Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
Samenvatting boek + colleges & ppt €4,49   Ajouter au panier

Notes de cours

Samenvatting boek + colleges & ppt

 31 vues  0 achat

Alle colleges zijn behandeld in het document.

Aperçu 4 sur 54  pages

  • 15 janvier 2021
  • 54
  • 2020/2021
  • Notes de cours
  • H. reynaert
  • Toutes les classes
Tous les documents sur ce sujet (4)
avatar-seller
MichPW
VOLKSUNIE EN HAAR ERFGENAMEN
EXAMEN
Geen zetelaantallen of percentages kennen. Wat niet wordt aangehaald in de les moet niet gekend
worden. Regering Martens nummers niet per se kennen. Verkiezingen 1991 belangrijjk.

AANLOOP TOT DE OPRICHTING VAN DE VOLKSUNIE
 Voorlopers: Frontpartij en VNV (Vlaams Nationaal Verbond)

 Tijdens WOII: collaboratie
Een kleine minderheid Vlaamsgezinden zijn van oordeel dat enkel samenwerking met de bezetter het
inwilligen van de Vlaamse eisen mogelijk zou maken (= collaboratie).
Het VNV had een afkeer voor parlementaire democratie en was voorstanden voor een autoritaire
staatsvorm. Had vooral veel sympathie voor het Duits-nationalisme in de hoop om als enige politieke
partij in Vlaanderen erkend te worden (cfr. WOI Flamenpolitik). Zelfs toen ze doorhadden dat dit niet
ging gebeuren namen ze geen afstand van de collaboratiepolitiek.
 Na WOII: repressie
Na WOII kreeg de Vlaamse Beweging en het politiek Vlaams-nationalisme een zware klap
toegediend. Het Franstalig Belgisch etablissement stelde direct elke vorm van Vlaams gezindheid
gelijk aan landverraad. Men maakte van deze associatie met het naziregime en haar misdaden gebruik
om de Vlaamse Beweging definitief uit te schakelen. De repressie had een ideologische en
communautaire dimensie.
 Snel heropflakkering Vlaams bewustzijn
Het anti-Vlaams karakter van de repressie leidde tot grote verbittering bij heel wat Vlaamsgezinden,
zeker wanneer er vooroorlogse Vlaamse verworvenheden o.a. enkele taalwetten, werden
teruggeschroefd. Ook de dynamitering van de IJzertoren in 1946. De talentelling van 1947 was een
belangrijk kristallisatiepunt. Taaltellingen maakten het mogelijk om gebieden te veranderen van een
Ndl naar Fr statuut. Er kwam verzet tegen het gebiedsverlies omdat er gefraudeerd werd in het nadeel
van de Ndl.
 Oprichting Vlaams-nationale partij?
Er waren voorstanders en tegenstanders voor de oprichting van een nieuwe Vlaams-nationale partij.
Vooral de CVP was tegen omdat ze streefde naar de ‘recuperatie’ van de oud VNV-kiezers. Maar de
CVP kon zich niet al te radicaal opstellen door haar Waalse en Brusselse vleugel.
 De Volksunie (10 mei 1949)
Deze was van kort bestaan. Op het eerste congres liep het al mis.
 Parlementsverkiezingen 1949
De Vlaamse Concentratie (1949) werd opgericht. Deze was eveneens van kort bestaan (tot 1954).
Werd opgericht met het oog op de parlementsverkiezingen van 1949, maar behaalde geen enkele zetel.
Het was vooral een anti-repressiepartij.
 Gunstige voedingsbodem voor oprichting Volksunie (december 1954)
De koningskwestie: Franstaligen (weg koning) vs. Vlamingen (behoud Leopold III). Aarzelende
houding van de regering mbt repressie. Gebrekkige toepassing van de taalwetten. De publicatie van de
resultaten van de talentelling in 1947.



