Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
Samenvatting lessen KNK C €6,89   Ajouter au panier

Resume

Samenvatting lessen KNK C

 23 vues  0 achat

Dit is een samenvatting van alle lessen van Kijken naar kinderen C.

Aperçu 3 sur 23  pages

  • 4 janvier 2021
  • 23
  • 2020/2021
  • Resume
Tous les documents sur ce sujet (3)
avatar-seller
liezekerkaert
Samenvatting KNKC (les)



Kijken naar kinderen C
Hoofdstuk 1: Inclusie
Inclusie
Inclusieve leeromgevingenzijn leeromgevingen die goed onderwijs mogelijk maken voor alle
leerlingen, ongeacht beperking, gender, etniciteit, afkomst, meertaligheid… Binnen inclusief onderwijs
wordt diversiteit benaderd als een meerwaarde en wordt elke leerling gelijkwaardig behandeld. Dit
houdt onder meer in dat de leraar alle mogelijke ondersteuningsbronnen kan aanboren (ouders,
lerarenteam, directie, externe ondersteuners, de leerlingen ….) en de nodige aanpassingen maakt om
volwaardige participatie aan het schoolgebeuren mogelijk te maken. Een dergelijke visie leidt de leraar
tot het doorprikken van de mythe van het ‘normale’ en ‘gemiddelde’ kind. Op die manier krijgt elke
leerling optimale leerkansen op cognitief, sociaal, emotioneel, motorisch en moreel vlak.

Essentie bij inclusief onderwijs:
- Het bevorderen van participatie- en leermogelijkheden
- Voor alle leerlingen met diverse achtergronden (diversiteitsgedachte)
- Leraren die in staat zijn om drempels, die het leren en participeren van leerlingen bemoeilijken, te
herkennen en te verlagen
- Verschillende actoren in het inclusieverhaal en belang van goede samenwerking

M-decreet
Het M-decreet staat voor de maatregelen voor leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften. Het
staat ook symbool voor meerdere woorden. Het M-decreet wil een Motor, Motivatie en Mindshift zijn
naar meer inclusief onderwijs. Om inclusief onderwijs te realiseren, zijn er twee begrippen belangrijk.
Enerzijds moet onze mindset goed staan. Dat is onze visie op inclusief onderwijs. Hoe kijken wij als
toekomstige leerkrachten lager onderwijs naar inclusie? Welke (voor)oordelen hebben we en kloppen
deze wel altijd. Daarnaast is meesterschap ook belangrijk. Je leert pas echt je vak als je het in de
praktijk kan toepassen. Vertrek van de noden van de kinderen in je klas en ga op zoek hoe je tegemoet
kan komen aan deze noden.

M van Maatregelen
Het M-decreet gaat over maatregelen voor leerlingen met Specifieke Onderwijsbehoeften (SOB). Dit
zijn leerlingen met langdurige en belangrijke participatieproblemen. We kijken naar wat een bepaalde
leerling specifiek nodig heeft om te kunnen participeren in de klas-en schoolcontext. In plaats van te
focussen op de beperking van de leerling. Het begrip SOB legt de nadruk op hoe je de omgeving kunt
aanpassen aan de specifieke noden van elk kind of jongere. We plakken geen label op de leerlingen,
maar kijken naar een samenspel met persoonlijk een externe factoren. Het gaat over leerlingen uit
het BaO en BuBaO & SO en BuSO

Wat betekent “Maatregelen voor lln met SOB”? Enkele voorbeelden:
 Een aangepaste stoel
 Een werkblad waarop de tekst groter is geprint
 Meer tijd om een toets of examen af te leggen
 Een oefening die wordt voorgelezen door de leerkracht
 Een leerling die een laptop mag gebruiken om de oefeningen in te vullen, …

