Gehele samenvatting voor strafrecht. Met een 8.5 afgerond!
Met deze samenvatting een 8.5 gehaald !!!
Tout pour ce livre (55)
École, étude et sujet
Hogeschool Windesheim (HW)
HBO-Rechten
Straf- En Strafprocesrecht
Tous les documents sur ce sujet (8)
Vendeur
S'abonner
donne16
Aperçu du contenu
Strafrecht 1 samenvatting
Hoofdstuk 1 Het strafbare feit
Er wordt van een strafbaar feit gesproken indien het om een menselijke gedraging gaat, die binnen
een delictsomschrijving en die wederrechtelijk en aan schuld te wijten is.
- Menselijke gedragingen: een persoon heeft een gedraging verricht = een gewilde
spierbeweging heeft uitgeoefend. Die gedraging kan bestaan uit een doen of nalaten.
Rechtspersonen kunnen net als natuurlijke personen strafbare feiten plegen dit noemen we
functionele daderschap.
- In een delictsomschrijving staat welke gedragingen strafbaar zijn. Moet altijd wettelijk zijn
vastgesteld (artikel 1 Sr: feit is pas strafbaar als er voorafgaand aan de gedraging een
wettelijke strafbepaling is geformuleerd: legaliteitsbeginsel).
- Wederrechtelijk: in strijd met het recht.
- De bovenste voorwaarden moeten aan schuld te wijten zijn verwijt: er is hiervan sprake
als de verdachte anders had kunnen handelen, maar dit niet gedaan heeft.
Wederrechtelijkheid en schuld worden elementen genoemd: ongeschreven voorwaarden om iemand
te kunnen straffen. De onderdelen waaruit een delictsomschrijving bestaat heten bestanddelen:
staan altijd in een tenlastelegging opgenomen en moeten door een rechter bewezen worden
verklaard.
Delicten kunnen onderscheden worden in misdrijven en overtredingen
Misdrijven: Boek 2 Wetboek van Sr. Overtredingen: Boek 3 Wetboek van Sr.
Delicten waarvan de wetgever vindt Delicten waarvan de wetgever gemeend heeft dat de
dat strafbedreiging wat minder mag zijn. Dader krijgt alleen
geldboete of hechtenis
Het verschil tussen formele en materiele delicten zit hem in de wijze waarop de wetgever het delict
in de wet heeft omschreven. Formele delicten: delicten die een bepaald handelen strafbaar stellen
(activiteit wordt dus strafbaar gesteld en evt. gevolg is n.v.b. Materiele delicten: stellen het intreden
van een bepaald gevolg strafbaar. Bijvoorbeeld: doodslag, de wetgever heeft niet omschreven hoe
iemand van het leven is beroofd, maar enkel strafbaar gesteld dat het strafbaar is als iemand wordt
gedood.
Commissiedelicten: delicten die een bepaald handelen strafbaar stellen. Omissiedelicten: delicten
die juist het nalaten strafbaar stelt (artikel 450 Sr: het nalaten om hulp t verlenen aan iemand die in
levensgevaar verkeerd).
- Gronddelict: een bepaalde gedraging is strafbaar gesteld.
- Gekwalificeerd delict: delict dat ernstiger is dan het gronddelict. Deze kent ook een
zwaardere strafbedreiging dan het gronddelict.
- Geprivilegieerd delict: is een lichtere variant met een lager strafbeding ten opzichte van het
gronddelict.
Hoofdstuk 2 Wederrechtelijkheid
Wederrechtelijkheid heeft 2 betekenissen:
1) Zonder toestemming van rechthebbende: deze leer wordt ook weer de leer van Remmelink
genoemd.
2) Bestanddeel is element: wederrechtelijkheid betekent in strijd met het recht. De verdachte
heeft gehandeld in strijd met de geschreven en ongeschreven regels. Iemand is strafbaar die
, opzettelijk een ander wederrechtelijk van de vrijheid berooft of beroofd houdt. Artikel 282,
lid 1 Sr.
Verschillende betekenissen van wederrechtelijkheid geeft verschillende uitkomsten.
Hoofdstuk 3 Opzet
Opzet is een belangrijk bestanddeel. Er is pas sprake van opzet als je met je handelen kwaad in de zin
hebt. Juridische term: er kan ook sprake van opzet zijn zonder dat iemand kwaad in de zin heeft
gehad.
Boos opzet: er is sprake hiervan wanneer de verdachte willens en wetens de strafwet heeft
overtreden.
Kleurloos opzet: er is sprake hiervan wanneer een verdachte willens en wetens heeft gehandeld (of
degene wist of het strafbaar was, doet er niet toe).
Verschillende vormen van opzet:
- Opzet als bedoeling: verdachte wil dat een gevolg intreedt en daarom handelt hij. Hij weet
ook dat zijn handelen een bepaald (gewild) gevolg teweeg zal brengen
- Opzet als zekerheidsbewustzijn: om hiervan te spreken moet het gaan om een gevolg waar
de wil van de dader niet op gericht is. Als de verdachte wist dat door zijn handeling het
ongewilde gevolg intrad, dan is er sprake van dit.
- Opzet als waarschijnlijkheidsbewustzijn: er is hiervan sprake als de gevolgen van het
handelen van een verdachte waarschijnlijk zullen intreden (het gaat om gevolgen
waarschijnlijk nog kunnen intreden, maar we dat niet met zekerheid weten).
- Opzet als mogelijkheid-bewustzijn: het is mogelijk dat bepaalde gevolgen, als gevolg van het
handelen van de verdachte zullen intreden.
Hoofdstuk 4 Schuld
Schuld is samen met opzet en wederrechtelijkheid een van de belangrijkste bestanddelen van het
Nederlands strafrecht. Culpa = schuld maar dan in het Latijn. De term wordt gebruikt om aan te
geven dat er wordt gesproken over het bestanddeel schuld en niet over het element schuld.
Schuld in strafrechtelijke zin: er is sprake van schuld wanneer iemand iets expres heeft gedaan (het
hoeft niet uit te maken of de verdachte expres heeft gehandeld of juist niet, het gaat erom of iemand
verwijt kan worden gemaakt).
Kenmerken schuld:
- Onvoorzichtigheid (belangrijk kenmerk) het gaat om de keuze om zich anders te gedragen
dan die daadwerkelijk heeft gedaan.
Schuld = de aanmerkelijke mate van verwijtbare onvoorzichtigheid. De onvoorzichtigheid moet de
verdachte ook verweten kunnen worden.
Onvoorzichtigheid = wat een verdacht persoon heeft gedaan, wordt vergeleken met wat een normaal
persoon in dezelfde situatie zou doen.
In onze samenleving hebben we regels, instructies, wetten en afspraken om in te vullen wat
zorgvuldig handelen is. Als iemand iets links laat liggen is er automatisch sprake van
onvoorzichtigheid en dus van schuld, maar naast de vastgelegde zorgvuldigheidseisen speelt ook de
specifieke kennis/deskundigheid die iemand heeft een rol bij de beantwoording of er sprake is van
onvoorzichtigheid.
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur donne16. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €8,98. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.