DE EVOLUTIE VAN DE VOLKSUNIE (1954-1961)
1

,Examenvraag: hoe verklaar je dat de Volksunie in de periode 1954-1961 electoraal niet doorbrak?
 Parlementsverkiezingen 1954
Met het oog op de parlementsverkiezingen van 11 april 1954 werd de ‘Christelijke Vlaamse
Volksunie’ opgericht. Ze behaalden een slecht resultaat waardoor men besliste om een volwaardige
(zelfstandige) Vlaamse-nationalistische partij op richten.
Op 15 december 1954 werden de statuten ondertekend van de VZW De Volksunie. Waarin belangrijke
eisen stonden beschreven zoals het federalisme (wordt gerealiseerd) en amnestie, ook doelstellingen
zoals het vastleggen van de taalgrens. De partij wou aantonen dat ze meer waren dan louter een
taalpartij.
 Volksunie onopgemerkt tot 1958
De Volksunie ontstond in een voor haar bijzonder ongunstig politiek klimaat. De Schoolstrijd
(levensbeschouwelijke BL) domineerde het politieke debat: de tegenstellingen Vl-W (communautaire
BL) kwamen op de achtergrond. In de schoolkwestie verdedigde de Volksunie de volledige wettelijke
gelijkstelling van het vrij onderwijs met het officieel onderwijs. Ze hadden autoritarisme nadrukkelijk
afgewezen en de parlementaire democratie ondubbelzinnig aanvaardt. Toch bij deel van de bevolking
lange tijd gezien als ‘partij van de zwarten’ (de zwarten waren de collaborateurs en de witte waren de
mensen uit het verzet). De CVP zag VU als bedreiging voor de katholieke eenheid en haar eigen
positie; ‘partij van de scheurmakers’.
 Tekenen van opleving na 1958
Ten eerste was er de parlementaire activiteit van Frans Van der Elst (voorzitter sinds 1957). Ten
tweede werd de partij organisatorisch beter uitgebouwd. Ten derde na de Schoolstrijd kwamen de
communautaire problemen meer op de voorgrond.
Christendemocraten komen opnieuw aan de macht in 1958 en zullen daar blijven tot 1999
(dioxinecrisis).
Examenvraag: schets de betekenis van het Schoolpact voor de VU, socialisten, christendemocraten,
liberalen.

VAN ZWEEPPARTIJ NAAR OPPOSITIEPARTIJ (1961-1970)
 Parlementsverkiezingen 1961
De CVP leed een zwaar verlies terwijl de VU de grote overwinnaar was. Doorbraak vooral in steden
(>< vooroorlogse VNV eerder landelijk). De regering Lefèvre-Spaak moest afrekenen met
sociaaleconomische problemen en communautaire problematiek (taalgrens). VU heeft geen
rechtstreekse invloed op de besluitvorming, maar wel onrechtstreeks als ‘zweeppartij’ voor CVP. De
VU kon ook rekenen op de steun van gemotiveerde militanten die huis-aan-huis propaganda leverden.
 Partijcongres in Mechelen 1963
Koerswijziging naar levensbeschouwelijk pluralisme doet wantrouwen ontstaan.
 Interne spanningen
Binnen de partij was er een linkse en rechtse vleugel nav de koerswijziging. Er volgde een breuk met
VMO (nevenorganisatie van de VU die instond voor de bescherming tegen geweld van
verzetsorganisaties). Het statuut als ‘nevenorganisatie’ werd opgegeven. Het eerste open conflict
draaide rond Daniël Deconinck die voorstander was van een linksgeoriënteerd federalisme.
 Parlementsverkiezingen 1965 groot succes
Deze vonden plaats in een gunstig politiek klimaat (het communautaire wordt steeds belangrijker).
Wat je ook systematisch terugzag bij de VU was verruimingsoperatie (het op zoek gaan naar figuren
die een meerwaarde konden betekenen voor de partij zoals Schiltz, Coppieters, Anciaux). Stevige
organisatorische uitbouw: eigen studiedienst en 200 plaatselijke afdelingen.


