ARCHITECTUURGESCHIEDENIS 1
1. Prehistorie
1.1 Het Paleolithicum
1.2 Het Neolithicum
1.3 Megalithische cultuur
2. Mesopotamië
2.1 Sumerische rijk
2.2 Akkadische rijk
2.3 Assyrische rijk
2.4 Nieuw Babylonië
2.5 Perzië
3. Egypte
3.1 Hoofdperioden van het Egyptische rijk
3.1.1 Oude rijk
3.1.2 Midden rijk
3.1.3 Nieuwe rijk
3.2 griekse overheersing
4. Griekenland
5. Rome
6. Middeleeuwen
7. Renaissance
8. Barok
9. Verlichting & industriële revolutie
10. 20ste eeuw
11. Hedendaagse architectuur
1
,Opsplitsing van de Westerse geschiedenis in enkele grote periodes:
- Prehistorische periode (4 000 000 VC. – 3000 VC.)
- Klassieke oudheid (3000 VC. – 476)
- Middeleeuwen (476 – 1420)
- Nieuwe tijden (1420 – 1789)
- Nieuwste tijden (1789 – heden)
1. DE PREHISTORIE
Dit gaat over een gigantisch lange periode, alles voor 3000 VC.
PRE: voordat de mens aan landbouw doet = pre-agrarisch
3000 VC.:
- Verschillende meningen over wat is de eerste mens
- Begin van een historische periode
- De mens begint te schrijven, eerste geschreven bronnen
1.1 Het Paleolithicum (+/- 2 500 000 VC. – 10 000 VC)
Hoe heeft de mens zijn omgeving ingericht
➔ Ontdekking van het vuur
= paradox:
o Belangrijk, het huiselijke is belangrijk voor de leefomgeving
o Schrikbarend, oncontroleerbare branden
= 3000 VC: de mens is in staat om zelf vuur te maken en te controleren → helpt om
omgeving in te richten
Bescherming (beschutting)
Omgeving aangenamer maken door warmte, licht, eten maken
BESCHUTTING: een tent ONTDEKKING/BEHEERSING VAN VUUR
- Beschermd tegen regen en wind - Kampvuur controleren
- Tegen stralingen (zon en eigen - Stralingswarmte
warmte) - Warmte licht en rook
➔ Vuur heeft een belangrijke rol in hoe de tent geconcipieerd werd
- De rook moet weg kunnen
- Vlammen mogen de schil (dierenhuiden) niet raken
2
,Habitat:
- Eerste mensen waren nomaden
- Geen vaste woonplek (veranderde volgens de aanwezigheid van wild)
- Gingen op zoek naar bestaande natuurlijke beschuttingen zoals grotten, kuilen,
rotswanden, … → essentiële functie als: onderdak, beschutting en geborgenheid
tegen een hard, vijandig, gevaarlijk natuurlijk milieu.
- Ze leefden in groepen, grote families samen
Grotschilderingen in Europa (Z-Frankrijk/N-Spanje + oostkust spanje)
Dateren uit het laat-paleolithicum, het einde van de laatste ijstijd (30 000 – 10 000vc)
→ Door warmere temperatuur zijn er meer prooien, mensen durven meer jagen op grote
prooien
Klimaatverandering
Neolithicum
Opvallend thema = afbeeldingen van dieren (dierenjacht stond centraal)
• Stadelgrot in Zuidwest Duitsland
Ivoren beeldje van de Leeuwman
Opgraving van het allereerste kunstobject
→ 32 000 jaar oud
→ in elkaar gepuzzeld door archeologen
→
functie: aanduiden van een belangrijke plek/ heersen van het
onheersbare, van de natuur
• Muurschildering in de grot van Lascaux (Frankrijk)
→ tss 10 000 en 20 000 jaar oud
→ pas in 1940 ontdekt
→ geeft betekenis aan de plek => decoreren door bepaalde
vormentaal
→ minder verfijnd, met terracotta aardkleuren
→ brute vormen: modern en suggestief. -> van de oervorm
terug naar de essentie
De grot zelf:
→ geen goede bereikbare plekken = die plek heeft een symbolische waarde.
➔ Voorstellingen in grotten zijn millennia lang goed bewaard → reden?
- Bevinden zicht nooit vlakbij de ingang, maar zo ver mogelijk van het daglicht
- In de grot zijn er heel nauwe doorgangen → pas laat ontdekt
Besluit:
- De voorstellingen zijn meer dan decoratief, realisme is heel belangrijk
- Gemaakt als ondersteuning van rituelen
- Ook archeologische vondsten zoals voetafdrukfossielen, stenen werktuigen,
restanten van kampvuur
3
, 1.2 Het Neolithicum (+/- 10 000 vc – 3000 vc)
1. 1ste echte nederzetting
2. Toename bevolking
3. 1ste echte steden, langs het water
het Paleolithicum werd afgesloten met de “neolithische revolutie”
= revolutie ve op jacht en visvangstgefundeerde samenleving → landbouwgemeenschappen
Grotere hersencapaciteit van de homo-sapiens → betere voeding, meer energie
Mens is geen nomaad, maar beetje bij beetje sedentair → eten door landbouw
Mensen worden intelligenter, veel complexere samenleving
Nieuwe beroepen, markt, geld, handel, werktuigen, specialisatie van rollen,
nieuwe materialen (klei en adobe)
Uit dorpsgemeenschappen langs waterlopen, vormen kernen zicht tot
1ste steden (nederzettingen)
→ belangrijke nederzettingen in het Midden-Oosten
→ Mesopotamië
→ meerdere namen voor dezelfde regio: levant,
tweestromengebied
→ (potamos = rivier) Tigris & Eufraat
2 Neolitische steden
1. CATALHÜYÜK
• Stad in Turkije
• Rechte hoeken in elkaar gepuzzeld: technologie om groepen samen te laten wonen
op een kleine oppervlakte tegen elkaar. => bescherming
• Geen straten: circulatie over platte daken van verschillende hoogten, met in het
bovenste deel van de muren een doorbreking als toegang van de woning
• Woningen gebouwd uit lemen blokken, uitgedroogde grond
• Muurschilderingen van de stad, getekend vanuit de lucht gezien (5000 vc)
2. JERICHO
• 1 van de oudste woonconcentraties ter wereld
• Vorm is ovaal met aanwezigheid van monumentale stadspoorten en volledige
ommuring (stadsmuur militair versterken)
• Verschillende functies van gebouwen op 1 plek. (vb. woonhuizen, tempel,…)
• In sommige ruimten werden bepleisterde mensenschedels gevonden
→ doden lieten ze niet meer achter, maar ze deden aan mummificatie om de
schedels te bewaren
= vroege vorm van mummificatie
= intens geloof in het verder leven van de menselijke geest na de dood
4