,Hoofdstuk 9 Veilig Ontwerp en Beheer/CPTED (=Crime Prevention through Environmental Design)
Het meenemen van veiligheid in het ontwerp en beheer van een omgeving kan veel voorkomen.
Preventie van veel voorkomende criminaliteit d.m.v. planologische, bouwkundige en
architectonische maatregelen.
CEPTED is een aanpak waarmee criminaliteit, overlast, asociaal gedrag en onveiligheidsgevoelens
voorkomen (of verminderd) worden, door een multidisciplinair proces waarbij een specifiek gebied
beter gepland, ontworpen en beheerd wordt via omgevingsmaatregelen.
Volgens Newmen hoef je niet gelijk harde beveiligingsmaatregelen (sloten, hekken) te gebruiken,
maar kun je beter ‘zachte’ maatregelen inzetten zoals een symbolische poort, een lage heg,
zwerfkeien en slimme beplanting.
Fysieke maatregelen: poort, kleur, heg.
Sociale maatregelen: voorlichting, participatie, gezamenlijke acties zoals buurtpreventie.
Bij ‘2nd generation CPTED’gaat het om een mix van fysieke en sociale maatregelen.
Bij ‘environmental crime prevention’ staat juist de dader centraal en ligt de focus op de geografische
zoekpatronen van daders en het in kaart brengen en analyseren van ‘hotspots’.
Bij ‘situational crime prevention’ gaat het om de directe omstandigheden waaronder crimineel
gedrag plaatsvindt.
9.3 ontwerpprincipes:
1. territorialiteit; motivatie om ruimte/gebied te controleren. Middelen met doel gevoel van
territorialiteit te ondersteunen: kleur, markering, poorten, veranderingen in vorm en textuur.
2. formeel en informeel toezicht (surveillance); informeel door bewoners, formeel door politie o.i.d.
Ook toezicht door camera’s/CCTV, drones, telefoons, burgernet. Na waarnemen alarmeren!
3. toegankelijkheid (acces control); beperking van toegankelijkheid, uitgankelijkheid
(vluchtmogelijkheden) en doorgankelijkheid (compartimentering, bv. kluis).
4. beveiliging (‘target hardening’) fysieke beveiliging: sloten, tralies, stevige ramen en deuren. Dit
maakt het moeilijk een gebouw of ruimte te betreden, of object te vernielen.
5. imago en beheer: aantrekkelijkheid; ‘broken windows theory’. Gebied moet er verzorgd uitzien, dit
geeft bewoners van het gebied het gevoel dat er toezicht is.
6. het faciliteren van positief gedrag (activity support); omgeving creëren die graag door nette
mensen gebruikt en bevolkt wordt. Het gaat erom om een ‘betere mix van gebruikers’ te creëren.
9.4 procesinstrumenten
Bv. Politie Keurmerk Veilig Wonen, het Keurmerk Veilig Ondernemen (KVO), de methode Veilig Rond
en In School (VRIS), de Kwaliteitsmeter Veilig Uitgaan en de Veiligheidseffectrapportage (VER).
Het PKVW: Politie Keurmerk Veilig Wonen: kijkt naar het planologisch/stedenbouwkundig niveau,
het gebouwontwerp, inrichting, beheer en de gebouwcomponenten (deur raam slot licht). Er zijn 2
handboeken; voor nieuwbouw en bestaande bouw. Samenhang is van belang.
Veiligheidseffectrapportage (VER): is ontwikkeld om veiligheidsrisico’s van ruimtelijke plannen en
bouwplannen inzichtelijk te maken. Doel is om via een gestructureerd en transparant proces samen
met de betrokkenen:
1. Zicht te krijgen op de veiligheidsrisico’s (analyse)
2. Het ambitieniveau en maatregelen te bepalen (ontwerpen)
3. De veiligheid te borgen; ook tijdens en na het bouwproces (bouw en beheer)
VER richt zich op het samenwerkingsproces tussen publieke en private partijen die betrokken zijn bij
een project. Zorgt ervoor dat ze samenkomen en hun verantwoordelijkheid nemen.
,Hoofdstuk 1
Het openbaar bestuur voert bestuurstaken uit en behartigt daarmee het algemeen belang.
Het openbaar bestuur bevat regels (rechtsnormen) m.b.t.:
- De organisatie van het openbaar bestuur;
- Het verlenen van bestuursbevoegdheden aan bestuursorganen;
- De rechtsnormen waaraan het openbaar bestuur zich moet houden bij de uitoefening van
die bestuursbevoegdheden;
- Rechtsnormen die gelden voor de burger en regels voor de handhaving ervan;
- De juridische bescherming voor de burger tegen het optreden van het openbaar bestuur.
Legaliteitsbeginsel: het openbaar bestuur mag alleen als openbaar bestuur optreden als dit is
vastgesteld in de wet (wetmatigheid van bestuur). Het openbaar bestuur mag dus alleen inbreuk
maken op rechten en vrijheden van een burgers als de wet dit toestaat, art. 8 Gw.
Formele wetgever: Staten-Generaal en de regering samen maken wetten in formele zin. In de titel
van zo’n wet staat altijd het woord ‘wet’.
Wet in materiële zin: elke wet die algemeen verbindende voorschriften bevat waaraan iedereen
voor wie die wet is bedoeld gebonden is.
Specialiteitsbeginsel: het openbaar bestuur mag in de gevallen waarvoor de wet of regeling is
vastgesteld alleen het specifieke belang behartigen waarop die wet of regeling zich richt.