2

,  Parlementsverkiezingen 1965
De PVV (lib; Vanaudenhove) werd de grootste overwinnaar, CVP en BSP de grote verliezers. Nav
deze grote nederlaag bood de regering Lefèvre-Spaak (rooms-rood) haar ontslag en later ook regering
Harmel-Spinoy (rooms-rood). Deze werd opgevolgd door de regering VDB-De Clercq (rooms-blauw)
welke door haar communautair programma ten val kwam: te veel onenigheid omtrent splitsing van de
Leuvense universiteit.
 Binnen VU tegenstelling linker-/rechtervleugel
Het conflict rond de Vlaamse Democraten en de problematiek rond programmatorische verbreding
bracht interne tegenstellingen aan het licht tussen de traditionele rechtervleugel (Karel Dillen) die
Vlaams-radicale pressiepartij wou blijven en de progressieve linkervleugel (Schiltz/Coppieters) die
pleitten voor een omvorming tot sociaal-progressieve oppositiepartij. Het Vlaamse Democratisch
gedachtengoed was blijven hangen en het levensbeschouwelijke pluralisme van de partij werd
geëxpliciteerd. Op latere congressen werd via thema’s als democratie, positie van de vrouw,
verzuiling, etc. de sociaal-progressieve kant benadrukt.
Er was hier groot verzet tegen vanuit de rechterkant. Ze zagen de linkse opstelling als verraad. De
emmer liep over toen men geen partijstandpunt aannam in de abortuskwestie. Het was echter de
progressieve vleugel die de bovenhand nam en de VU ging opstellen als dynamische en jonge partij.
Dit was geen garantie voor een centrumlinks beleid. Zo bestond de meerderheid van het kiezerskorps
uit de hogere middenklasse (meer dan CVP en BSP) en waren de leden van VU-fracties overwegend
zelfstandigen.
 Parlementsverkiezingen 1968
Deze stonden in het teken van het communautaire: gingen over aan de ene kant Leuven Vlaams in
1968 en over Brussel. De communautaire partijen halen beste resultaat. De VU wordt op dat moment
de derde politieke partij in Vlaanderen. Past opnieuw verruimingsstrategie toe met o.a. Lode Claes. Hij
onderscheidde zich van andere conservatieven door zijn neoliberale standpunten.
 Regering Eyskens-Merlot-Cools (rooms-rood)
Eyskens kan je als kapstok gebruiken (’58-’61: Schoolstrijd/Eenheidswet; ’68: communautaire). Deze
regering beschikte niet over 2/3 e meerderheid om een GW-herziening door te voeren dus werden de
andere regeringspartijen betrokken door het oprichten van ‘Werkgroep van 28’. Voorgezeten door
premier Eyskens (bijgestaan door Tindemans en Terwagne). Er was consensus over alle thema’s die
op tafel lagen buiten de Brusselse kwestie. Hierop volgend kwam er net als in Wallonië afzonderlijk
Vlaams overleg (zonder VU). De VU reageerde door duidelijk te maken dat ze niet bereid waren de
gemeenten rond Brussel op te geven en evenmin een ‘grendelgrondwet’ in te voeren.
Toen duidelijk werd dat ook hier geen oplossing uit kwam besloot de regering de GW-herziening te
beperken tot de thema’s waar consensus rond bestond. Voor communautaire aangelegenheden zou een
2/3e meerderheid nodig blijven. Enkel de Fr-Bxl parlementsleden waren hier tegen.
Bij de stemming in de kamer besloot de VU zich ook te onthouden. Dit kon op kritiek rekenen van de
andere Vlaamse paritjen wat hun kans als mogelijke coalitiepartner aanzienlijk verminderde. Eind
1970 werden de communautaire grondwetten goedgekeurd door samenwerking tussen CVP en PVV.
 Gemeenteraadsverkiezingen 1970
VU hoopte op een grote doorbraak en verwees hiervoor naar de constructieve werking van de partij de
laatste jaren. Vanuit christendemocratische hoek probeert men VU-verkozenen uit schepencolleges te
weren (CVP-verbod op coalities met VU; soort van cordon sanitaire).
(In 2003 waren alle parlementsleden van Agalev (Groen) verdwenen (had te maken met de
dioxinecrisis en ook met de kiesdrempel van 5% die toen werd ingevoerd. Zwarte zondag 24
november 1991 was de electorale doorbraak van het Vlaams Blok.)
 1971 installatie Cultuurraden met steun van VU



3

, De Vlaamse Cultuurraad was een verre voorloper van het Vlaams Parlement en werd nog niet
rechtstreeks verkozen (1971-1974).

