Verzekeringsrecht 2020-2021
Boek 1: Algemene beginselen van het Belgische verzekeringsrecht
Studiemateriaal en examen .................................................................................................................... 3
Inleiding................................................................................................................................................... 4
Deel 1. Regels gemeenschappelijk aan alle soorten verzekeringen ....................................................... 5
Hoofdstuk 1. De verzekeringsovereenkomst ...................................................................................... 5
Afdeling 1. Begripsomschrijving ...................................................................................................... 5
Afdeling 2. Wezenlijke bestanddelen van de verzekeringsovereenkomst ..................................... 6
Afdeling 3. Verzekering tegen premie versus onderlinge verzekering ......................................... 14
Afdeling 4. Toepasselijke wetgeving ............................................................................................. 15
Hoofdstuk 2. Totstandkoming van de verzekeringsovereenkomst .................................................. 19
Afdeling 1. Gemeenrechtelijke beginselen (art. 1108 BW)........................................................... 19
Afdeling 2. Het verzekeringsvoorstel, de verzekeringsaanvraag en de voorafgetekende polis ... 21
Hoofdstuk 3. Bewijs en interpretatie van de verzekeringsovereenkomst........................................ 23
Afdeling 1. Bewijs .......................................................................................................................... 23
Afdeling 2. Interpretatie ............................................................................................................... 26
Hoofdstuk 4. Verplichtingen van de verzekeringnemer ................................................................... 27
Afdeling 1. Juiste opgave van het risico ........................................................................................ 27
Afdeling 2. Betaling van de premie ............................................................................................... 35
Afdeling 3. Aangifte van risicoverzwaring..................................................................................... 40
Afdeling 4. Maatregelen ter voorkoming en beperking van de schade – reddings – kosten ....... 44
Afdeling 5. Melding van schadegeval............................................................................................ 47
Hoofdstuk 5. Verplichting van de verzekeraar.................................................................................. 48
Afdeling 1. De verzekeringsprestatie ............................................................................................ 48
Afdeling 2. Bevrijdingsgronden ..................................................................................................... 52
Hoofdstuk 6. Einde van de verzekeringsovereenkomst ................................................................... 59
Afdeling 1. Duur ............................................................................................................................ 60
Afdeling 2. Opzegging na schadegeval .......................................................................................... 63
Afdeling 3. Nietigheid en ontbinding ............................................................................................ 65
Afdeling 4. Insolventie en vereffening van de verzekeringnemer ................................................ 66
Hoofdstuk 7. Contentieux (geschillenregeling) ................................................................................. 69
Afdeling 1. De verjaring................................................................................................................. 69
Afdeling 2. De territoriaal bevoegde rechtbank ........................................................................... 73
Afdeling 3. Scheidsrechterlijke bedingen (arbitrage) ................................................................... 74
Pagina 1 van 126
, Hoofdstuk 8. Medeverzekering en herverzekering .......................................................................... 76
Afdeling 1. Medeverzekering ........................................................................................................ 76
Afdeling 2. Herverzekering............................................................................................................ 77
Deel 2. Regels eigen aan de verschillende soorten van verzekeringen ................................................ 78
Hoofdstuk 1. Regels eigen aan schadeverzekeringen (zaak- en AS-verzekeringen) ......................... 78
Afdeling 1. Verzekerbaar belang ................................................................................................... 78
Afdeling 2. Indemnitair beginsel ................................................................................................... 78
Afdeling 3. Indeplaatsstelling (subrogatie) ................................................................................... 79
Afdeling 4. Oververzekering .......................................................................................................... 82
Afdeling 5. Samenloop of pluraliteit van verzekeringen............................................................... 84
Afdeling 6. Onderverzekering ....................................................................................................... 87
