Sociale zekerheid
Functies en basiscompetenties opleidingsprofiel
Psychosociale functie
Concrete en informatieve dienstverlening
Preventieve functie
Zorgcoördinatie en netwerkontwikkeling
Bemiddelende functie
Onderzoek en rapportering
Signalerende en beleidsgerichte functie
Educatieve functie
Activerende functie
Domein van de sociale wetgeving
In de sociale wetgeving kunnen we twee delen onderscheiden: het arbeidsrecht en het
socialezekerheidsrecht.
Het socialezekerheidsrecht en de regelgeving inzake Sociale Bijstand omvat alle maatregelen
waardoor aan een werknemer, zelfstandige of lid van het overheidspersoneel in zijn
levensonderhoud kan voorzien indien hij dat zelf niet meer kan.
Het arbeidsrecht omvat het geheel van rechtsregels die tot doel hebben de verhoudingen tussen
werkgevers en werknemers te regelen.
Wordt de arbeid geleverd volgens aannemingsovereenkomst of in dienst van de staat, provincie,
gemeente, openbare instelling of instelling van openbaar nut dan ontsnapt dit aan het arbeidsrecht.
INHOUD VAN HET SOCIAAL RECHT
Wetten die de wederzijdse rechten en plichten van werkgever en werknemer bepalen (AR)
Wetten die de samenwerking regelen tussen werkgevers en werknemers (AR)
Wetten die de werknemer tijdens het werk beschermen (AR)
Wetten ter bescherming van de werknemer die niet kan werken (SZ)
Het sociaal recht voor zelfstandigen (SZ)
De sociale bijstand (de “residuaire” stelsels) (SZ)
Historiek
1e industriële revolutie en ontstaan van kapitalisme: privéinitiatieven
Armoede wordt samenlevingsprobleem: °burgerlijke godshuizen, Burelen van Weldadigheid
(voorloper OCMW)
°risico’s door fabriekswerk: ziekte, arbeidsongeschiktheid, werkloos arbeiders zelf
verzekeren: °Maatschappijen voor Onderlinge bijstand = uitkering omgevormd tot
mutualiteit door de arbeidersbeweging
Kinderbijslagkassen door Christelijke werkgevers
Overheidsinterventie
° door crisis nationale stakingen (1886) overheidsintervantie
Mutualiteiten subsidiëren diverse mutualiteiten: gegroepeerd: efficiënter beheer
°landsbonden, maar nog steeds op vrijwillige basis
,Verplichte verzekering
°1903: verzekering tegen arbeidsongevallen
Interbellum: verplichting uitgebreid met rust- en overlevingspensioen, beroepsziekten,
gezinsbijslag, betaald verlof, eerste wet voor gewaarborgd inkomen voor gehandicapten
Zelfstandigen enkel verplicht voor gezinsbijslag, 1956 verplichte pensioensverzekering en 8j
later verzekering tegen grote risico’s in geneeskundige verzorging
Sociale risico’s bleven in gesubsidieerde privésfeer (ziekte, invaliditeit en werkloosheid)
WOII: sociaal pact
°Sociaal Pact (1944) met 2 pijlers = technische coördinatie van het voorgaande
o Sociale vrede tussen WN en WG organisaties
o Solidariteitsgedachte: leefomstandigheden van arbeiders verbeteren
Vernieuwingen door het Sociaal pact
o alle sociale verzekeringen (ook de werkloosheids- , ziekte- en invaliditeitsverzekering)
werden voor alle werknemers verplicht
o de uitkeringen gingen omhoog
o de Rijksdienst voor Maatschappelijke Zekerheid (later de Rijksdienst voor Sociale
Zekerheid, RSZ) werd opgericht als centraal orgaan om de bijdragen te innen
o de sociale zekerheid werd paritair beheerd, dat wil zeggen door de werknemers en
de werkgevers samen
enkel voor WN en niet zelfstandigen, niets over arbeidsongevallen en beroepsziekten
(privéverzekering) en gehandicaptenbeleid (via belastinggeld gefinancierd)
Naoorlogse periode
1967: sociaal statuut van de zelfstandigen dat alles samenbracht + later nog de verzekering
voor arbeidsongeschiktheid
nieuwe sociale categorieën bv zelfstandigen
wijzigingen in financieringswijze: meer inbreng overheid
verzekering tegen sociale risico’s waarborg voor bestaanszekerheid voor iedereen
(bestaansminimum)
crisis van 1975
werkloosheid, toename rechthebbenden, hoge kosten inkomen moeten stijgen, sociale
uitkeringen dalen! crisisbeleid met hervormingen bv categorieën in werkloosheidsregeling
WG-bijdragen werden verlaagd en deels vervagen door andere bronnen bv BTW
Minimum pensioenen werden opgetrokken, wet rond leefloon en inkomensgarantie voor
ouderen gewijzigd
Klassieke sociale zekerheid
Rust- en overlevingspensioenen
Werkloosheid
Arbeidsongevallenverzekering
Beroepsziekteverzekering
Gezinsbijslagen
Ziekte en invaliditeitsverzekering
Jaarlijkse vakantie
,Sociale bijstand of residuaire stelsel
Leefloon
Inkomensgarantie voor ouderen
Gewaarborgde gezinsbijslag
Tegemoetkoming aan gehandicapten
De basis van deze stelsels, steunen op 2 pijlers:
Verzekeringsgedachte
Solidariteitsgedachte
Sociale zekerheid zorgt voor 3 zaken:
Bij loonverlies krijg je een vervangingsinkomen (werkloos, pensioen, arbeidsongeschiktheid)
Bij sociale lasten bv kinderen, ziektekosten krijg je een aanvulling op het inkomen
Als je onvrijwillig niet over een beroepsinkomen beschikt, krijg je bijstandsuitkering
Tussen de beroepsgroepen verschilt de SZ en ook zelfs tussen WN. Er zijn 3 stelsels binnen het
klassieke socialezekerheidsstelsel:
Stelsel voor werknemers
Stelsel voor zelfstandigen
Stelsel voor ambtenaren
Handvest van de Sociaal Verzekerde
= wet van 1997 met principes i.v.m. rechten en plichten van sociaal verzekerden in hun contact met
sociale zekerheidsinstellingen met als doel de werking van het SZ klantvriendelijker en transparanter
te maken en de bevolking te beschermen tegen willekeur door maatregelen waaraan de instellingen
zich moeten houden. Het geldt ook voor de instellingen van sociale bijstand, maar de materiële
dienstverlening van het OCMW valt hier niet onder.
