Alle vragen uit het oefententamen worden in deze samenvatting behandeld. Aan de hand van het deel van de vraag van het oefententamen dat in het normale tentamen hetzelfde blijft is informatie opgeschreven dat op die stelling kan gaan slaan. Per vraag staat dus de informatie uit het boek van Bersse...
- Sciëntisme:
- Denken in variabelen van gemiddelden
- Nadruk op natuurlijke realiteit
- Van een wetenschappelijke uitspraak moet duidelijk zijn wat zintuigelijk waar te nemen valt
als ze waar is
- Deductief nomologische verklaringsmodel
- Hypothetisch deductieve model van bewijsvoering of inductie
- Mind valt te reduceren tot brain
- Bepalend voor wat geldt als wetenschappelijke kennis zijn interne factoren
- Paradigma’s zijn niet incommensurabel
- Erklären
- Morele waarden zijn buitenwetenschappelijk
- Objectieve kennis
- Perspectief zo neutraal mogelijk
- Rol van externe factoren (subjectief) minimaliseren
- Kale, objectieve feiten, geen verzinsels
- Alleen observaties en formele logica
- Empirisch, meten is weten
- Feitelijke bewering moet operationaliseerbaar zijn om betekenisvol te zijn
- Deductie
- Behaviorisme
- Empirisch-analytisch
- Genen, brein
- Kwantitatief
- Waarneembaar gedrag/hersenen
- Kijken van bovenaf naar de structuur
- Wetenschappelijk redeneren moet logisch zijn
- Geen abductie en unobservables
- Mechanistisch-causaal verklaren
- Geen counterfactuals
- Eenheid in wetenschap/ unity of science
- Upward causation
- Geen space of reasons
- Epistemische waarden -> geen morele waarden
- Interne factoren
- Waarschijnlijkheid is frequentie
,Boek Mersch:
Vragen van oefententamen: 26-30
- Ankering:
Je wordt beïnvloed door willekeurige getallen
VB: je gooit eerst met twee dobbelstenen en daarna schat je hoe hoog een gebouw is. Je
wordt dan beïnvloed door de getallen die je net gegooid hebt.
VB: verkoper begint met een heel hoog bedrag, je dingt een beetje af, maar betaalt
uiteindelijk alsnog te veel voor het product, terwijl je zelf het idee hebt dat je het goed
gedaan hebt.
- Base-rate neglect:
Afgaan op je intuïtie in plaats van op logica, waardoor er verkeerde beslissingen worden
genomen.
VB: verwart kans dat de test positief is als je kanker hebt (90%) met de kans dat je kanker
hebt -> die is kleiner.
VB: 70% kans op een ziekte die bijna nooit voorkomt is veel minder dan 10% kans op een
astma bijvoorbeeld. Toch wordt de 70% als erger gezien.
VB: heel vaak kop gegooid, dan zal de volgende keer wel munt zijn. Dit is niet zo, want de
kans is 50/50
VB: Jan is groot en sterk zal wel lid zijn van politie ipv een leerkacht -> dit is niet logisch, want
er zijn meer banen als leerkracht, dus dat zou logischer zijn.
- Halo-effect:
het positieve van de ene eigenschap schijnt als een stralenkrans naar de andere
eigenschappen uit.
VB: knappe mensen worden vaak slimmer en grappiger gevonden
VB: als een fysicus iets schrijft dan neem je dat eerder aan als waar, ook al is het iets waar hij
niets van weet.
VB: een rijtje met persoonseigenschappen van iemand, de volgorde waarin woorden worden
uitgesproken beïnvloed jouw oordeel
VB: slim, vriendelijk, koppig, arrogant of arrogant, koppig, vriendelijk, slim
VB: iemand die nobelprijs heeft gewonnen wordt meer bijzonderder gevonden dan toen hij
dat nog niet had.
- Confirmation bias
Je ziet wat je wilt zien, bevestiging van eigen opvatting
VB: veel patiënten gaan dood, de dokter bleek vroeger sekswerker te zijn -> dat zal met
elkaar te maken hebben.