Afdeling 7. Overgang ingevolge overlijden ................................................................................... 88
Afdeling 8. Reddingskosten........................................................................................................... 89
Hoofdstuk 2. Regels eigen aan zaakverzekeringen ........................................................................... 89
Afdeling 1. Waardebepaling.......................................................................................................... 89
Afdeling 2. Overdracht onder de levenden................................................................................... 91
Afdeling 3. Zakelijke subrogatie ten voordele van hypothecaire en bevoorrechte SE’s .............. 93
Afdeling 4. Voorrecht van de verzekeraar .................................................................................... 93
Hoofdstuk 3. Regels eigen aan AS-verzekeringen............................................................................. 94
Afdeling 1. Gedekte schade en posterioriteitsdekking ................................................................. 94
Afdeling 2. Leiding van het geschil ................................................................................................ 98
Afdeling 3. Door de verzekeraar verschuldigde schadevergoeding ........................................... 101
Afdeling 4. Eigen recht van de benadeelde (rechtstreekse vordering) ...................................... 104
Afdeling 5. Tegenwerpelijke excepties en verhaalsrecht (regresvordering) van de verzekeraar
tegen de verzekeringnemer of de verzekerde ............................................................................ 107
Afdeling 6. Tegenwerpelijkheid van het vonnis en tussenkomst in de rechtspleging ................ 115
Hoofdstuk 4. Regels eigen aan persoonsverzekeringen ................................................................. 116
Afdeling 1. Verzekerbaar belang ................................................................................................. 117
Afdeling 2. Geen indeplaatsstelling ............................................................................................ 117
Afdeling 3. Samenloop van verzekeringen en vergoedingen ..................................................... 118
Afdeling 4. Medische informatie................................................................................................. 118
Afdeling 5. Ziekteverzekeringsovereenkomsten......................................................................... 121
Pagina 2 van 126
,Studiemateriaal en examen
Twee boeken:
- Ph. COLLE, Algemene beginselen van het Belgische verzekeringsrecht, 2019.
- Ph. COLLE, Handboek bijzonder gereglementeerde verzekeringscontracten, 2019.
- Wet 4 april 2014 betreffende de verzekeringen (pdf-versie van op Canvas mag op het
examen worden gebruikt
https://canvas.vub.be/courses/20639/files/folder/Documentatie?preview=628064).
- Documentatie in de loop van de colleges ter beschikking gesteld op Canvas (rechtspraak).
o https://canvas.vub.be/courses/20639/files/folder/Documentatie?preview=628067
o https://canvas.vub.be/courses/20639/files/folder/Documentatie?preview=628066
Examenvorm: schriftelijk op afstand (COVID-19 maatregel) -> meerkeuzevragen.
Pagina 3 van 126
,Inleiding
Definitie van Chaufton uit 1884: Compensatie van de uitwerkingen van het toeval en ongeluk op het
patrimonium van de mens door onderlinge bijstand, georganiseerd volgens de wetten van de
statistiek (hoeveel keren komt dit voor, hoeveel premie hebben we nodig om een bepaald aantal
ongelukken te vergoeden,…).
Verzekeringen dienen als een bepaalde vergoeding van schade, maar spelen ook andere rollen zoals
het bijstaan van preventie (omdat verzekeraars t.a.v. de verzekeringnemers in de gelegenheid staan
hun ervaring ter beschikking te stellen om ongevallen te vermijden), en spelen ook een rol bij
technische vooruitgang (nieuwe Boeing voor de eerste keer lanceren bv.).
Zeer courant contract in alle geledingen van recht en maatschappij.
Enorm uitgebreide regelgeving, o.m.:
- Europees recht (vrijheid van vestiging en dienstverlening)
- Mededingingsrecht (Europees en Belgisch)
- Controle op de verzekeringsondernemingen (Film “The Laundromat”, over de Panama
Papers, de aanleiding is een ongeval in een bootje waardoor mensen overlijden, de uitbater
is verzekerd, de verzekeraar heeft zelf een herverzekering genomen in het buitenland, deze
blijkt een spookfirma te zijn, er kan niets uitgekeerd worden, niemand is dus verzekerd…)
- Privaatrechtelijke regels
Indeling: onder meer volgende types worden onderscheiden:
- Privéverzekering (wordt hier besproken, ‘de echte verzekering’) en sociale verzekering (vb.
ziekteverzekering/mutualiteit, arbeidsongevallenverzekering, eigenlijk geen echte
verzekeringen -> schade vergoeden dmv wetten van statistiek wordt hier niet toegepast en
de kosten worden door ons onvrijwillig bijgedragen door de belastingen, geen actuele
berekeningen voor gemaakt)
- Privéverzekering en publieke verzekering (vb. delcredereverzekering: verzekeringen van
financiële risico’s in het buitenland)
- Landverzekering en zeeverzekering
- Verplichte (vb. WAO-verzekering) en facultatieve verzekering
- Premieverzekering en onderlinge verzekering (vb. mutualiteit)
- Indemnitaire (in principe: verzekering dient om een bepaalde schade te vergoeden en er
mag geen winst gemaakt worden door de verzekerde, het mag niet interessanter zijn om
een ramp of schade te ondergaan dan het niet te ondergaan) en forfaitaire verzekering (vb.