Bronnen van bestuursrecht:
- Wet- en regelgeving en verdragen;
- Jurisprudentie;
- Ongeschreven recht, met name enkele algemene beginselen van behoorlijk bestuur.
Bestuursrechtelijke normenstelsel (hiërarchisch)
Verdrag Staat der Nederlanden
Wet- en regelgeving
EU-verordening en EU-richtlijn Eurpees Parlement/Raad/Commissie
Grondwet Formele wetgever
Wet in formele zin Formele wetgever
Algemene Maatregel van Bestuur (AMvB) Regering
Ministeriële regeling Minister
Provinciale verordening Provinciale Staten
Gemeentelijke Gemeenteraad/waterschapsbestuur
verordening/waterschapsverordening
Geen wet- en regelgeving:
Beleidsregels en vergunningsvoorschriften Op alle niveaus van het openbaar bestuur
Verdragen in Europese verordeningen hebben rechtstreekse werking, d.w.z. dat de daarin
opgenomen regels rechtstreeks in Nederland van toepassing zijn. Nederlandse burgers kunnen zich
direct beroepen op dergelijke bepalingen.
Europese richtlijnen zijn gericht tot lidstaten en hebben in beginsel geen rechtstreekse werking. De
Nederlandse of Europese rechter kan echter vaststellen dat een bepaling in een richtlijn zo
geformuleerd is dat deze wel rechtstreekse werking heeft.
Beleidsregels zijn eigen richtlijnen voor het openbaar bestuur en gelden alleen voor het orgaan van
het openbaar bestuur dat ze heeft vastgesteld of waarvoor ze bedoeld zijn, art. 1:3 lid 4 Awb.
Vergunningsvoorschriften zijn normen die gelden in het individuele geval, namelijk voor degene aan
wie de vergunning is verleend.
Gelede normstelling: normen voor een bepaald geval worden (mede) bepaald door normen in
verschillende regelingen die dikwijls in een hiërarchische verhouding tot elkaar staan.
, Algemeen bestuursrecht: bevat regels die op alle terreinen van het bestuurlijke optreden van
toepassing zijn.
Bijzonder bestuursrecht: bevat regels die speciaal zijn opgesteld voor de bijzondere gebieden waarop
het openbaar bestuur actief is. Bv. politie, defensie, waterstaat, milieubeheer, ruimtelijke ordening
en economische ordening (ordende overheidstaken), onderwijs, cultuur, wetenschap, sociale en
gezondheidszorg (verzorgende overheidstaken). De rechtsgebieden heten bv. sociaalzekerheidsrecht,
ruimtelijk bestuursrecht, milieurecht, vreemdelingenrecht, gezondheidsrecht, economisch
bestuursrecht en fiscaal bestuursrecht.
Coördinatiewet: hierin worden bepalingen die in alle regelingen op een bepaald gebied van het
bestuursrecht voorkomen bij elkaar gebracht. Bv. sociale zekerheid, belastingen,
omgevingsvergunning en fysieke leefomgeving.
De basis voor de Awb is gelegen in art. 107 lid 2 Gw, dat aan de wetgever de opdracht geeft om een
wet te maken met algemene regels van het bestuursrecht, met als doel:
- Het bevorderen van eenheid binnen de bestuursrechtelijke wetgeving;
- De vereenvoudiging van bestuursrechtelijke wetgeving;
- Het opnemen in de wet van ontwikkelingen in de bestuursrechtelijke rechtspraak;
- Het treffen van algemene voorzieningen voor onderwerpen die zich niet lenen voor regeling
in een bijzondere wet.
Gelaagde structuur Awb; de wet is opgebouwd uit verschillende lagen, waarbij telkens eerst de
algemene bepalingen worden genoemd en daarna de bepalingen voor de meer bijzondere gevallen.
De regels van het algemeen bestuursrecht zijn in beginsel steeds van toepassing op die van het
bijzonder bestuursrecht. Het bijzonder bestuursrecht kan afwijken van algemene regels in de Awb.
Indien de regel in de bijzondere wet afwijkt van die in de Awb, dan gaat de regel in de bijzondere
voor, tenzij de afwijking onnodig is.
Hoofdstuk 2
Openbare lichamen zijn publiekrechtelijke rechtspersonen met organen die zelfstandig
(rechts)handelingen kunnen verrichten.
Art. 2:1 BW kent aan openbare lichamen rechtspersoonlijkheid toe. Door deze juridische constructie
kunnen openbare lichamen, net als personen, feitelijke handelingen en rechtshandelingen
verrichten.
Feitelijke handeling: bv. aanbrengen van straatverlichting en aanleggen stadspark.
Rechtshandelingen: zijn gericht op rechtsgevolg waardoor er rechten en plichten ontstaan of worden
gewijzigd.
Rechtspersonen kunnen (rechts)handelingen niet zelf verrichten, maar doet dat d.m.v. zijn organen.
Deze organen vormen een zelfstandig onderdeel van de rechtspersoon.
Openbaar Staat Provincie Gemeente Waterschap Overige OL
lichaam
Art. 42, 44, 45 en 46 Art. 125 Gw Art. 125 Gw Art. 133 Gw Art. 134
Gw Gw
Organen Regering/Kroon Provinciale Gemeenteraad Algemeen Algemeen
Staten bestuur bestuur
Ministerraad Gedeputeerd College van Dagelijks Dagelijks
e Staten B&W bestuur bestuur
Minister(s) Commissaris Burgemeester Voorzitter Voorzitter
van de Koning
Staatssecretaris(sen
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur ninekruiper. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €5,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.