Vragen 41-45
- Aantal apen blindheid:
als je oneindig aantal apen hebt, zal één van hen wel een werk van Shakespeare produceren
op een typmachine. De kans dat één aap dat doet is heel klein, maar vermenigvuldigt met
het oneindige wordt de kans veel groter.
Wil je waarschijnlijkheid weten dan moet je aantal apen tellen. Echter: men vraagt niet welke
gegevens hij nodig heeft, maar doet het met de gegevens die je hebt. Mens draagt
oogkleppen en ziet alleen de aap die Shakespeare schreef. Alle andere apen worden daarna
genegeerd. Je moet die ene aap die Shakespeare schreef wel vergelijken met hoeveel andere
apen het dan niet is gelukt -> het is dus geen bijzondere aap, maar gewoon toeval als
, oneindig veel apen het niet goed hadden.
- Onweerlegbaarheid:
Sommige hypotheses lijken op wetenschap, maar hebben eigenlijk niets met kennis te
maken. Ze zijn niet weerlegbaar. Zijn waar wat er ook gebeurt. Kan niet door de
werkelijkheid worden tegengesproken, verklaart alles.
VB: menselijke acties kunnen verklaard worden doordat iemand
minderwaardigheidscomplex heeft, zegt iemand. Een man ziet dan een kind in het water
vallen en springt er door dat complex achteraan. Was de man blijven zitten dan was het ook
een bevestiging van de theorie, want door het complex was hij zo op zichzelf gericht dat niets
hem meer raakt. Je kan dus altijd iets bedenken waardoor de hypothese klopt.
VB. het regent of het regent niet.
- Lade-effect:
niet-representativiteit (lades met niet significante studies)
Je doet een experiment met 5% foutenkans, als het niet blijkt de kloppen worden jouw
resultaten niet gepubliceerd, klopt het wel (kan ook niet kloppen vanwege de foutenkans)
dan wordt het wel gepubliceerd terwijl er even veel kans is dat je resultaten niet kloppen.
Daarom moet je alle info laten zien niet alleen de info die je zelf leuk vindt.
Negatieve studies hebben kleinere kans om gepubliceerd te worden, dus wat je ziet in
medische tijdschriften is een niet-representatieve steekproef.
- Regressie naar het gemiddelde (het veronachtzamen daarvan)
als mijn kind heel druk is doe ik bewegingsoefeningen en een halfuur later is het kind rustig.
Mijn bewegingsoefeningen helpen!
ik voel me beroerd en drink een kruidenmengsel, daarna voel ik me beter dus het drinken
helpt
als je eerst in de roos schiet of juist heel ver ervan af dan meer kans dat de volgende worp
meer in het midden zal zijn.
Vragen 46-50
- Aanwezigheidsheuristiek:
we bepalen hoe waarschijnlijk het is dat iets voorkomt op basis van aanwezigheid van
voorbeelden in ons hoofd. Het uitzonderlijke is meer aanwezig dan het normale.
VB eerder dood door haai dan door badkuip -> dit hoor je namelijk vaker in krant.
VB als iemand net auto-ongeluk gehad heeft, rijd je zelf voorzichtiger omdat het in je hoofd
zit.
- Ad hoc hypothese
Premisse 1 is onjuist, waardoor de conclusie die je daarop had getrokken niet meer klopt.
Met een ad-hoc hypothese kun je makkelijk iets bedenken waardoor je de conclusie niet
meer hoeft te accepteren.
VB het heelal is jonger dan 6000 jaar, want we kunnen niet verder kijken dan 6000 lichtjaren.
Daarna blijkt dat we wel verder kunnen kijken dus klopt deze conclusie niet meer.
VB: als dierlijke vetten zo ongezond zijn waarom merk je dat niet in FA? ze hebben vast veel
lichaamsbeweging.
- Post hoc ergo propter hoc:
als iets volgt op iets anders denk je snel dat het ook daardoor veroorzaakt wordt.
VB: na vaccinatie van MMR een hoger aantal autismegevallen -> deze vaccinatie veroorzaakt
dus autisme.
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur elviralansdorp. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €5,39. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.