levensverzekering, er wordt geen waarde geplakt op het leven omdat het leven geen
kwantificeerbaar goed is)
- Schadeverzekering (vergoeding van schade aan bepaalde onderdelen van een patrimonium)
en personenverzekering (gaat over een leed dat aan bepaalde personen is veroorzaakt of vb.
een levensverzekering)
- Zaakverzekering (eigen zaak wordt verzekerd waardoor de verzekeringnemer voor zaken die
door eigen schuld schade krijgen, een bepaald bedrag verkrijgt, d.i. een verzekering op het
risico dat zich t.a.v. die zaak zou kunnen realiseren, niet op aansprakelijkheid, vb.
omniumverzekering betaalt de schade terug aan verzekerde) en aansprakelijkheids-
verzekering (daarbij verzekert de verzekeringnemer bepaalde gevallen waarin hij door
derden aansprakelijk kan worden gesteld voor een bepaalde schade die hij heeft veroorzaakt
door zijn fout, vb. WAO betaalt de schade terug aan de derde/het slachtoffer)
Pagina 4 van 126
,Deel 1. Regels gemeenschappelijk aan alle soorten verzekeringen
Hoofdstuk 1. De verzekeringsovereenkomst
Afdeling 1. Begripsomschrijving
De verzekeringsovereenkomst is een overeenkomst (art. 5, 14° W.Verz.) , waarbij:
- De ene partij (de verzekeraar) zich tegenover de andere partij (de verzekeringnemer*, niet
noodzakelijk de verzekerde) ertoe verbindt
- Tegen betaling van een vaste of veranderlijke premie (de prijs)
- Een in de overeenkomst bepaalde, meestal geldelijke prestatie te leveren aan de
verzekeringnemer zelf, ofwel aan een overeengekomen derde (de derde begunstigde)
- Indien zich een onzekere gebeurtenis (het verzekerde risico) voordoet
- Waarbij, naargelang het geval, de verzekeringnemer of de begunstigde belang heeft dat
deze (de onzekere gebeurtenis) zich niet voordoet (anders is het meer een weddenschap
waarbij er centen kunnen worden verdiend), d.i. het verzekerbaar belang.
* Overzicht verschillen:
Vanuit een economisch oogpunt is het belangrijk voor de verzekeraar dat hij een voldoende aantal
gelijkaardige of gelijkwaardige risico’s kan opnemen, zodat zij in beginsel compenseerbaar zijn
overeenkomstig de statistische wetten. Het belang van de statistiek of waarschijnlijkheidsleer maakt
dat de selectie en spreiding van risico’s van wezenlijk belang zijn. Met de selectie en spreiding wordt
niet alleen bedoeld dat de verzekeraar er zorg voor moet dragen een voldoende aantal homogene
risico’s te dekken, maar ook dat de verwezenlijking van de gedekte risico’s statistisch gezien niet
tegelijk een te groot aantal verzekerden treft. Vandaar dat zoveel belang gehecht wordt aan de
juiste opgave van het risico door de verzekeringnemer en dat catastrofale risico’s in beginsel van de
dekking uitgesloten worden.
De bedoeling is dat overeenkomstig de wetten van de statistiek, een groot aantal gelijkaardige
gevallen worden samengebracht en dan kan men statistisch uitrekenen wat de kans is dat een
bepaald risico zich effectief voordoet. Als dat 1/100 is dan gaan we een premie berekenen die de
gevolgen van dat 1 geval kan dekken wanneer die premie wordt betaald door 100
verzekeringnemers (=basisidee). Als je geen voldoende aantal gelijkaardige risico’s bijeen kunt
brengen, dan werkt het gewoonweg niet.
Verzekeraars zijn verplicht deze statistieken op te stellen en over te maken aan de Nationale Bank
van België (NBB), die ogv deze statistieken kunnen uitmaken of het evenwicht en de veiligheid van
de verzekeringsverrichtingen niet in gevaar komen. (zie art. 11bis en 12 Controlebesluit
22/02/1991). Deze controle is nuttig om de rechten van de verzekerden te vrijwaren.