VAN OPPOSITIEPARTIJ TOT REGERINGSPARTIJ (1971-1977)
 Parlementsverkiezingen 1971
Na de regering Eyskes-Merlot-Cools zijn er opnieuw verkiezingen in 1971. De VU bleef de derde
partij. Later bleek dat ze hiermee hun electoraal plafond hadden bereikt. FDF-RW (Waalse Volksunie)
wordt de grote overwinnaar.
 Nieuwe strategie leidt tot spanningen
De VU is in deze situatie verplicht een keuze te maken of men al of niet
regeringsverantwoordelijkheid wil. Deze strategiebepaling leidt tot spanningen in de partijtop. De
linkervleugel olv Hugo Schiltz is participationistisch (dus pro regeringsdeelname). Door deelname aan
de macht kon men makkelijker standpunten bewerkstelligen. De rechtervleugel van de partij was niet
bereid om compromissen te maken omtrent het communautair programma.
Het partijcongres in Oostende (1973) werd beheerst door Schiltz. Men gaat het participationisme
bevestigen. Dus als door voorwaarden van die aard zijn, dan gaan we onze verantwoordelijkheid
nemen en in de regering stappen. Zijn definitieve doorbraak kwam er echter nav statutenwijzigingen in
de partij: het partijbestuur was te log en verouderd (al 15 jaar onder van der Elst en Jorissen). Men
werkte een overgangsregeling uit, aangezien men beide leiders niet zomaar aan de kant konden
schuiven. Schiltz won.
 Parlementsverkiezingen 1974
De VU wordt voor het eerste betrokken bij de regeringsonderhandelingen nav de vorming van een
meerderheidsregering Tindemans I. De regering Lebertun-Tindemans-deClerck was echter gevallen na
de IBRAMCO-affaire. Tindemans I kwam er echter niet voor de VU.
Bij de parlementsverkiezingen van 1974 keerde het tij. Door het begin van de economische crisis
(oliecrisis) verliezen de communautaire partijen en wint de CVP/PSC: het economische verhaal werd
belangrijker dan het communautaire verhaal. Er was onenigheid over de eigenlijke reden van het
verlies. Rechts: de partij ging het Vlaams-nationale gedachtengoed te veel verdoezelen en
buitenbeentjes (Maes en Claes) deden uitspraken zonder intern overleg. Links: multidimensionale
programma van de partij wordt niet genoeg benadrukt door de interne onenigheid, CVP/PVV hebben
ook Vlaamsgerichte punten, Vlaamse achterstelling is minder voelbaar.
Leo Tindemans (CVP) werd aangesteld als formateur en had 2 opties: een rooms-rode
meerderheidsregering met de BSP of een rooms-blauwe minderheidsregering met PVV of een
meerderheidsregering met de communautaire partijen erbij (dus ook VU). De vu stond hier volledig
achter en nam onmiddellijk deel aan de onderhandelingen in Steenokkerzeel. Rond de
amnestieproblemen en gewestvorming werd een akkoord bereikt, maar rond Brussel bleef er discussie.
Nieuwe onderhandelingen werden in gang gezet maar er kwamen problemen: het FDF weigerde in een
regering te stappen met de VU omdat ze van mening waren dat de Vlaamse toegevingen
tekortkwamen. Hierop stelde het RW zijn veto tegen regeringsdeelname van de VU, zonder deelname
van de FDF.
Lambermont-akkoord: RW stelt voor in ruil voor inschrijvingsrecht de grenzen tussen Brussel en het
Franse Gewest ongewijzigd kunnen blijven. De VU stelde dat dit enkel aanvaard mocht worden op
voorwaarde dat de faciliteitengemeenten werden afgeschaft. Schiltz en van der Elst zouden zich echter
heimelijk akkoord verklaard hebben om, indien het FDF akkoord ging, een done deal aan de partij
voor te leggen.




4

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur MichPW. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €4,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

73091 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!
€4,49
  • (0)
  Ajouter