Samenvatting inleiding tot criminologie
Wanneer is iets strafbaar?
Wanneer een daad de wettelijke normativiteit overschrijdt. Maar meestal niet zo makkelijk, er moet
met verschillende factoren rekening worden gehouden.
Criminaliteit ontleden
We stellen 4 dingen vast:
- Gedrag (betrokkenen stellen bepaald gedrag)
- Vastellen dat gedrag (wettelijke) norm overtreedt = misdrijf
- Schadelijke gevolgen (naar slachtoffer gaan kijken)
- Sociale consensus, overtuigt dat iets strafbaar is
Ingrijpen = officiële maatschappelijke reactie (politie)
Onderzoek
steekproef bepalen niet iedereen bevragen
gegevens verzamelen en analyseren
- Kwantitatief bv. Enquête via e-mail
- Kwalitatief diepgaand interview, terplekke gaan en observeren (1920)
Nadeel kwalitatief onderzoek een bepaalde kant kiezen, bv. de kant van de staat kiezen of die van
de burgers
!Black numbers! niet alle misdrijven worden door justitie behandeld, bij politie aangegeven of
bestraft
Strafrecht systeem = trechtersysteem
- Aangifte politie pv of niet ?
- Naar justitie gestuurd seponeren of niet ?
- Komt voor de rechter
Onderrapportage = niet iedereen durft iets te gaan aangeven bij politie, bv. seksuele misdrijven
Criminaliteit vs ontologie
Ontologie = leer van het zijn waargenomen werkelijkheid
Niet alles blijft hoe het waargenomen is, criminaliteit evolueert
- Over tijd
- Dingen zijn niet wat ze zijn
- Criminaliteit continue blijven opvolgen
Niet in alle samenlevingen dezelfde wetten
Basisbegrippen
Misdrijf = wet overtredende actie
Misdaad = verzamelnaam misdrijven
,Deviantie = afwijkend gedrag
Justitie bepaald de straffen
Dader is niet gelijk aan verdachte
Verdachte = vermoeden van onschuld, onschuldig tot tegendeel bewezen is
Beklaagde = verschijnt voor politierechtbank, hof van beroep en correctionele rechtbank
Beschuldigde = verschijnt voor Hof van Assisen
Slachtoffer = schade geleden persoon
Burgerlijke partij = om deel te nemen aan het proces
Ontwikkeling criminologie
Dader gericht ( 1875), Reactie gericht (post WO II), Slachtoffer gericht ( 1970)
3 wetenschappen om naar criminologie te kijken:
- Criminologie
- Sociologie
- Biologie
Enkel bij biologie 1 juist antwoordt, bij sociologie en criminologie niet het geval
De verlichting en vroege tradities
Verlichtingsdenken :
- Geen absolute vorsten, geen lijfstraffen
- Universalisme, zoeken naar algemene wetten en principes
- Empiricisme, feitelijke kennis door observatie verzamelen
- Politieke vooruitgang, vrijheid
- Secularisatie = kerk eigendommen staat eigendommen
klassieke school (18de eeuw):
- focus = strafrecht en bestraffing (misdrijf centraal)
- proportionaliteit = ernst straf in verhouding met ernst misdrijf
,Cesare Beccaria (18de eeuw):
- jurist, ideeën verlichting vertaald naar strafrecht geen straf zonder wet
- tegen willekeur strafrecht en straf moet burger verbeteren = straf moet afschrikken!
- Hiërarchie in misdrijven
- Secularisme = humanistische straffen
sociaal contract = bepaalde vrijheden afstaan om samen te leven, overheid vervult functies (politie,
justitie,..) ter compensatie
strafrecht deel sociaal contract
Jeremy Bentham (18de eeuw):
- Panopticon = gevangenis met cellen in cirkel rond middelpunt met cipiers
- Gevangenen constant het gevoel geven dat ze in de gaten gehouden worden
Panoptisme = groepen controleren basis idee sociale controle:
- Via controlepraktijken mensen vormen = veel toezicht en minder criminaliteit
Utilitarisme = strafuitvoering moet nuttig resultaat hebben
positivisme (19de eeuw):
- focus = onderzoek crimineel, waarom doet iemand iets?
- Reactie op klassieke school
Quetelet en de statistiek (18de - 19de eeuw):
- Grondlegger overheidsstatistiek
- Sociale fysica: naar de gemiddelde mens gaan kijken
- Publicatie statistieken
- Statistische constructie: hoe meer metingen hoe meer stabiliteit in metingen
Lombroso (19de – 20ste eeuw)
- Criminele antropologie = iemand is geboren als crimineel
- Kenmerken uiterlijk (opbouw lichaam) crimineel
- Gaat opzoek naar wat afwijkend is
Kritieken verder kijken dan fysieke kenmerken! Beperkt tot de gevangenis en als familie
delinquent gedrag vertoond, jij ook maar dit klopt niet
Italiaanse school (lombrose, E. Ferri en R. garofalo), Franse school ( Lacasagne) idee geboren
deliquent
Erfenis van het positivisme:
Oorzaken criminaliteit in het individu zelf naar de biologie kijken
,Matza, 20ste eeuw:
- Delinquent is specifiek type individu
- Delinquent is anders crimogene kenmerken
- Determinisme: zwakzinnig, onvoldoende socialisatie ontsnappen onmogelijk (sowieso
crimineel als je kenmerken hebt)
Criminele families, genetisch onderzoek extra Y chromosoom = meer agressie
Criminologische strafrechtelijke uitloper:
- Individu is verantwoordelijk hoe gevaarlijk voor de samenleving?
- Maatschappij beschermen
- Reactie op misdrijven = dader begeleiden zodat hij/zij terug een normaal leven kan verkrijgen
idee internering
, Vroeg sociologisch denken
Criminaliteit is normaal:
- Durkheim deviantie is niet abnormaal
- Deel van samenleving
- Functionalistisch perspectief
criminaliteit heeft 4 functies:
- Goed en slecht, criminaliteit en rechtsvaardigheid
- Bepalen morele en sociale grenzen en normaliteit
- Reactie op criminaliteit versterkt sociale cohesie (samenhang)
- Deviantie/criminaliteit kan leiden tot sociale verandering
Criminaliteit en sociaal conflict:
Marxistisch perspectief
- Samenleving gedomineerd door arbeid en kapitaal
- Criminaliteit als moreel probleem arbeidersklasse doet veel aan criminaliteit
Criminaliteit komt door de klassenstrijd volgens Marx
Willem Bonger:
- Types criminaliteit hangt samen met economische omstandigheden
Culturele transmissie, de stad en criminaliteit
- Urbanisatie VS stad als onderzoeksobject
- Chicago school criminaliteit als onderdeel stad, verklaringen zoeken in stedelijke
samenleving
Diverse gebieden in de stad = concentrische zones:
- Dienstenzone = belang uitbreiding
- Transitiezone = migrantenbuurt hoge criminaliteit
- Zone met arbeidersbuurten
- Residentiële zone
- pendelaarszone
Criminaliteit is het resultaat van een normaal leerproces