Pagina 5 van 126
,Afdeling 2. Wezenlijke bestanddelen van de verzekeringsovereenkomst
De wezenlijke bestanddelen worden afgeleid uit de wettelijke omschrijving van de
verzekeringsovereenkomst in art. 5, 14° W.Verz.:
- Risico (onzekere gebeurtenis die de aanleiding is van het schadegeval)
- Verzekerbaar belang
- Premie
- Verzekeringsprestatie
Bij ontstentenis van één van die bestanddelen bestaat er geen verzekeringsovereenkomst. Deze
bestanddelen moeten aanwezig zijn zowel bij de totstandkoming als tijdens de ganse duur van de
verzekeringsovereenkomst.
1. Het risico
Het risico is de onzekere gebeurtenis waaruit het schadegeval (damnum emergens of lucrum
cessaris) ontstaat. De onzekerheid kan betrekking hebben op de gebeurtenis zelf (vb. een brand kan
ontstaan) of op het ogenblik waarop de gebeurtenis zich zal voordoen (vb. bij de gemengde
levensverzekering is de gebeurtenis zeker, maar het ogenblik van de gebeurtenis is dat niet).
Een zuiver potestatief risico is niet voor verzekering vatbaar! Dit is een risico waarvan de
realisatie zuiver afhangt van de wil en het gedrag van de verzekeringnemer. Vandaar dat,
niettegenstaande enig andersluidend beding, de verzekeraar niet tot dekking verplicht kan
worden wanneer de verzekerde het schadegeval opzettelijk heeft veroorzaakt (art. 62,
eerste lid W.Verz.).
Een schadegeval moet minstens ten dele door toeval veroorzaakt zijn om voor
verzekeringsprestatie in aanmerking te komen. Zo zal de schade veroorzaakt door
permanente of regelmatige uitwasemingen verbonden aan de uitoefening van een
welbepaalde ondernemingsactiviteit niet gedekt worden door de milieuschadeverzekeraar,
aangezien in de gegeven omstandigheden geen sprake is van een onzekere gebeurtenis. Is
daarom in de regel evenmin verzekerbaar, de schade die het gevolg is van een
onvermijdelijk verloop van gebeurtenissen (vb. normale slijtage, normale en onafwendbare
beschimmeling of verrotting of het normaal tenietgaan van de verzekerde zaak), deze kan je
niet verzekeren als dusdanig omdat dat geen risico is, men weet dat dat zal gebeuren.
A. Kanscontract
De verzekeringsovereenkomst is in die zin een kanscontract omdat de prestatie van de verzekeraar
afhankelijk is van een onzekere gebeurtenis, het risico. “Een kanscontract is een wederkerige
overeenkomst, waarvan de gevolgen, met betrekking tot winst en verlies, hetzij voor alle partijen,
hetzij voor een of meer van hen, van een onzekere gebeurtenis afhangen” (art. 1964 BW). De mate
waarin de verzekeraar winst of verlies zal maken, is afhankelijk van de verwezenlijking van het
gedekte risico en dit is een onzekere gebeurtenis. Voor de verzekeraar kan dit deels aanzien worden
als een weddenschap, zal het gebeuren ja of neen. Die kwalificatie geldt niet t.a.v. de
verzekeringnemer, omdat de verzekering hem geen winst oplevert (cf. het indemnitair beginsel bij
schadeverzekeringen en de spaaroperatie bij levensverzekeringen).
Er bestaat discussie rond de vraag of die kans op winst of verlies in hoofde van beide partijen moet
bestaan. De reden van verwarring/vraagstelling ligt in art. 1104 BW: “Wanneer het gelijkwaardige
gelegen is in de kans van winst of verlies, die voor elke partij afhankelijk is van een onzekere
gebeurtenis, is het contract een kanscontract”. Sommigen houden voor dat dit art., anders dan art.
1964 BW, laat verstaan dat de kans op winst of verlies voor ELKE partij afhankelijk moet zijn van een
onzekere gebeurtenis. Dit berust o.i. op een misvatting.
Pagina 6 van 126
,Art. 1964 BW zegt daarentegen dat de gevolgen m.b.t. winst of verlies voor één van de partijen
afhangt van een onzekere gebeurtenis. Art. 1104 BW verwijst alleen naar beide partijen m.b.t. de
gelijkwaardigheid van de wederzijdse prestaties in het licht van de kans op winst of verlies. Art. 1104
BW plaatst het kanscontract tegenover het vergeldend contract.