Om ons tot deze manier van kijken aan te sporen, spreekt het M-decreet over specifieke
onderwijsbehoeften: We kijken naar wat een bepaalde leerling specifiek nodig heeft om te kunnen
participeren in de klas- en schoolcontext. We weten dat sommige leerlingen langdurige en belangrijke
problemen ervaren om aan de lessen en activiteiten op school te participeren. Participatieproblemen
ontstaan door een samenspel tussen:

1

, Samenvatting KNKC (les)


- Functiebeperkingen
Bijvoorbeeld: Amal is blind waardoor ze de boeken in de boekenhoek niet kan lezen. De meester
heeft voor Amal ook boeken in Brailleschrift gelegd in de boekenhoek.
- Beperkingen in activiteiten
Bijvoorbeeld: Ines zit in een rolstoel en kan daardoor niet zelf touwtje springen. Ze wil toch graag
meedoen en begeleid het touw.
- Persoonlijke en externe factoren
Bijvoorbeeld: Stel dat de ouders van Amal erg begaan zouden zijn met de school en zelf
Brailleboeken ontlenen en deze ter beschikking stellen aan de klas, vormt lezen in de boekenhoek
geen participatieprobleem meer voor Amal. Moesten de ouders niet zo betrokken zijn en de
meester hier ook geen oog voor hebben zou Amal wel een participatieprobleem hebben, want dan
zou je niet gezellig kunnen lezen in de boekenhoek samen met de andere kinderen van de klas. Dit
zijn twee voorbeelden waarbij externe factoren, in dit geval de ouders en meester een invloed
hebben op het al dan niet aanwezig zijn van het participatieprobleem van Amal. Als we nog eens
kijken naar het voorbeeld van Ines, zien we dat ze een participatieprobleem heeft doordat ze zelf
niet in het touw kan springen. Ines is een mondig meisje en stelt zelf voor om het touw te hanteren
om zo let haar vrienden samen te kunnen spelen. Stel dat Ines niet zo mondig is en meer verlegen,
zou het waarschijnlijk zijn dat Ines in een hoekje toekijkt hoe de anderen spelen. In het voorbeeld
van Ines spelen persoonlijke factoren een rol in het al dan niet hebben van een
participatieprobleem.

Belangrijk is in elk geval dat we kijken in welke activiteiten een leerling niet kan deelnemen en dat we
daar aanpassingen proberen voor te voorzien in onze omgeving, wat de oorzaak van deze
participatiemoeilijkheden ook is. Het geldt voor alle leerlingen die leerplichtig zijn.

M van Mindshift
Mindshift vertrekt vanuit de ontwikkelingsnood/-behoefte. Bijvoorbeeld als een kind niet mee kan op
school is de belangrijkste vraag: “Wat heeft dit kind nodig om te leren? (= kern M-decreet). Staar niet
blind op de vraag wat er mis is met dit kind. Focus niet op beperking/handicap. Label niet, maar kijk
hoe we de omgeving kunnen aanpassen aan de specifieke noden of behoeften van elk kind/jongere
(redelijke aanpassingen, maar ook gewoon differentiëren in de klas).

M van motivatie
Het M-decreet kan ook de motivatie zijn om naar meer inclusief onderwijs te gaan. Hiervoor zijn 4
redenen die de noodzaak naar meer inclusief onderwijs onderstrepen:
 België heeft in vergelijking met andere Europese landen relatief veel leerlingen met specifieke
onderwijsbehoeften. (6,63% van de leerplichtige leerlingen)
 België kiest meer dan andere landen voor een oplossing in aparte scholen. (4,35% volgt les in BuBaO
of BuSO)
 Het aantal leerlingen in het buitengewoon onderwijs blijft groeien, de laatste 10 jaar met 12%.
(Sinds goedkeuring M-decreet eerste een daling, nadien weer stijging)
 België ondertekende het gelijkekansen- en gelijkbehandelingsdecreet + het VN-verdrag inzake
rechten personen met een handicap … dus moeten er in de praktijk ook gelijke kansen komen! Dit is
uitgeschreven in het M-decreet.
Redenen genoeg om ons onderwijssysteem eens onder de loep te nemen en onze mindset te
veranderen in de richting van meer inclusie.