INFORMATIEPLICHT uit eigen initiatief bv non take-up: burgers moeten zelf informatie verschaffen,
maar die inlichtingen zijn gratis en moeten binnen 45 dagen worden verstrekt. Als men raad vraagt
bij de verkeerde instantie moet men doorverwezen worden.
Aanvraag uitkering: zo snel mogelijk beslissen en uitbetalen, wet bepaald hoe het behandeld moet
worden, termijn beslissing(binnen 4 maand na aanvraag), termijn betaling (4 maand na kennisgeving
beslissing), motivering, kennisgeving, herziening, terugvordering, beroep aantekenen (3 maand met
verzoekschrift), interest.
MOTIVERINGSPLICHT en mogelijkheid tot beroep meedelen in een begrijpelijke taal. Instellingen en
diensten die betaling regelen moeten cliënt verwittigen (op moment van uitvoering) en motivatie
meedelen.
Foute beslissing? nieuwe beslissing die start op datum waarop verbeterde beslissing had moeten
ingaan. Als men te veel aan u betaalde of gewoon een foute beslissing maakte, moet je het bedrag
terugbetalen.
Het handvest bepaalt dat de nieuwe beslissing slechts uitwerking heeft de eerste dag van de maand
na kennisgeving ervan als het recht op prestatie kleiner is dan het aanvankelijk recht, op voorwaarde
dat de vergissing niet te wijten is aan de verzekerde
Praktische toepassing van het Handvest
, Eerst richtte men zich tot instellingen van de sociale zekerheid, waardoor er geen duidelijkheid was
of het OCMW daaronder viel. Een Wijzigingswet voegde het OCMW expliciet toe als ‘rechtspersoon
van publiek recht die prestaties van sociale zekerheid toekennen’. OCMW moet deze regels dus
naleven, behalve als het gaat om een aanvraag tot maatschappelijke dienstverlening.
Gevolgen voor OCMW
1. Handvest en aanvraag tot leefloon - verplichtingen
a. OCMW zendt een ontvangstbewijs van verzoek met onderzoekstermijn,
verjaringstermijn bv betaling of verzoek om aanvullende lichtingen
b. Niet bevoegde OCMW verwijst het verzoek naar een bevoegd OCMW en laat de
cliënt daarvan weten
c. Een verzoek voor het krijgen van een voordeel uit SZ of SB geldt als verzoek tot het
verkrijgen van hetzelfde voordeel ten laste van een ander stelsel
2. Handvest en motivering van beslissingen – beslissingen uitbreiden met:
a. De mogelijkheid om beroep aan te tekenen
b. Het adres van de bevoegde rechtbank
c. Termijn van beroep aan te tekenen en hoe dat moet gebeuren
d. Inhoud van art. 728 en 1017 van Gerechtelijk Wetboek
e. Refertes van dossier en van de dienst die het dossier beheert
f. Mogelijkheid om opheldering te verkrijgen omtrent de beslissing bij de dienst die het
dossier beheert of bij een aangewezen voorlichtingsdienst
Indien niet in orde, start het beroepstermijn niet!
3. Handvest en beslissing tot terugvordering – bijkomende vermeldingen
a. Vaststelling dat er onverschuldigde bedragen zijn betaald
b. Het totale bedrag van wat onverschuldigd is betaald, alsook de berekeningswijze
ervan
c. Tekst en refertes van de bepalingen in strijd waarmee de betalingen zijn gedaan
d. De in aanmerking genomen verjaringstermijn
e. Mogelijkheid voor instelling van SZ om van de terugvordering van onverschuldigd
betaalde bedragen af te zien en de procedure die hiervoor moet worden gevolgd
f. Mogelijkheid om een met reden omkleed voorstel tot terugbetaling in schijven voor
te leggen
Indien niet alle vermeldingen, gaat het beroepstermijn niet in
4. Handvest en beroepstermijn
a. Binnen 3 maand na kennisgeving
b. Zegt niets over art 71 van OCMW-wet: individuele dienstverlening beroepstermijn
van 1 maand
Onderscheid naarmate beroep betrekking heeft op:
Leefloon: beroep van 3 maand, gunstigere termijnen in andere wetten blijven gelden (1
maand is niet gunstiger dus valt weg!)
Maatschappelijke dienstverlening: valt niet onder het SZ beroepstermijn van 1 maand
Kruispuntbank van de sociale zekerheid
= instelling die beschikt over een verwijzingsrepertorium van sociaal zekerheidsgegevens om de
coördinatie tussen de instellingen van SZ onderling en tussen de SZ instellingen en het rijksregister te
optimaliseren.