Wanneer de prestaties van de medecontracten als gelijkwaardig beschouwd kunnen worden, is het
contract vergeldend (art. 1104, eerste lid). Wanneer de gelijkwaardigheid van hun prestaties bij de
aanvang van de overeenkomst onzeker is, omdat deze gelijkwaardigheid afhangt van een onzekere
gebeurtenis, is het contract een kanscontract.
Het contract is eveneens een kanscontract wanneer de gelijkwaardigheid te vinden is in de kans op
winst of verlies. Art. 1104 derogeert dus niet aan de bepaling van art. 1964. Het plaatst zich op een
ander vlak. Art. 1104 bekijkt de problematiek vanuit het oogpunt van de gelijkwaardigheid van de
prestaties waartoe de contractanten zich verbinden. Art. 1964 bekijkt de zaken vanuit de optiek van
de afhankelijkheid van de contractueel aangegane prestaties van een onzekere gebeurtenis. Het
contract is een kanscontract zodra de prestatie van één enkele partij afhangt van een onzekere
gebeurtenis (art. 1964 BW).
M.a.w., de meerderheid in de literatuur zegt dat het volstaat dat er onzekerheid is voor 1 bepaalde
partij (art. 1964 BW) en dat is op die manier ook van toepassing op verzekeringen. Bij verzekeringen
is er maar 1 partij die een onzekerheid ondergaat. De prestatie van de verzekeringnemer bestaande
uit de betaling van de overeengekomen premie ligt vast. De premie is de prijs die de verzekering-
nemer betaalt om zich geen zorgen meer te moeten maken bij het zich voordoen van het risico dat
hij laat verzekeren. De premie, alsmede de zekerheid of zorgeloosheid die de verzekeringnemer met
het afsluiten van de verzekering afkoopt, zijn definitief. De betaling van de premie – de prestatie van
de verzekeringnemer – is niet afhankelijk van een onzekere gebeurtenis. De afhankelijkheid van een
onzekere gebeurtenis geldt uitsluitend tav de prestatie van de verzekeraar, met name dekking
verschaffing bij de verwezenlijking van het verzekerde risico (= schadegeval) (-> de verzekeraar heeft
wél onzekerheid, nl. gaat het risico zich realiseren of niet?).
De speculatie mbt winst of verlies waarover de art. 1104 en 1964 BW het hebben, geldt niet tav de
verzekeringnemer. Bij het aangaan van de verzekering is er, wat schadeverzekeringen betreft, geen
winstspeculatie omwille van het indemnitair beginsel dat de OO raakt. De verzekerde kan zich niet
verrijken naar aanleiding van de verzekering (art. 93 en 105 W.Verz.). Dit verbod geldt niet mbt
persoonsverzekeringen die verzekeringen tot uitkring van een vast bedrag zijn.
Er is evenmin verliesspeculatie, omwille van de noodzakelijke aanwezigheid van het verzekerbaar
belang. Het verzekerbaar belang is een wezenlijk bestanddeel van de verzekeringsovereenkomst.
Het is het belang van de verzekeringnemer of derde-begunstigde, dat het verzekerde risico zich niet
voordoet (art. 5, 14° en 102, eerste lid W.Verz.).
De verzekeringsovereenkomst als kanscontract is dus rechtsgeldig zodra de kans op winst of verlies
bestaat in hoofde van één partij, doorgaans de verzekeraar. Deze kans mag uiteraard in hoofde van
beide partijen bestaan, maar dit hoeft niet. Bij de beoordeling van de kwalificatie van een
overeenkomst als verzekeringsovereenkomst is het dus doorslaggevend of de realisatie van de
onzekere gebeurtenis al dan niet inwerkt op de afdwingbaarheid en/of de omvang van de
verzekeringsprestatie (de prestatie waartoe de verzekeraar zich verbonden heeft), zodat hieruit voor
minstens één van partijen winst of verlies voortvloeit.
De verzekering is nietig wanneer bij het afsluiten van de overeenkomst het risico niet bestaat of
reeds verwezenlijkt is (art. 79, eerste lid W.Verz.), want dan ontbreekt het kanselement.
Pagina 7 van 126
, Dit geldt evenzeer voor verzekeringen gesloten mbt vermeende risico’s, zijnde risico’s waarvan de
partijen op het ogenblik van het sluiten van de verzekeringsovereenkomst niet weten dat ze reeds
verwezenlijkt zijn (of niet van de verzekeringnemer zelf is). Het putatief risico is dus niet voor
verzekering vatbaar, in tegenstelling tot de RS van het Franse Hof van Cassatie (27/02/1990).
