Duidelijke samenvatting van H7 evolutie paragraaf 1-4 Biologie nectar. Met verschillende onderwerpen: ontstaan van de mens, indelen van soorten, wetenschappers en hun theorie, variatie in eigenschappen en het ontstaan van verschillende soorten
Creationisme= Het geloof in een natuurlijke schepper (god).
Evolutie= De ontwikkeling van het leven door veranderingen en het ontstaan van nieuwe soorten
Cuvier, grondlegger van paleontogie= Wetenschap die fossielen bestudeert.
Fossielen= Restanten van vroeger levende organismen.
Fossielen kwamen niet overeen met scheppingsverhaal, dus bedacht hij de catastrofetheorie
Catstrofetheorie= Door een grote natuurramp waren alle levende organismen in dat gebied gestorven.
De Lamarck, Franse natuuronderzoeken/patheoloog.
Evolutietheorie= Verklaarde hoe soorten veranderden + nieuwe ontstaan.
Organismen geeft aanpassingen aan omgeving die hij ontwikkelt door aan nakomeling.
Charles Darwin, Engelse natuuronderzoeker (Alfred Russel Wallace)
‘The struggle for life’= De strijd die organismen dagelijks voeren om te blijven leven.
Selectieruk= Invloed die omgeving uitoefent op overlevingskansen van individuen
‘The survival of the fittest’= Indivuduen beter aangepast omgeving leven langer + meer nakomelingen.
Mendel erfelijkheidswetten/ontdekking DNA/Mutaties
geeft moleculaire onderbouwing variatie erfelijke eigenschappen ontstaat, Neodarwintische theorie
Theorieën over de evolutie van de mens:
- Informatie door vergelijken van schedels eerste mens (hersenvolume/leefwijze/voedsel).
- Door fossiele vondsten, wisten we over gereedschappen.
- Later bipedie, lopen op 2 benen, om te jagen/voedsel vast houden/verder kijken/minder energie.
Out Africa Hypothese= De moderne mens ontstond 200 000 jaar geleden in Afrika.
- Wel nog steeds onduidelijk hoe we zijn gekoloniseerd.
- Wetenschappers vergeleken DNA verschillende bevolkingsgroepen + leidde migratiepatronen af.
- Mensen worden ingedeeld in haplogroepen= Groepen met overeenkomst in haplotype.
- Via DNA op Y-chromosoom leiden ze herkomst van gemeenschappelijk mannelijk voorouder af.
o Ook wel de Y-chromosomale Adam
- Via DNA op mitochondriën leiden ze herkomst van gemeenschappelijk vrouwelijk voorouder af.
o Ook wel mitochondriale Eva
o Door bepalen hoeveel mutaties er zijn geweest via migratiepatroon kwam Eva uit Afrika.
o Via rekenen met mutatie snelheid weten we dat dat ongeveer 200 000 jaar geleden was.
, 7.2 Het ontstaan van nieuwe soorten
Variatie in eigenschappen is een belangrijke voorwaarde bij natuurlijke selectie.
Selectiedruk veranderd Eigenschappen eerst gunstig nemen af + andere eigenschappen nu voordeel.
Door mutaties in DNA + recombinatie erfelijk materiaal door voortplanting variatie in eigenschapen.
Co-evolutie= Evolutie waarbij soorten zich aan elkaar aanpassen en gezamenlijk evolueren.
Populatiesamenstelling soort 1 wijzigt selectiedruk soort 2 wat weer selectiedruk oplevert voor soort 1.
Gesplitste populaties ontstaan door:
Allopathrische soortvorming= Evolutie van nieuwe soorten door splitsen van populatie door barrière.
Bij opheffen barrière kunnen eigenschappen verschillend zijn individuen herkennen elkaar niet meer
als soortgenoten + kunnen geen vruchtbare nakomelingen meer krijgen.
Sympatrische soortvorming= Evolutie van nieuwe soorten doordat individuen binnen hetzelfde
gebied zich uitsluitend voortplanten binnen een kleine deelgroep.
Seksuele selectie= Selectie die plaatsvindt bij het uitkiezen/selecteren van een sekspartner binnen de
eigen soort. Selectie heeft daardoor invloed op de allelenmix van nakomelingen.
Domesticeren= Mensen kweken in het wild gegroeide planten + fokken wilde dieren om een nuttige
functie te vervullen.
Klassieke veredeling= Het creëren van nieuwe ecosystemen. Door te fokken en een selectie van
gunstige eigenschappen te doen.
Kunstmatige selectie= Selectie waarbij mensen een rol spelen.
Natuurlijke selectie= Selectie die plaatsvind door invloed van biotische/abiotische factoren.
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur danevanengelen. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €2,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.