Perfusievloeistoffen
Verschillende 1. Molecuulgrootte
indelingen 2. Hoeveelheid opgeloste deeltjes
3. Samenstelling
Indeling volgens 4. Colloïden (macromoleculen)
opgeloste Kan capillair membraan niet passeren blijft intravasculair
deeltjes - Hoge osmolariteit (colloïdosmotische druk) = vocht-shift van de
molecuulgrootte interstitiële en intracellulaire ruimte naar het intravasculaire
compartiment
Oedeemreducerend
Volume-expansie van de plasmafractie
5. Kristalloïden (micromoleculen)
Kan capillair membraan passeren
Zorgt voor een volume-expansie van een beperkte periode
Perfect bij dehydratatie: vult verloren lichaamsvocht aan
opgelet bij te veel kan er oedeemvorming ontstaan door lekkage in de
interstitiële ruimte
Vb’en:
Na Cl 0,9%
Gebalanceerde zoutoplossingen (extracellulair vocht compenseren)
Glucose oplossing: is normaal een iso-osmolaire vloeistof maar
gedraagt zich als hypotone vloeistof door de snelle metabolisatie
Hypertone zoutoplossingen = zeer hoge natriumconcentratie
klein volume heeft groot intravasculair volume effect
Verschillen COLLOÏDEN KRISTALLOÏDEN
tussen de 2 - Sneller en langduriger herstel v/h - Groter volume toediening om
intravasculaire volume eenzelfde effect te bekomen (=
meer risico op weefseloedeem)
- Geen verschil in postoperatieve - Geen verschil in
outcome BEHALVE hogere postoperatieve outcome
mortaliteit bij traumatische
hersenletsels en sepsis
- In geval van capillair lek: verhoogd - Meer weefseloedeem
risico op longoedeem
- Kan negatief effect hebben op de - Geven hoger urinedebiet
glomerulaire filtratiesnelheid
- Kan anafylactische shock,
stollingsstoornissen veroorzaken
Indeling osmotische waarde (hoeveelheid opgeloste deeltjes)
Osmose De verplaatsing van watermoleculen van laag geconcentreerde naar hoog
geconcentreerde oplossingen, doorheen een semi-permeabele wand tot beide
oplossingen gelijk zijn (passief proces)
Osmotische De osmotische zuigkracht = afhankelijk van het aantal opgeloste deeltjes
druk (concentratie)
Osmolariteit De concentratie van osmotisch actieve stoffen in een oplossing uitgedrukt in osmol/L
Plasma = 303 – 310 mOsm/L
3 soorten 1. Isotonische oplossing
osmotische De concentratie verandert niet doordat de isotone vloeistof dezelfde
,waarde osmolariteit heeft als plasma
GEEN osmose en GEEN vochtshift
2. Hypertonische oplossing
Hypertonische oplossing + extracellulaire vloeistof = stijging concentratie
Osmose richting de extracellulaire vloeistof toename extracellulair
volume + afname intracellulair volume
Osmotische druk oplossing > osmotische druk v/h bloedserum
NOOIT SC of IM: cel zal verschrompelen (al het vocht uit de cel naar
buiten de cel duwen)
Altijd via centraal veneuze katheter (sneller en beter verdund)
Diuretische werking
3. Hypotonische oplossing
Lagere concentratie aan elektrolyten dan die van het bloedplasma
Water diffundeert vanuit de extracellulaire vloeistof naar de
intracellulaire ruimte
Osmotische druk vloeistof < osmotische druk bloedserum
Enkel gebruikt als oplosmiddel voor medicatie (doet concentratie stijgen)
Indeling volgens samenstelling (de aarde van de opgeloste deeltjes)
7 grote 1. Koolhydraat-oplossingen
onderdelen Glucose-oplossing
volgens Isotonisch
samenstelling Hypertonisch
Mannitoloplossing
2. Elektrolytenoplossing zonder calorieaanbreng
Natriumchloride-oplossing
Ringeroplossing
Hartmannoplossing of Ringerlactaat
pH-corrigerende oplossingen
3. Elektrolytenoplossing met calorieaanbreng
Glucose + elektrolyten
Hypotonax
Alcoholoplossing + elektrolyten
4. Aminozuren-oplossing (eiwitoplossingen)
5. Vetoplossingen
6. Plasmasubstituten of plasma volume-expanders
Synthetische colloïden
Gelatinederivaten
Zetmeelhoudende producten (Starch-oplossingen)
Biologische colloïden
Humane Albumine 20%
SOPP 4%
7. Andere perfusie-oplossingen: mengvormen
TPN
Koolhydraat- Leveren naast de hoeveelheid vocht ook calorieën aan voor het metabolisme
oplossingen + Glucose
indicaties - Glucose 5% (isotonisch)
Eiwitsparend: de omzetting van eiwitten tot glucose wordt verhindert bij
PT die niets per os innemen
Reserve van glucose in de lever en spieren onder de vorm van glycogeen
Waakinfuus of oplosmiddel voor medicatie
