Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
Samenvatting Neurokinesitherapie 3 (Deel Vereeck) €3,69   Ajouter au panier

Resume

Samenvatting Neurokinesitherapie 3 (Deel Vereeck)

 58 vues  0 achat

Volledige samenvatting van neurokinesitherapie 3 (Deel Luc Vereeck). Bevat theorie en praktijk. Het is opgesteld in VRAAGVORM om je zo makkelijker voor te bereiden op mogelijke examenvragen.

Aperçu 4 sur 34  pages

  • 14 janvier 2021
  • 34
  • 2020/2021
  • Resume
Tous les documents sur ce sujet (41)
avatar-seller
harold_meys
NEURO 3: VRAAGVORM (DEEL LUC VEREECK)

HET VESTIBULAIRE SYSTEEM

1. Wat zijn de taken van het vestibulair systeem?
 Gaze stabilisation
 Orientation and navigation
 Autonomous functions (vb: bloeddruk)
 Circadian rhythm
 Postural control

2. Over welke 3 taken geeft het vliezige labyrinth informatie?
 Hoofdpositie
 Lineaire versnellingen
 Rotatoire versnellingen

3. Wat zijn de 3 belangrijke functies van onze visus?
 Scannen van de omgeving om obstakels te vermijden
 Lichaamspositie en positie van ledematen en bewegingen bepalen t.o.v. vast objecten
( Hoogtevrees, er is geen referentiepunt om dit te bepalen)
 Visuele oriëntatie
( SVV-test, SPV-test…)

4. Hoe wordt de Subjectieve Visuele Verticale (SVV) uitgevoerd?
 Laserstraal in complete donker op de muur projecteren
o Zit op 2.5m
o Laser kantelt 5°, 10° en 20°

5. Hoe wordt de Subjectieve Proprioceptieve Verticale (SPV) uitgevoerd?
 Stoel kantelt 5°, 10° of 15° en patiënt moet stoel terug verticaal zetten

6. Wat zijn de 2 grote compartimenten van het labyrint?
 Benige labyrint:
o Ligt in os temporale
o Gevuld met perilymfe (buitenvloeistof)
 Vliezige labyrint:
o Ligt in het perilymfe van het benige labyrint
o Gevuld met endolymfe (binnenvloeistof)

7. Welke 5 sensoren kunnen we anatomisch onderscheiden in het labyrint?
 Saculus (verticaal georiënteerd)
 Utriculus (horizontaal georiënteerd) = Vestibulum
 3 Semicirculaire kanalen met elks een ampula (verbreding)

8. Hoe werkt de vestibulo-oculaire reflex?
 Labyrint  CZS  Gaze-stabilisation (= Object volgen met de ogen zonder het hoofd te
bewegen, ogen bewegen in tegengestelde richting van het hoofd)

,9. Hoe werkt de vestibulo-spinale reflex?
 Labyrint  CZS  Posturale controle

10. Waarvoor dient de vestibulo-spinale reflex?
 Hoofd-oprichtingsreacties
 Balansreacties/posturale controle
 Rotaties en translaties

11. Welke 3 grote pathways verbinden de vestibulaire kernen met de anterieure hoorn van het
ruggenmerg en wat zijn hun functies?
 Tractus vestibulospinalis lateralis: Extensietonus, Lichaam rechthouden tegen de
zwaartekracht
 Tractus vestibulospinalis medialis: Hoofdreacties
 Tractus reticulospinalis: Complex systeem dat buiten het vestibulaire systeem ook informatie

ontvangt van andere motorische systemen

12. Geef de benaming van de 3 semicirculaire kanalen: *
 Anterieur kanaal = Superieur kanaal
 Posterieur kanaal = Inferieur kanaal
 Horizontaal kanaal = Extern of lateraal kanaal

13. Geef de oriëntatie van de semicirculaire kanalen*:
 Anterieur kanaal: 45° lateraal geroteerd t.o.v. het sagittaal vlak
 Posterieur kanaal: 45° mediaal geroteerd t.o.v. het sagittaal vlak
 Horizontaal kanaal: 30° opwaarts t.o.v. het transversaal vlak (de
horizontale)

14. Waaruit bestaat de ampulla?
 Ondersteunende cellen
 Haarcellen (1 lang kinocilium en meerdere sterocilia)
 Cupula (= gelmassa die haarcellen omvat en ampulla in 2 splitst)
 De densiteit van de cupula is even groot als de omgevende
endolymfe vloeistof, waardoor de cupula niet wordt beïnvloed
door de zwaartekracht!

