miljoen Nederlanders
- 2001: 6,5 miljoen woningen voor 16 miljoen Nederlanders
Ontwikkeling woonoppervlak per persoon:
- 1901: 5 personen in een woning van 50 m2 (10m2 pp)
- NU: 2,4 personen in een woning van 160 m2 (65 m2 pp)
- dit komt neer op een toename van ruim 20-maal het gebouwd woonoppervlak van 1900
Fabrieksdorpen:
- verlichte industriëlen en fabrikanten stichten wijken of dorpen voor hun arbeiders
Huisvesting voor arbeiders:
- betere arbeidskracht (minder ziek = meer productie)
- tegengaan sociale onrust
- gericht op opvoeden, controleren en disciplineren (bij ‘slecht’ gedrag geen dak boven het
hoofd)
,1. Industriële Revolutie: volkshuisvesting en woningwet a. Industrie en stedenbouw
Stedenbouw:
> Familistère
- door Godin, Guise (1856-1883):
- kachelfabrikant Godin
- huisvesting voor het gezin
- fabriek en woongebouw (sociaal paleis) stonden gelijkwaardig naast elkaar
- wonen, werken en recreatie op 1 terrein
> Agnetapark
- Delft (1885)
- Delftse gist- en spiritusfabrikanten
- directeursvilla ‘rust roest’ in park
- ‘de fabriek voor allen, allen voor de fabriek’
- Parkontwerp: Zocher
- Architectuur: Kerkhoff
,> Port Sunlight
- door William Lever, Engeland (1888)
- ‘wat goed is voor mijn arbeiders is goed voor mij’
> Snoek van Loosenpark
- Enkhuizen (1897)
- "Elke woning van behoorlijke grootte en ruimte met drie slaapplaatsen en
voldoende regenwaterbak en voor lage prijzen te verhuren aan gezinnen,
die door duurzame arbeidzaamheid en goed gedrag boven anderen
uitmunten"
- Landschap: Hendrik Copijn
- Architectuur: C.Posthumus Meyjes
,1901: Woningwet:
- 1e wet waarin de rol van de overheid in de volkshuisvesting geregeld werd
- het doel van de woningwet was om:
- de bouw en bewoning van slechte en ongezonde woningen onmogelijk te maken
- de bouw van goede woningen te bevorderen
- de wet regelde:
- de mogelijkheid van financiële steun voor erkende woningbouwverenigingen en
bouwbedrijven die uitsluitend in het belang van de volkshuisvesting werkzaam
waren
- de mogelijkheid van onbewoonbaar verklaring
- de verplichting tot het aanvragen van een bouwvergunning
- de mogelijkheid van het aanschrijvingsinstrument; de verplichting voor
woningeigenaren om bepaalde verbeteringen uit te voeren
- verplichting voor de gemeente tot het opstellen van een bouwverordening
- de verplichting voor de gemeente tot het oprichten van een afdeling voor bouw-
en woningtoezicht
- de verplichting voor gemeentes tot het maken van uitbreidingsplannen en
bestemmingsplannen
1901: Woningwet:
Welke motieven hebben geleid tot het ontwikkelen van de woningwet?
1) sociale bewogenheid: de overheid heeft wel degelijk een taak in sociale kwesties
- een goede woning draagt bij aan de ‘verheffing’ van de werkende stand
2) eigen belang voor de staat: de economie vraagt om gezonde arbeiders
3) angst voor revolutionaire gebeurtenissen door het regelen van de woonellende
vermindert de sociale onrust
, 2. 19e-eeuwse neostijlen .
De drie orden van de klassieke bouwkunst:
__________
kroonlijst
__________
hoofdgestel
fries
__________
architraaf
__________
zuil
abacus kapiteel
__________
neostijlen:
- nieuwe technieken als bedreiging voor uitdrukking van moderne verandering
- bourgeoisie wil traditionele vormen handhaven als symbolen
- nauwkeurige reproductie van stijlen
- stijl en betekenis bepaalden het debat i.p.v. de vraag of veranderende tijden ook andere
architectuur vraagt met de expressie van het heden i.p.v. het verleden
> British Museum
- door Sir Robert Smirke, Londen (1823-1846):
- neoclassicisme
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur mervecoban. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €5,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.