Wanneer partijen de verzekeringsovereenkomst met terugwerkende kracht in werking doen treden,
dient het bestaan van het risico beoordeeld te worden op het ogenblik van de inwerkingtreding.
Zoniet zou afbreuk worden gedaan aan de ratio legis van art. 79 W.Verz.
Hoewel de nietigheid in beginsel terugwerkt tot op de dag van de sluiting van de
verzekeringsovereenkomst, mag de verzekeraar de premies behouden die verschuldigd zijn tot op de
dag dat hij het niet-bestaan van het risico vernomen heeft, voor zover de verzekeringnemer te
kwader trouw gehandeld heeft bij het sluiten van de overeenkomst of een onverschoonbare
vergissing heeft begaan (art. 79, derde lid W.Verz.). De reden is dat de verzekeraar intussen alle
maatregelen genomen heeft die verzekerings-en bedrijfstechnisch nodig zijn om het risico te
dekken, zoals eventueel de herverzekering op de internationale markt waarvan de premies en
kosten meestal niet terugvorderbaar zijn.
B. Kwalificatie als verzekering
Naast het bestaan van een risico is het voor de kwalificatie van verzekering ook van belang dat de
onzekere gebeurtenis (het risico) voor minstens één van de partijen inwerkt op de afdwingbaarheid
en/of op de omvang van de verzekeringsprestatie (het door de verzekeraar uit te keren kapitaal),
zodat de kans op winst of verlies hetzij voor alle partijen, hetzij voor één van de partijen van een
onzekere gebeurtenis afhangt (art. 1964 BW).
De verzekeringsovereenkomst is een kanscontract. Een overeenkomst kan slechts als kanscontract
worden aangemerkt wanneer de kans op winst of verlies werkelijk aanwezig is. Indien dit
kanselement niet aanwezig is, kan de gesloten overeenkomst niet als verzekeringsovereenkomst
gekwalificeerd worden. Zo kan er bezwaarlijk sprake zijn van een verzekering indien de
verwezenlijking van de onzekere gebeurtenis geen enkele invloed uitoefent op de
uitkeringsverplichting en/of op het bedrag van de verzekeringsprestatie en indien van bij het
aangaan van de verzekeringsovereenkomst vaststaat dat de onzekere gebeurtenis geen invloed
heeft op de winst-of verlieskansen van de partijen.
Het is wegens het ontbreken van die kans op verlies in hoofde van de verzekeraar dat sommige
beleggingsproducten verkocht als tak-23-verzekeringen1 (werd eerst aanzien als verzekering terwijl
er niet veel onzekere gebeurtenis meer in zat), de kwalificatie van verzekeringsproduct ontnomen
werd. Bv. wanneer, ongeacht het tijdstip van de prestatie, de verzekeraar zich tot niets anders
verbindt dan het uitkeren van de (fluctuerende) marktwaarde van de deelbewijzen van het
achterliggende fonds. Om diezelfde reden werd de kwalificatie van verzekering onthouden in een
geval waarbij de door de levensverzekeraar te leveren verzekeringsprestatie overeenstemde met de
betaalde premies ongeacht het tijdstip waarop het verzekerde risico (leven of overlijden) zich
voordeed. Deze kwalificatie werd eveneens geweigerd in een geval waarbij de verzekeringnemer op
1
Bij de controleorganisatie FSMA is er een indeling van alle mogelijke materies waar verzekerings-
overeenkomsten op van toepassing zijn en die hebben allemaal een nummertje, TAK 23 is daar een vb van ->
levensverzekeringen die als belegging worden georganiseerd, maar daar is het soms mogelijk dat ipv dat er
een bedrag wordt gegarandeerd, de uitkering afhangt van het succes van de belegging zelf, het is mogelijk dat
wordt bepaald dat het uit te betalen kapitaal gelijk is aan het bedrag van de betaalde premies zonder dat het
tijdstip van overlijden daar iets mee te maken heeft, dan zit je met een vorm van sparen, geen verzekerings-
contract meer, maar wel een ander soort contract. De kwalificatie als verzekering brengt wel een aantal fiscale
voordelen met zich mee, maar enkel en alleen als het ook als een verzekering wordt en blijft aanzien.
Pagina 8 van 126