SOCIOLOGIE I: 2e editie SEMESTER 1 JACKIE-ROSE PANDHA
1. Wat is sociologie?
Wat leert de sociologie ons eigenlijk?
De belangrijkste les
‘’Alles is contingent, maar daarom niet arbitrair’’
Alles had anders KUNNEN zijn, maar dat maakt de huidige toestand niet perse
‘’willekeurig’’.
Het is niet omdat de dingen anders hadden KUNNEN zijn, dat er geen goeie redenen zijn waarom in een bepaalde type
samenleving bepaalde dingen anders georganiseerd zijn.
Iets is...
- contingent: als het anders had kunnen zijn dan het nu is
- arbitrair: als het willekeurig is
Contingentie
Het besef van contingentie speelt een belangrijke rol in de sociologie
bv.
de normen die we toepassen bij het beoordelen van bepaald gedrag zijn van
sociale oorsprong en zijn dus verschillend naargelang tijd en cultuur
dus ook afwijkend gedrag:
Howard Becker: ‘’de sociologie heeft, als we spreken over afwijkend gedrag,
een dubbele taak’’: enerzijds verklaart de sociologie…
- waarom bepaalde mensen afwijkend gedrag vertonen
- waarom bepaald soort gedrag in de ene cultuur als afwijkend
gedrag gezien wordt, en in de andere niet
Contingent, maar niet arbitrair
Jean-Jacques ROUSSEAU (filosoof): hoe kan men de wetten naleven met het besef dat zij
die zelf hebben gecreëerd?
- ‘’mensen zullen wetten en plichten enkel naleven als een religie hen daartoe
aanzet & motiveert’’
- ‘’religie moet praktische, maatschappelijke doelstellingen hebben, de mensheid
vooruithelpen’’
/
,SOCIOLOGIE I: 2e editie SEMESTER 1 JACKIE-ROSE PANDHA
Het besef van contingentie wilt zeggen dat men de manier waarop een samenleving is
georganiseerd, niet langer toegeschreven wordt aan een God of het natuurlijke.
Wij, mensen, zijn er de makers van.
KARL MARX (filosoof): ‘’...mensen maken hun eigen geschiedenis maar niet onder de
voorwaarden die ze zelf kiezen.’’
mensen maken hun eigen geschiedenis, maar zij maken die niet uit vrije wil, niet onder zelfgekozen omstandigheden, maar
onder rechtstreeks aangetroffen, gegeven en overgeleverde omstandigheden
Waarom is het contingente niet arbitrair?
Voorbeelden van benaderingen op die vraag doorheen de tijd en cultuur:
Verlichting en Tegen-Verlichting
de 19-eeuwse sociologie kan worden beschouwd als een poging om de stellingen van de Verlichting en de Tegen-Verlichting
met elkaar te verzoenen
1. Verlichting
- geïndividualiseerd en rationeel denken
- onafhankelijk van religie en beroep doen op eigen rede, het eigen
redeneervermogen, de wetenschap
2. Tegen-Verlichting
- godsdienst en gezag is van belang om het samenleven te regelen
- ‘’het redelijk handelen kan leiden tot egoïsme, vervreemding,..’’
Grondlegger van de sociologie: Auguste Comte
‘’de sociologie moet steunen op het zakelijke, strakke wetenschappelijke observatie en de
logica’’ → positivistische benadering v/d sociale werkelijkheid
- het positivisme: de filosofie die zich enkel baseert op waarneembare feiten
- August Comte was in dit geval een sterke aanhanger van de Verlichting
‘’de sociologie moet zich bezighouden met het zoeken van regelmaten in het handelen
van mensen i.p.v. metafysische vragen te stellen over de oorsprong van de mens.’’
COMTE formuleerde 3 opeenvolgende stadia met betrekking tot de evolutie van het
menselijk denken
1. Wet v/h religieuze (verklaring wordt gezocht in bovennatuurlijke krachten)
2. Wet v/h metafysische (verschijnselen worden uitgelegd a.d.h.v. abstracte
begrippen bv. Ziel, de Kracht,..)