15. Wat is de functie van de ampulla?
 Beweging van de endolymfe vloeistof zal de cupula doen bewegen waardoor rotationele
versnellingen van het hoofd worden gedetecteerd

16. Wat is excitatie en inhibitie van de haarcellen?
 Excitatie = Steriocillia bewegen richten het kinocillium (= ampullapetal flow)
 Inhibitie = Steriocilia bewegen weg van het kinocillium (= ampullafugal flow)

17. Waaruit bestaan de utriculus en saculus (= Samen het statolietorgaan)?
 Ondersteunende cellen

, Haarcellen (1 lang kinocilium en meerdere sterocilia)
 Gelatineuze massa
 Otoconia (in gelatineuze massa)
 = Zwaarder dan de gelatineuze massa en de endolymfe waardoor de zwaartekracht wel
invloed heeft hierop!

18. Wat is de functie van het statolietorgaan?
 De positie van het hoofd t.o.v. de zwaartekracht en lineaire versnellingen (vb: vliegtuig, lift…)
detecteren

Otoconia = statoconia
Otholic organ = Statolietorgaan
Utriculus + Saculus = Statolietorgaan

19. Hoe is de oriëntatie van de utriculus en saculus t.o.v. elkaar?
 Utriculus en saculus staan in 90° t.o.v. elkaar
o Utriculus staat 30° getild t.o.v het horizontale vlak (= zelfde als horizontaal kanaal)
o Saculus staat 60° neerwaarts getild t.o.v. het horizontale vlak

In labyrint
geen
otoconia,
in




statolietorgaan wel! Hierdoor is de functie van het statolietorgaan wel de positie van het
hoofd t.o.v. de zwaartekracht!




20. Hoe wordt het labyrint bezenuwd?
 Door N. Vestibulocochlearis (XIII):
o Horizontaal en Anterieur kanaal, Utriculus  Pars Superior
o Posterieur kanaal, Saculus  Pars Inferior
HAUSPI

21. Door welke arterie wordt het labyrint bevloeid?
 A. Cerebellaris Anterior Inferior

, 22. Wat is de innervatie voor de externe oogmusculatuur?
 Vestibulo-oculaire connecties:
o N. Oculomotorius (III)
o N. Trochlearis (IV)
o N. Abducens (VI)
 Zijn van belang bij Nystagmus!
23. Welke innervatie zorgt voor balanscontrole?
 Vestibulo-spinale connecties:
o Tractus vestibulospinalis lateralis
o Tractus vestibulospinalis medialis

24. Geef de 4 belangrijke connecties vanuit de vestibulaire kernen:
 Vestibulo-oculaire connecties
 Vestibulo- spinale connecties
 Vestibulo-corticale connecties
 Vestibulo-cerebellaire connecties

25. Wat zijn de 2 belangrijke motor outcomes van het vestibulaire systeem?
 Vestibulo-oculaire reflex (VOR)  Blikstabilisatie (gaze-stabilisation)
 Vestibulo-spinale reflex (VSR)  Posturale controle

26. Welke soorten nystagmus zijn er?
 Horizontaal (links of rechts)
 Verticaal (upbeat of downbeat)
 Rotationeel (clockwise of counterclockwise)
 Geotroop (naar de grond) of Apogeotroop (weg van de grond)

27. Welke systemen zorgen voor blikstabilisatie?
 VOR
 Visueel geleide oogbewegingen (optokinetische reflex: vb. naar buiten kijken in rijdende
trein)
 Cervico-oculaire reflex: Cervicogene proprioceptieve informatie kan oogbewegingen sturen
 Centraal gestuurd: Mentale processen (vb: pre-programming, weten wat je gaat doen,
voorspellen…)

Maar: VOR is het enige systeem dat oogsnelheid regelt!

28. Waaruit bestaat de VOR?
 Neuron van het labyrint naar de vestibulaire kernen
 Neuron van de vestibulaire kernen naar de motorische kernen van de oculomotorius
 Neuron van de motorische kernen van de oculomotorius naar de externe oogmusculatuur

29. Leg het push-pull fenomeen uit (!):
 = one side is always being inhibited while the other is being excited
 Bij een rotatie van het hoofd naar rechts zien we:
o Endolymfe flow in het rechter horizontaal kanaal richting de cupula (= ampullopetal
flow) wat zorgt voor excitatie

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur harold_meys. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €3,69. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

72841 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!
€3,69
  • (0)
  Ajouter