, Hyperkaliëmie: toedoening glucose + insule K-shift op naar de
intracellulaire ruimte waardoor de plasmaspiegel daalt
- Bijwerkingen:
Glucoseoplossingen irriteren het endotheel (thrombo)flebitis
= vanaf 20% moet dit in centrale vene toegediend worden
Bij hypertoon: osmotische diurese met water en elektrolytenverlies
(dehydratatie)
Hyperglycemie en K-shift
Bloedcontrole, urinecontrole (Na, K, Cl)
MAG NIET TOEGEDIEND WORDEN MET BLOED(DERIVATEN) =
agglutinatie van rode bloedcellen + bacteriëngroei
Mannitoloplossing (15% of 20%)
= een natuurlijke zoetstof die niet door het lichaam gemetaboliseerd wordt en dus
GEEN voedende waarde heeft
- Osmotisch diureticum (H2O aantrekken van de intracellulaire ruimte)
- OPGELET: gevaar voor elektrolytenstoornissen (bij uitblijven osmotische
diurese = hypervolemie = acuut longoedeem)
- Gefractioneerde toediening
Elektrolyten Natriumchloride-oplossing (kristalloïd)
oplossing - Natriumchloride 0,9% (isotonisch)
zonder Rehydratatie, bij reanimaties,…
calorieaanbreng Compatibel met bloed
+ indicaties - Natriumchloride 3% / 5% (hypertonisch)
Bij hyponatriëmie
Altijd via CVC en met beperkte hoeveelheden
Ringeroplossing (kristalloïd)
- Weerspiegelt de normale ionsamenstelling (isotonisch)
- Ter correctie van vocht- en elektrolytenbalans
Hartmannoplossing / Ringerlactaat (isotonisch)
- Kan overmaat zuur in het bloed wegnemen (lactaat bindt aan de H+ionen
waardoor verzuring vermindert)
- Indicaties:
Vochttoediening postoperatief bij een vrij normale hart-nierwerking
Dehydratatie door braken en diarree
Verlies extracellulaire vochten
pH-corrigerende oplossingen
- Alkaliserende oplossingen
Natriumbicarbonaat 1,4% / 6,72% bij correctie van metabole acidose
- Verzurende oplossingen
Ammoniumchloride 2,14% wordt gebruikt in geval van alkalose
Elektrolyten Glucose + elektrolyten
oplossing met - Zie 2 vorige samen
calorieaanbreng - OPGEPAST: altijd informeren over onverenigbaarheden
Hypotonax (glucose + elektrolyten)
Alcoholoplossingen + elektrolyten
- Glucose 5% + Alcohol 5% + NaCl 9% = sterk hypertonisch
- Bij delirium tremens (ontwenningsverschijnselen) en methanolintoxicaties
Aminozuren- Voorwaarden
oplossing - De 8 essentiële aminozuren zijn 40-50% van de totale hoeveelheid
(eiwitoplossing) - Enkele niet-essentiële aminozuren
- Ook koolhydraten in de oplossing (anabolisme toelaten)
, - Langzaam toedienen
- Centraal veneuze katheter (perifeer = kans op flebitis)
- Geen medicatie toevoegen
- Luchtfilter
- Samen met suiker toedienen
Contra-indicaties
- Zware lever- of nierinsufficiëntie
Vetoplossingen Indicaties (meestal als onderdeel van TPN)
- Aanvoer calorieën + essentiële vetzuren
- Bij coma of cachexie
Aandachtspunten
- Kan nausea veroorzaken
- Mag perifeer
- Langzaam starten – lange indruppelingstijd
- Liefst niet met andere oplossingen of medicatie
Contra-indicaties
- Levercirrose
- Hyperlipidemie atherosclerose
- Nierfunctiestoornissen
Plasma- = bij traumatologisch en peroperatief bloedverlies, colloïden blijven aanwezig in de
substituten of bloedbaan maar hebben geen voedingswaarde of O2-transportcapaciteit
plasma volume- Synthetische colloïden
expanders - Gelatinederivaten (iso-osmotisch) = beïnvloedt stolling niet
- Zetmeelhoudende producten (Starch-oplossingen)
Vooral bij hypovolemie om shock te voorkomen algemene voordelen
van colloïden en remmen oedeemvorming af
HES: Hydroxyethyl Starch
Volulyte, Voluven
Biologische colloïden = Producten uit humaan plasma
- Humane Albumine 20%
Herstel en behoud van bloedvolume bij PT’en die bloed of
lichaamsvloeistoffen verloren hebben
- SOPP 4%
Stabiele Oplossing Plasma Proteïnen
Isotone oplossing die 4 % menselijke eiwitten bevat waarvan tenminste
95% menselijke albumine
Andere TPN = totale parenterale nutritie
perfusie- - 3 basisvoedingsstoffen: gluciden, lipiden en eiwitten (met additieven
oplossingen: elektrolyten, oligo-elementen, vitamines)
mengvormen - Perfusie per 24u vernieuwen
Vb. Kabiven
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur justinemoerman. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €4,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.