3. Wet v/h wetenschappelijk denken/positivisme (door de rede, op zoek naar relatie
en gevolg)
/
,SOCIOLOGIE I: 2e editie SEMESTER 1 JACKIE-ROSE PANDHA
MAAR hij was ook gevoelig voor de stellingen uit de Tegen-Verlichting
‘’het volgen van de rede leidt niet automatisch tot een geregelde en goede samenleving’’
- hij vroeg zich ook af hoe men de wetten kan naleven met het besef dat zij die zelf
hebben gecreëerd
- net als ROUSSEAU: religie moet praktische, maatschappelijke doelstellingen
hebben, de mensheid vooruit helpen én aangepast zijn aan de nieuwe inzichten
v/h wetenschappelijk denken
‘’Hoe kunnen mensen zich bewust worden van
- de rol die de mensheid speelt in het organiseren van de sociale orde
- zonder dat dit leidt tot het gevoel dat alles willekeurig is, en dat de bestaande orde
enkel onder dwang en misleiding nagevolgd kan worden?’’
COMTE: ‘’het menselijk handelen wordt niet alleen geleid door de rede, maar ook door
impulsen, gevoelens en emoties’’
- die emotionele elementen moeten, samen met de rede, leiden tot goede en voor
de mens positieve doelen
Volgens COMTE is enkel de religie in staat geweest om die rede, emoties, gedachten en
gevoelens samen te brengen en te oriënteren
- omdat de religie in de geschiedenis hier niet in slaagde, creëert hij een nieuwe
religie: de religie van de Mensheid → de mensheid staat centraal
Debat tussen Habermas en Luhmann
COMTE: ‘’Hoe kunnen mensen hun lot in eigen handen nemen- niet individueel, maar
gezamenlijk- zonder dat hun samenhang steunt op macht/en of misleiding?’’
Jürgen HABERMAS
- ‘’via open en redelijke communicatie, en via redelijke kennis- en handelingswijzen
kunnen keuzes gemaakt worden die het arbitraire opheffen’’
‘’Het arbitraire’’ is volgens HABERMAS een doorn in het oog (ergernis). We kunnen hier
aan ontsnappen door:
- kennis-en handelingswijzen te ontwikkelen die toelaten onze doelen redelijk te
kiezen en te beheersen
- de wetenschap: zij biedt een methode om op open wijze met elkaar te
communiceren en deze ongedwongen communicatie leidt onder eerlijke en
redelijke mensen tot een consensus over doelen en prioriteiten
/
, SOCIOLOGIE I: 2e editie SEMESTER 1 JACKIE-ROSE PANDHA
- wanneer iedereen het eens is over de doelen en prioriteiten in de samenleving,
houden de regels en instellingen die we zelf maken op met willekeurig (arbitrair)
te zijn.
Niklas LUHMANN
- ‘’We moeten leren leven met het arbitraire’’. We moeten dit leren aanvaarden,
oa. door de meerderheidsregel (helft van de stemmen +1) maar ook door het
rechtspositivisme: ‘’een wet verdient respect ongeacht haar inhoud of de doelen
die zij dient, zolang zij maar op formeel geldige wijze tot stand is gekomen.’’
Waarom al die zorgen om orde?
De sociale orde waarover sociologen spreken heeft betrekking tot het behoud van de
mogelijkheid om tot nageleefde regels te komen.
- In het algemeen, de sociale orde: datgene dat voorspelbaarheid en duurzaamheid
geeft en het zo leefbaar maakt
Om de sociale orde te leren zien, moeten we het vanzelfsprekende in vraag stellen: Waarom rijdt de trein met
bestemming Rotterdam inderdaad naar Rotterdam?
Omdat zonder beperkingen, zonder het respect van bepaalde regels, het leven volkomen
onvoorspelbaar en dus onleefbaar zou worden, worden er 2 belangrijke vragen gesteld:
- Het probleem van de orde: hoe worden voorspelbaarheid en een mate van orde
gerealiseerd?
- Het probleem van de niet arbitraire contingentie: welke regels zijn absoluut
nodig en dus niet-arbitrair?
De legitimerende derden: natuur, geschiedenis en samenhang
3 bronnen van het niet-contingente
Natuur
Mensen zijn fysieke organismen, met fysieke beperkingen waardoor onze maatschappelijke orde wordt beïnvloedt. Wijzelf
hebben als mensen die fysieke beperkingen proberen te verleggen en overwinnen (bv. vliegen, levensduur verlengd etc.
Het is nog onduidelijk welke kenmerken van onze sociale organisatie kunnen worden
gezien als iets dat bepaald wordt door de natuur en in die zin als niet-contingent.
19e eeuw-begin 20e eeuw:
- Vroeger werd er naar de natuur verwezen om een bepaalde maatschappelijke
orde te verdedigen. ‘’Het is natuurlijk’’ → mensen zouden zich hier sneller bij
neerleggen omdat er toch niks aan te veranderen viel.
/