2

, Samenvatting KNKC (les)


Historiek M-decreet
Het M-decreet is er niet zomaar gekomen. Het kent een hele
lange en internationale voorgeschiedenis. Na de universele
rechten van het kind in 1989 werd in 1994 het Salamanca-
verdrag aangenomen. Dit is het meest gezaghebbende
document op onderwijsgebied dat wereldwijd werd
vastgesteld. Daarin staat o.a. dat elk kind recht heeft op
onderwijs en dat leerlingen met SOB toegang moeten hebben tot het reguliere onderwijs. De jaren
erna sprak de VLOR zich duidelijk uit voor inclusief onderwijs en werden er verschillende pogingen
ondernomen om tot een decreet te komen, telkens zonder resultaat. In 2006 wordt het VN-verdrag
ter bescherming van personen met een handicap gestemd. Ook dit verdrag spreekt zich
ondubbelzinnig uit voor inclusief onderwijs. In 2008 is er het Vlaamse Gelijke kansen en
gelijkbehandelingsbeleid dat stelt dat het onderwijs gelijke kansen moet voorzien en dat dit een recht
is, geen gunst. Als Vlaanderen een jaar later in 2009 het VN-verdrag ratificeert moet dat worden
omgezet in een Vlaams decreet. Dit decreet zou eerst DAM-decreet gaan heten (Dringende en Andere
Maatregelen) vervolgens BNM-decreet (Belangrijke en Noodzakelijke Maatregelen) en tenslotte het
M-decreet dat op 21 maart 2014 in het Vlaams Parlement werd goedgekeurd en op 1 september 2015
van start ging. Redelijke aanpassingen voor leerlingen met SOB zijn vanaf dan een recht. Het niet
verlenen van die aanpassingen zal aanzien worden als discriminatie.
Er komt in plaats van het M-decreet een 'Begeleidingsdecreet voor leerlingen met specifieke
onderwijsbeheoften’. Deze nieuwe regeling zal ten vroegste vanaf september 2021 in werking treden.

Van integratie naar inclusie
In de integratiegedachte gingen we ervan
uit dat doelgroepen zich konden
integreren in de maatschappij.
Bijvoorbeeld: allochtone leerlingen,
leerlingen met autismespectrumstoornis,
dove of blinde leerlingen, leerlingen in een
rolwagen, OKAN-leerlingen, … Voor elke
groep werd er aparte begeleiding
voorzien. Deze groepen moesten zich
aanpassen aan de heersende
omgangsvormen van de maatschappij, aan
de school. Inclusie gaat een stap verder.
De maatschappij gaat zich aanpassen aan de diversiteit die er is binnen een maatschappij. We zien
diversiteit als de norm en het onderwijssysteem zelf past zich flexibel aan de leerlingen die er zijn aan,
wat ook de verschillen zijn tussen leerlingen. De stippellijnen en wederkerende pijlen geven dit aan. Er
zijn hierbij geen vaste homogene groepen en geen eenrichtingsverkeer.

BuBaO voor het M-decreet BuBaO na het M-decreet
• Type 1: lichte mentale beperking • Basisaanbod: (vroeger type 1 en 8)
• Type 2: matig en ernstig mentale • Type 2: blijft bestaan
beperking • Type 3: blijft bestaan
• Type 3: ernstige emotionele en/of • Type 4: blijft bestaan
gedragsproblemen • Type 5: blijft bestaan
• Type 4: fysieke beperking • Type 6: blijft bestaan
• Type 5: medische redenen in een • Type 7: blijft bestaan
ziekenhuis of preventorium • Type 9: autismespectrum stoornis
• Type 6: visuele beperking zonder verstandelijke beperking
• Type 7: auditieve beperking
• Type 8: ernstige leerstoornissen

3

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur liezekerkaert. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €6,89. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

73314 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!
€6,89
  • (0)
  Ajouter