Samenvatting Business modeling, Finance & IP
Financieringslandschap:
● Product, vraag en aanbod
● Ondernemerslandschap
● Bankenlandschap
● Landschap van risicokapitaal
Product, vraag en aanbod
→ Het gaat niet over hoeveel geld, maar over welk type geld
De meeste instrumenten van eigenvermogenfinanciering zullen zich richten op bedrijven in een
bepaalde levensfase of in een bepaalde sector, terwijl kredieten zich eerder richten naar bestaande
ondernemingen of naar kleine start-ups met een voorkeur voor de traditionele sector. Op die manier
zijn verschillende instrumenten complementair
Vraag: Binnen de ondernemingen is er een grote diversiteit, niet elk bedrijf heeft dezelfde
financieringsbehoeften
Behoefte aan financiering bestaat niet enkel uit een hoeveelheid geld, maar heeft ook te maken met
de vorm, termijnen en modaliteiten van de financiering.
Dom geld: Je krijgt fondsen maar geen ondersteuning (FFF, Banken)
Zeer dom geld: Subsidies gaan je niet helpen, slim want het is gratis, maar heel bureaucratisch
(Subsidies, publieke fondsen)
Slim geld: Je krijgt fondsen en advies
,Verband tussen financieringsbron en stadium van investering
Overzicht vraag en aanbod
, Ondernemerslandschap
Typologie van ondernemingen
Type Wat? Financieringsmodaliteiten
Muizen en Kleine bedrijven, meestal met beperkt Bankkredieten, Lovemoney, Crowdfunding,
KMO’s (85%) groeipotentieel Subsidies
Grote bedrijven, niet flexibel, proberen
Hebben meestal overtollige fondsen en zoeken zelf
Olifanten (1%) competitief te blijven, veel geld en
opportuniteiten om te investeren
werkgelegenheid
Bedrijven die reeds 10 jaar bestaan en reeds
Bestaande bankkredieten (eerder behoud van dan
Zombies (10%) 3 jaar in de onmogelijkheid verkeren om hun
bijkomend: solide waarborgen), Subsidies
financiële lasten te betalen
Bedrijven met belangrijk groeipotentieel en
Gazelles (4%) Business angels, Venture kapitaal, Beursnotering
mooie rendabiliteit, altijd op zoek naar fondsen
Bedrijven, die na 3 jaar een waarde van 1
Eenhoorns (0%) miljard euro hebben, enorme financiële Venture capital, Corporate venture, Beursnotering
behoefte, altijd opzoek naar fondsen
Duurzame bedrijven (niet zwart-wit denken,
Zebra ondernemen is het nastreven van winste en Duurzame financieringsvormen
een sociale verantwoordelijkheid het is zwart
en wit)
● Toegang tot financiering → steeds gemakkelijker, maar nog steeds een belangrijk obstakel
(opstart en groei)
● Hinderpalen bij de 500 snelst groeiende Europese bedrijven:
○ Gebrek aan financiële middelen
○ Belastingdruk (niveau fiscaliteit)
○ Bureaucratie overheid/publieke diensten (Administratieve vereenvoudiging)
● Hinderpalen bij Europese KMO’s:
○ Gebrek aan financiële middelen
○ Kost van financiering
○ Gebrek aan eigen vermogen
○ Belastingdruk (Fiscale en parafiscale druk)
○ Gebrek aan geschoold personeel
○ Gebrek aan marktopportuniteiten
○ Onvoldoende innovatie
Belang van financiële hinderpaal in functie van ontwikkelingsfase en type onderneming
● Starters en snelle groeiers ondervinden meer financiële hinder dan beperkte groeiers
● Helft snelle groeiers beschikt over bankkredieten: +/-80% persoonlijk vermogen in
waarborgschaal moeten leggen (persoonlijke- en zakelijke waarborg)
, Kredietcultuur
Banken worden vaak negatief gepercipieerd, ze zijn duur, eisen veel waarborgen en nemen te weinig
risico’s.
Ondanks hun negatieve perceptie blijven ze de meest geliefde financier:
● Ze zijn relatief goedkoop, (in vergelijking met risicokapitaal of kapitaalmarkten)
● Mengen zich niet of zelden met het bedrijfsbeleid, voor zover de overeengekomen
vervaldagen worden gerespecteerd.
● Ze eisen geen zitje in de beheerraad, noch een deel van het eigen vermogen
● Gemakkelijker toegankelijk dan andere financieringsvormen
Helft van de Europeese KMO’s heeft een bankkrediet (investeringskrediet, straight loon of een
kaskrediet)
● Equity gap / ratio (eigenmiddelencultuur)
● Confidence gap / ratio
● Onderkapitalisatie → Bankentrouw
○ Er wordt vaak maar gewerkt met 1 bank
Vertouwensratio: Banken zijn minder veeleisend bij kortetermijnkredieten dan langetermijnkredieten.
Kredietweigering
● Gebrek aan eigen vermogen → geen beschikking over een buffer voor slechtere tijden
● Gebrek aan waarborgen (hypotheek pand, …)
● Verstrenging van voorwaarden (Bazel-reglementering)
● Onvoldoende terugbetalingscapaciteit