Boekhouden
HOOFDSTUK 3
Basisgelijkheid
Bronnen van vermogen
o Waar komen de middelen vandaan,
Aandeelhouders Permanent
Derden Terugbetalen
vb., lening aan de bank = terugbetalen
PASSIEF: ↑, ACTIEF: ↓
Aanwendingen van vermogen
o Hoe heeft de onderneming de middelen besteed?
ACTIEF: ↑, PASSIEF: ↓
Basisgelijkheid: Aanwendingen = Bronnen
Registratie van transacties via de balansmethode
Lening die niet terugbetaald wordt, wordt permanent Kapitaal
Kost
“De in geldwaarde uitgedrukte offers van ingezette productiemiddelen”
= opoffering van eigen middelen
Opbrengst Kost
Resultaat = Opbrengsten – Kosten
o Opbrengsten > kosten Winst
= Eigen vermogen ↑
o Opbrengsten < kosten Verlies
= Eigen vermogen ↓
Permanente inventaris = bij iedere aankoop, voorraad aanpassen
Verkoop = opbrengst
Opbrengst
= aangroei van eigen middelen
De goederen verlaten ook effectief de winkel
Winst = verkoopprijs – kostprijs van de verkochte goederen
Afschrijving
= gebruik van materieel vast actief
Geschatte levensduur van het winkelpand
vb., 20 jaar Afschrijving winkelpand: 500 000 EUR/ 20 jaar = 25 000 EUR
Elk jaar gedurende 20 jaar
25 000 EUR naar kosten (P) + daling in A (winkelpand)
1
,Vennootschapsbelastingen op de winst:
Opbrengsten
- Kosten:
o Personeel
o Handelsgoederen
o Afschrijvingen
_____________________________
= Winst voor belastingen
- Geraamde belastingen
_____________________________
= Winst na belastingen
Geraamde belastingen = vennootschapsbelasting
volgend jaar de belastingen betalen
(geraamde belastingen zijn geen betaalde belastingen)
Belastingen niet naar kosten
Niet voor dit boekjaar, maar voor volgende boekjaar
Winstverdeling
o Winstbestemming: resultaat wordt “verwerkt”
o Resultatenrekening: annulatie K en O
o Resultaat definitieve “plaats” op balans
Aandeelhouders/vennoot = dividend
Zaakvoerder = tantième
Opmaak van de definitieve jaarrekening
o Onderdelen jaarrekening
Balans na winstverdeling = BALANS
Resultatenrekening (RR): overzicht van alle opbrengsten en kosten van het jaar
Resultatenverwerking (RVW): overzicht van manier waarop het resultaat werd
verdeeld
Evaluatie van de balansmethode
Nood aan RR en RVW
o Balans “Statisch” informatiemiddel
Overzicht van bezittingen, schulden en eigenvermogen op een bepaald ogenblik
GEEN inzicht in manier waarop toestand is ontstaan
o Resultaat minsten 1x per jaar bestemmen
Vermogensvermeerdering (O > K)
Vermogensvermindering (O < K)
Beïnvloeden tijdelijk het eigen vermogen
- =Enkel elementen uit de balans
Verrichtingen
- =Ook elementen uit de resultatenrekening
2
, Nood aan systeem met niet-permanente inventaris
Systeem van permanente inventaris
o Elke verraadbeweging wordt geregistreerd
o Voordeel:
Balans, altijd juiste ‘voorraadwaardering’
o Nadeel:
Grondstoffen, Hulpstoffen:
Bij elke verbruik, kostprijs materiaalverbruik berekenen
Handelgoederen, Gerede Producten:
Bij elke verkoop, kostprijs van de verkoop berekenen
Niet permanente inventaris
o Grondstoffen, Hulpstoffen, Handelsgoederen:
BV, staat op balans
AK, als kost noteren
Verbruik, niet noteren (we verkopen ze niet)
Einde BJ, voorraadwijziging boeken:
BV < EV: voorraadwijziging = voorraad ↑, kosten ↓
BV > EV: voorraadwijziging = voorraad ↓, kosten ↑
Niet permanente inventaris
o Gerede producten (GIB, BIU)
BV, staat op balans
Afwerken & VK, niet noteren
Einde BJ, voorraadwijziging boeken:
BV < EV: voorraadstijging:
o voorraad ↑,opbrengsten ↑: “verkoop aan jezelf tegen kostprijs”
BV > EV: voorraaddaling
o voorraad , opbrengst : “productiekost nog noteren”
HG,GS,HS kosten; GP opbrengsten
CIJFERVOORBEELD
Nood aan boekhoudtechniek
o Balansmethode
Voordeel: steeds volledig informatie
Nadeel: omslachtig en tijdrovend
Nood aan uniformiteit
o Wettelijke schema’s: VOL, VKT, MIC
Gemakkelijk vergelijkbaar
Vermeld alle relevante informatie
3