Patrimonium Samenvatting
Hoofdstuk 1: Geschiedenis brandverzekering
1. 1 van de oudste verzekeringen
2. Great fire of London (van 2 september tot 5 september 1666)
a. 13.200 woningen en 87 kerken volledig vernield
b. ‘slechts’ 6 slachtoffers
c. Oorzaak: ongedoofd vuur uit oven
3. Stad opgebouwd uit stro en hout
a. Na brand heropbouw in bakstenen
4. Na brand
a. Ontstaan georganiseerde brandweerdienst
b. Ontstaan verzekeringsindustrie
5. Evolutie brandverzekering
a. Evolutie brandverzekering
i. Veel meer gedekte risico’s dan enkel brand (vb.: waterschade, …)
b. Dekking voor het gebouw
i. Ook inboedel, diefstal van inboedel
Hoofdstuk 2: Wetgevend kader
Burgerlijk wetboek
1. Artikels i.v.m. aansprakelijkheid
a. Art. 1382 Elke daad van een mens, waardoor aan een ander schade wordt
veroorzaakt, verplicht degene door wiens schuld de schade ontstaan is, deze
te vergoeden
b. Art. 1383 Ieder is aansprakelijk niet alleen voor de schade welke hij door
zijn daad, maar ook voor die welke hij door zijn nalatigheid of door zijn
onvoorzichtigheid heeft veroorzaakt
Artikelen 1382 en 1383 bepalen dat hij die door zijn fout, nalatigheid of onvoorzichtigheid
aan een ander schade veroorzaakt heeft, die schade moet vergoeden
Noodzakelijk dat er een oorzakelijk verband bestaat tussen deze fout, nalatigheid of
onvoorzichtigheid, en de toegebrachte of veroorzaakte schade
c. Art. 1384 Men is aansprakelijk niet alleen voor de schade welke men
veroorzaakt door zijn eigen daad, maar ook voor die welke veroorzaakt wordt
door de daad van personen voor wie men moet instaan, of van zaken die men
onder zijn bewaring heeft
d. Art. 1386 De eigenaar van een gebouw is aansprakelijk voor de schade
door de instorting ervan veroorzaakt, wanneer deze te wijten is aan verzuim
van onderhoud of aan een gebrek in de bouw
, 2. Artikels i.v.m. relatie huurder verhuurder
a. Art. 1721 Vrijwaring is verschuldigd aan de huurder voor alle gebreken van
het verhuurde goed, die het gebruik daarvan verhinderen, ook al mocht de
verhuurder die bij het aangaan van de huur niet hebben gekend. Indien door
die gebreken enig verlies voor de huurder ontstaat, is de verhuurder verplicht
hem daarvoor schadeloos te stellen
b. Art. 1731 Indien geen omstandige plaatsbeschrijving is opgemaakt, wordt
vermoed dat de huurder het gehuurde goed ontvangen heeft in dezelfde
staat als waarin het zich bevindt op het einde van de huurovereenkomst,
behoudens tegenbewijs, dat door alle middelen kan worden geleverd. Indien
tussen verhuurder en huurder een omstandige plaatsbeschrijving is
opgemaakt, moet de huurder het goed teruggeven zoals hij het, volgens die
beschrijving, ontvangen heeft, met uitzondering van hetgeen door ouderdom
of overmacht is teniet gegaan of beschadigd
c. Art. 1732 Hij is aansprakelijk voor de beschadigingen of de verliezen die
gedurende zijn huurtijd zijn ontstaan, tenzij hij bewijst dat die buiten zijn
schuld hebben plaatsgehad (restitutieplicht)
i. Op huurder rust wettelijk de verplichting om gehuurde gebouw in
goede staat te houden ,en bij einde huurcontract, gebouw aan
eigenaar-verhuurder in goede staat terug te geven basis
huuraansprakelijkheidsverzekering
d. Art. 1733 Hij is aansprakelijk voor brand tenzij hij bewijst dat de brand
buiten zijn schuld is ontstaan
e. Art. 1735 De huurder is aansprakelijk voor de beschadigingen en de
verliezen die ontstaan door toedoen van zijn huisgenoten of van zijn
onderhuurders
f. Art. 544 Eigendom is het recht om op de meest volstrekte wijze van een
zaak het genot te hebben en daarover te beschikken, mits men er geen
gebruik van maakt dat strijdig is met de wetten of met de verordeningen
Koninklijke besluiten
1. KB 24/12/1992
a. Stelt aantal waarborgen verplicht en legt minimumdekking vast
i. Brand
ii. Ontploffing
iii. Arbeidsconflicten en aanslagen
iv. Storm
v. Waterschade
vi. Verhaal van derde (geldt niet voor lichamelijke schade)
vii. B.A. gebouw
1. Min. €12.394.676,24 voor lichamelijke schade
2. Min. €619.733,81 voor stoffelijke schade
, b. Geldt voor: Art. 1: eenvoudige risico’s verzekeren tegen schade door:
i. Brand en aanverwante gevaren
ii. Elektriciteit
iii. Aanslagen en arbeidsconflicten
iv. Storm, hagel, sneeuw- en ijsdruk
v. Natuurrampen
vi. Water
vii. Glasbreuk
viii. Diefstal
ix. Onrechtstreekse verliezen
x. Bedrijfsschade waarbij dagvergoeding wordt voorzien
c. Geldt niet voor: art. 1§3
i. Verzekering alle risico’s
ii. Technische verzekeringen
iii. Verzekering tegen brand, diefstal, glasbreuk in het kader van
motorrijtuigen
iv. Bedrijfsverliezen zonder dagvergoeding
v. Oogstverzekering tegen hagel
vi. Verzekering tegen ziekte en sterfte van dieren
vii. Globale bankverzekeringen, verzekeringen vervoer en opslag van
waarden, vervalsing cheques en computerfraude
d. Artikel 2
i. Regelt de definitie van eenvoudige en speciale risico’s
Belangrijke mijlpalen
1. Wet Picqué (21/05/2003)
a. Voorloper wet nattuurrampen
b. Overstroming in risicozones
i. Verzekering van de waarborg natuurrampen bij het tarificatiebureau
ii. Solidariteit over alle verzekeraars brand eenvoudige risico’s
iii. Rampenfonds komt niet meer tussen voor individuele dossiers
iv. Verschillende vrijstelling tegenover basisvrijstelling
v. Aanpassing vergoedingstermijnen WLVO
2. Wet op de natuurrampen (17/09/2005)
a. Schade veroorzaakt door natuurrampen verplicht in verschillende
verzekeringen
b. Maximumvrijstelling
i. Tot €610 (gekoppeld aan ABEX-index)
c. Verplichte dekking in elke polis ER vanaf 01/03/2006
i. Uitsluiting: nieuwbouw in risicozone
d. Tarificatiebureau
i. Verzekering waarborg natuurrampen voor bewoners van een
risicozone
ii. Hoge premievoet 0,9 promille verzekerd kapitaal
iii. Wettelijk maximum per gebeurtenis: €300 miljoen
iv. Verzekeraar moet verzekerde informeren over bestaan
tarificatiebureau