De besloten vennootschap
Kenmerken van de bv
De besloten vennootschap is een vennootschap zonder kapitaal waarin de aandeelhouders slechts
hun inbreng verbinden (= beperkte AS) (art. 5.1 WVV)
Beperkte AS -> SE kan aan het vennootschapsvermogen, maar niet aan het EV vd vennoten
Doel wetgever?
De bv als basisvorm voor vennootschappen (met beperkte AS)
Kadert in ruimere ambitie: het nieuwe vennootschapsrecht moet van België het Delaware
(VS) van de EU maken
<-> nv: voor V’n met grotere omvang en identiteit AH’s van minder belang
Belangrijkste kenmerken
1. Geen minimumkapitaal meer, enkel inbreng
2. Veel aanvullend (= suppletief) recht: statuten kunnen afwijken van heel wat wettelijke regels
Wanneer kiezen voor bv?
- Wanneer je heel sterk beschermd wil zijn
- Veel risico wil kunnen nemen
- Zelf de spelregels wil bepalen
Oprichting
Aanvangsvermogen
Geen minimumkapitaal, wel een inbreng (= onderdeel aanvangsvermogen) (art. 1.1 WVV)
Componenten aanvangsvermogen:
EV = inbrengen + overgedragen winsten + reserves)
(+ VV; bijv. bankleningen)
Doel aanvangsvermogen:
Bescherming van de SE’s
Vereisten aanvangsvermogen: (art. 5.3 & 5.4 WVV)
Het aanvangsvermogen moet toereikend zijn voor de voorgenomen ondernemingsactiviteiten (over
een periode van > 2 jaar)
1
,Uitkeringsmogelijkheid inbreng?
Ja, mits voldaan aan voorwaarden in art. 5.141 e.v.
En
Voor zover niet ‘onbeschikbaar’ gemaakt (onbeschikbare reserves) in de statuten
Financieel plan (art. 5.4 WVV)
Door oprichters over te maken aan de notaris met onder meer een verantwoording van het
aanvangsvermogen voor twee jaar ondernemingsactiviteiten (begroting inkomsten en uitgaven voor
2j, geschatte balans, resultatenrekeningen voor 2j, …)
Doel en belang van het financieel plan?
- Lichtzinnige oprichting van vennootschappen vermijden
= vermijden dat mensen V’n oprichten voor de fun
- Notaris houdt enkel bij (onder gesloten envelop); geen beoordeling of publicatie
Waarom een notaris?
Omdat deze als veilig wordt beschouwd
- Evt basis voor oprichtersAS; opvraagbaar door de ondernemingsrechtbank
Art. 5.16 WVV: oprichters zijn hoofdelijk AS voor de verbintenissen van de
vennootschap
i) Naar een verhouding die de rechter vaststelt
ii) In geval van faillissement uitgesproken binnen drie jaar na de verkrijging van
de RPH
iii) Indien het aanvangsvermogen bij de oprichting kennelijk ontoereikend was
voor de normale uitoefening van de voorgenomen bedrijvigheid over ten
minste twee jaar
Oprichtersaansprakelijkheid
Aansprakelijk kunnen worden gesteld voor bepaalde schulden van de vennootschap als ze de
vennootschap opgericht hebben met een aanvangskapitaal dat ontoereikend was om 2 jaar de
activiteiten van de vennootschap te kunnen uitoefenen
Plaatsing van de aandelen (inbreng)
Plaatsing + inschrijvenop aandelen
Algemeen: de plaatsing van aandelen (de inbreng) moet volledig en onvoorwaardelijk gebeuren
(dwingend recht) (art. 5.5 WVV)
= op ieder aandeel moet een inbrengende AH hebben ingeschreven
2
, Sanctie? (art. 5.15, 1° en 2°)
Oprichters als inschrijvers beschouwd van de aandelen waarvoor niet op geldige wijze werd
ingeschreven conform art. 5.5 (1°)
Hoofdelijk AS tot werkelijke storting (2°)
Kan een vennootschap inschrijven op haar eigen aandelen?
Nee, art. 5.6, §1, 1e lid WVV
Sanctie: oprichtersAS ex art. 5.15, 3°
Kan een dochtervennootschap inschrijven op de aandelen van de moedervennootschap?
Nee, art. 5.6, §1, 1e lid WVV
Sanctie: oprichtersAS ex art. 5.15, 3°
Kan een moederV inschrijven op de aandelen van de dochterV?
Ja, geen verbod (dit maakt een V net een moederV: zie eerder art. 1.15 j. 1.14, §2, 1° WVV)
Kan een V inschrijven op haar eigen aandelen d.m.v. een tussenpersoon die in eigen naam inschrijft
maar voor rekening van de V?
Nee, art. 5.6, §1, 1e lid WVV
De tussenpersoon wordt geacht zich voor eigen rekening te hebben ingeschreven (= persoonlijk
gehouden tot volstorting)
Storting van de inbrengen
Algemeen:
Vanaf de oprichting volledig gestort, tenzij anders bepaald in de oprichtingsakte (art. 5.8 WVV)
- In geld: op geblokkeerde rekening op naam van de vennootschap (art. 5.9 WVV)
- In nijverheid
Quid bij blijvende arbeidsongeschiktheid of overlijden inbrenger?
Art. 5.10, 1e en 3e lid WVV: uitgereikte aandelen voor die inbreng komen te vervallen, tenzij
statutair anders bepaald
Vergelijking met maatschap, vof of CommV?
Art. 4.16 WVV: ontbinding van de V (principe), tenzij statutair verblijvings- of
voortzettingsbeding
Quid bij tijdelijke arbeidsongeschiktheid inbrenger?
3