PRODUCTIE: BEELDTAAL
1 INTRODUCTIE
1. Beeldvorming
We kunnen, zonder iets te zien met de ogen, toch een beeld vormen in onze hersenen.
→ Beeldvorming is dus niet hetzelfde als een beeld waarnemen (zien).
Daarom gaan we beelden als volgt omschrijven:
Een beeld = de werkelijkheid
Een afbeelding = de reproductie van de werkelijkheid
Een mentaal beeld = verbeelding
→ René Magritte - Ceci n’est pas une pipe : het is de afbeelding van een pijp en geen echte pijp
2. Waarneming
Waarnemen gebeurt met je ogen, je ziet een beeld op je netvlies.
Daarna gaan de hersenen aan de slag, het beeld wordt ontleed in verschillende stappen.
Ook dieren nemen beelden waar en ontleden die beelden in hun (kleinere) hersenen en
geven er betekenis aan.
3. Filosofen en stromingen
Vele filosofen hebben zich over beeldtaal gebogen, bv. Plato, Confusius, Barthes, Chandler
De belangrijkste stromingen:
De ‘Gestaltwetten’ = hoe kijken we naar een beeld
De Semiotiek = wat is de betekenis, hoe begrijpen we wat we zien
De Retorica = hoe overtuig je iemand
Het interpreteren van een beeld is geen lineair
proces, de 3 theorieën vullen elkaar aan in
willekeurige volgorde.
1. Gestalt (zien)
Een goed aanvoelend beeld (goed opgebouwd) zal luisteren naar de Gestaltwetten.
Dit is een eerste niveau van interpretatie.
Bv. Iedereen, overal ter wereld vind een ‘symmetrisch’ gezicht mooi. Het zit als het ware ingebakken
in onze hersenen om dat mooi te vinden.
2. Semiotiek (betekenis geven)
Op een tweede niveau ga je er betekenis aan geven, je gaat het interpreteren.
De studie van het interpreteren van tekens en beelden = de Semiotiek
Deze interpretatie is ook afhankelijk van de context waarin je dat beeld bekijkt.
In welke omgeving neem je het beeld waar? = omgevingssamenhang
Hoe voel je je op dat moment? = ontvangstsamenhang
Met welke (socio-culturele) waarden ben je opgevoed?
3. Retorica (overtuigen)
We kunnen retorische concepten, zoals metaforen inzetten om meer overtuigende beelden te
maken.
1
, Voorbeeld smeltende gletsjers:
Gestalt Beide foto’s op hetzelfde formaat, met dezelfde visuele parameters naast elkaar
gezet, maken een vergelijking tussen de situatie in 2003 en 2013 mogelijk.
Semiotiek We herkennen en begrijpen dat het over smeltende gletsjers gaat.
Retorica De vergelijking moet de kijker overtuigen dat het klimaat wel echt verandert.
4. Waarom visueel communiceren
Er is een overaanbod aan informatie.
Onze ogen en hersenen kunnen in minder dan 1/10 seconde een visuele scène begrijpen.
Een beeld wordt 60.000 keer sneller ‘gelezen’ dan een tekst.
→ Met een gemiddelde aandachtspanne van 8 seconden, het verwerken van visuele
aanwijzingen in 1/10 van een seconde en het 60.000 keer sneller verwerken van visuele
content tegenover tekstuele content, hunkeren onze hersenen naar visuele content.
Alles wordt visueel, beelden zijn overal.
2 GESTALT
Wat is de eerste indruk? Voor we het beeld gaan interpreteren.
Hoe kijken we naar een beeld?
Waarom ervaren we het ene als voorgrond en het andere als achtergrond?
Hoe en waarom zien we samenhang tussen voorwerpen?
Gestalt betekent ‘vorm’
Als we de wereld rond ons bekijken zien we betekenisvolle en complete objecten, niet een
serie onafhankelijke onderdelen.
Goed Gestalt betekent: eenvoudig, geordend, uitgebalanceerd, verenigd, coherent,
regelmatig.
Gestalt zorgt bij visuele communicatie vooral voor orde.
Volgende gestaltwetten zijn van belang bij beelden:
Kernachtigheid
Eenvoud
Voor- en achtergrond
Nabijheid
Overeenkomst / symmetrie/ gelijke achtergrond
Geslotenheid
Continuïteit / gelijke bestemming
1. Gestaltwet van de kernachtigheid (law of Prägnanz)
Je hersenen ontleden een voorstelling in de meest eenvoudige vormen.
Simpelste mogelijke vormen - gezichten
Geringste aantal vormen
Symmetrische vormen
2
, Pareidolie = een psychologisch verschijnsel, een
vorm van illusie waarbij iemand een zodanige
interpretatie van onduidelijke of willekeurige
waarnemingen heeft, dat hij hierin herkenbare
dingen meent waar te nemen
→ bv. vormen in de wolken
2. Gestaltwet van de eenvoud
Voorwerpen worden waargenomen in de meest eenvoudige vorm.
Eenvoud geeft ruimte (less is more).
Groeperen van visuele informatie geeft eenvoud en helpt ons de wereld rond ons te
ordenen.
Slecht voorbeeld: chaotische lay-out
Al iets beter gebruik gemaakt van witruimte en
betere ordening.
Een goed gebruik van witruimte heeft een
behoorlijke impact op de leesbaarheid van
teksten. Mensen onthouden 20% meer van een
tekst als er voldoende witruimte is.
Eenvoudige lay-out = goed uitlijnen
Niet goed uitgelijnde elementen geven ons hersenen een chaotisch beeld.
Bij een goede schikking en uitlijning geeft het totaal beeld veel meer rust
waardoor informatie beter verwerkt kan worden.
Goed voorbeeld:
Ideaal, door genoeg witruimte wordt het oog meteen naar het belangrijkste,
namelijk het product en de titel geleid. Witruimte gebruiken als hulpmiddel
zorgt dat gebruikers meer aandacht geven aan de hoofdinhoud.
3
, 3. Gestaltwet van de voor- en achtergrond
We organiseren onze waarnemingen door voor- en achtergrond van elkaar te onderscheiden.
In een afbeelding spelen sommige onderdelen een prominente rol, andere worden naar de
achtergrond verdrongen.
Alles staat op de voorgrond, zowel de vinger, de krant en de iPAD. Dit
werkt niet goed. Je kiest er beter voor om enkel het onderwerp dat je
boodschap het beste uitdraagt op de voorgrond te zetten.
Zorg er altijd voor dat de teksten leesbaar zijn! Indien de
achtergrond even lichte delen bevat als de tekst zelf,
dan is de boodschap niet meer duidelijk. Kijk in dit
voorbeeld naar ‘Farm’, door de lichte streep op de
achtergrond is het niet echt meer leesbaar. In dit geval
donkerdere achtergrond kiezen.
Navigatie:
Voorbeelden van effectieve en ineffectieve navigatiestructuur
De twee navigatie-arrays zijn identiek in samenstelling, maar de ene links wordt
snel tekstinhoud gezien op de lichte achtergrond.
De matrix aan de rechterkant wordt gezien als twee keer zoveel gegevens,
aangezien de structuur is samengesteld uit lijnen.
De lijnen concurreren met de inhoud om aandacht.
Het is te complex om effectief te zijn.
Het resultaat is bovendien lelijk en storend.
Schaduw gebruiken:
Beide van deze objecten zijn knoppen, maar degene aan de linkerkant
ziet eruit alsof het gewoon een ander deel van de paginastructuur of
achtergrondarcering kan zijn.
Bij de knop aan de rechterkant is een schaduw toegevoegd en nodigt uit om erop te klikken.
Welke grafiek (bovenaan) is het best leesbaar?
Door de donkere achtergrond op de linker grafiek is er extra
onnodige informatie die onze hersenen moeten verwerken,
aan de rechterkant is er een mooi contrast tussen de witte
achtergrond en de blauwe staafjes, dit is hier de beste
oplossing.
Als je iets wil benadrukken kan je wel gebruik maken van
een donkerdere kleur om de focus op één staaf te leggen.
Gestaltswitch = laat toe om in een afbeelding beiden te wisselen waardoor er 2 tekeningen ontstaan.
4