!!! Let op is van het academiejaar , was het laatste jaar van Prof. Rauws !!!
Een samenvatting van Sociale Wetgeving, de eerste 111 pagina's zijn arbeidsrecht waar alles uit de lessen werd genoteerd. De pagina's erna zijn sociale zekerheid waar de lessen en de teksten werden samengebracht. Op he...
I. Arbeid en recht
Hoofdstuk 1. Algemeen
➢ Sociale wetgeving:
o Arbeidsrecht:
▪ Als je ziek bent moet je werkgever gedurende 1e maand je loon betalen daarna val
je onder de sociale zekerheid
▪ Betaalde arbeid:
• Zelfstandige samenwerkingen (valt niet onder arbeidsrecht)
• (Professionele) Arbeid onder gezag:
o Werknemer >< ambtenaar:
▪ Werknemer = werkt onder gezag maar met een contract en
tegen een loon (contractanten)
▪ Ambtenaar = werkt onder gezag maar zonder contract,
heeft een bestuurs- of administratief gerechtelijke
verhouding en kan enkel werken onder een publiekelijk
gerechtelijke werkgever en valt soms onder een deel van
het arbeidsrecht
▪ Overheid heeft beide soorten
▪ Lokale besturen en op ministeries kan men contractuelen
vinden
o Werkgevers maar geen zelfstandigen!
o Sociale zekerheid:
▪ = Systeem van verplichte verzekeringen die gefinancierd worden door sociale
zekerheidsbijdragen/parafiscaliteit
• = Verplichte bijdragen, waar die bijdragen worden berekend op het
beroepsinkomen
▪ 2 (3) grote systemen:
• Sociale zekerheid voor ambtenaren
• Sociale zekerheid voor werknemers:
o Bevat 7 onderdelen:
▪ Bijdrage regeling:
• RSZ wet van 1969: Regelt hoeveel, wie, wanneer
moet worden betaald, hoe men dat berekent, hoe
men dat moet aangeven bij de RSZ (rijksdienst voor
sociale zekerheid), wat de gevolgen zijn als er te
laat bijdragen worden betaald, hoe deze moet
worden geïnd
▪ Arbeidsongevallen:
• Verzekering
• = Letsel dat voorkomt uit een beginsel van een
plotselinge gebeurtenis
• Vb. WN op de ladder en valt en breekt een been
▪ Beroepsziekten:
• Verzekering
• ≠ Plotselinge gebeurtenis
1
, • Vb. WN hadden vorm van leukemie, ontstaan aan
een te lange blootstelling aan Benzeen op de
werkvloer
▪ Werkloosheid:
• WN die hun baan hebben verloren
• Tijdelijke werkloosheid
▪ Pensioen
▪ Gezinsbijslagen:
• Kostenvergoeding voor het opvoeden van kinderen
▪ Ziekte en invaliditeit (is financieel de belangrijkste):
• Arbeidsongeschiktheidsuitkering voor WN die ziek
zijn, na een bepaalde periode (of een ongeval die
geen arbeidsongeval is)
• Loondervingsverzekeringssysteem
• Kosten vergoedingssysteem, terugbetaling van
medische zaken (ziektekostenverzekeringen)
• Moederschapsuitkering
▪ Zelfstandigen:
• Bijdrage regeling is anders geregeld: berekend op het beroepsinkomen,
niet op het loon, berekend op een geplafonneerd beroepsinkomen
• Beperkter: hebben geen arbeidsongevallen verzekering, geen
beroepsziekteverzekering en geen werkloosheidsverzekering (wel een
faillissement verzekering)
• Zelfstandigen pensioenen zijn mager
➢ Sociale bijstand:
o = Voor mensen die niet in de sociale zekerheid terecht komen
o = OCMW steun is voor iedereen
o = Voor een leefloon, dit is voor de Belgen en de bevoorrechte vreemdelingen
o Uitkeringen voor de minder validen
o Gewaarborgde gezinsbijslag:
▪ Je staat er alleen voor als zwangere moeder en je wilt het kindergeld als
alleenstaande moeder
o Grote verschillen met sociale zekerheid:
▪ De sociale bijstand wordt niet gefinancierd door sociale zekerheidsbijdrage
→ Valt niet onder de parafiscaliteit, maar onder de belastingen
▪ Sociale bijstand bevat een inkomenstoets, want je mag geen inkomen hebben, in
de sociale zekerheid is er geen inkomenstoets
Hoofdstuk 2. Beknopt historisch overzicht
➢ 3 grote periodes:
o Start: Einde 19e eeuw → Eind WOII
▪ Begint eind 19e eeuw: stakingen eind 1880: Leopold II die de sociale kwestie heeft
onderkent en eind 19e eeuw zijn de 1e stappen van het sociaal recht gezet:
▪ Voorbeelden:
• Er zetten toen wetten gemaakt om de meest kwetsbare groepen van de
werken te beschermen: jongeren en vrouwen
• Arbeidsongevallen wet/verzekering 1903: fundamenten zijn toen gelegd en
is dus vrij belangrijk want een aantal van die principes van toen bestaan nu
nog altijd maar in een nieuwere vorm vanuit de wet van 1971
• Arbeidsovereenkomsten wet 1900
▪ Tot WOII is er een schuchtere uitbouw van het sociaal recht:
2
, • Wet op verenigingsvrijheid 1921 (niet enkel belangrijk voor vakbonden,
maar ook voor studentenvereniging ≠ vzw)
• Vakbonden hebben een belangrijke rol gespeeld in de evolutie van het
sociaal recht
o Gouden periode: Eind WOII → Eind 1970
▪ Besluit wet 1945: fundament van de huidige sociale zekerheid
▪ Bedrijfsorganisatiewet 1948: ondernemingsluiken, -raden
▪ Arbeidsreglementen wet 1965: in alle ondernemingen, wet bestaat nog en is amper
gewijzigd
▪ Loonbeschermingswet 1965: wet van de uitbetaling van het loon beveiligd: niet
hoeveel er moet worden betaald, maar wat, wanneer interesten verschuldigd,
vroeger ook regels over het beslag op loon
→ Nu staat dat grotendeels in het gerechtelijk wetboek
▪ Collectieve arbeidsovereenkomst 1968: zeer belangrijke wet!, de
arbeidsvoorwaarden van de werknemer in de privésector worden in belangrijke
maten hier bepaald, ook paritaire comités = overlegorganen per categorie of
bedrijfstak van werknemers
▪ Meer wetten en bescherming in de arbeidsovereenkomst
▪ ’20: bedienden ontslag bescherming
▪ Handelvertegenwoordigers 1963: speciale categorie, want werkt niet op het
bedrijf, maar werkt buiten de zetel van het bedrijf
▪ Wijziging van de arbeidsovereenkomsten wetten 1969
o Laatste periode:
▪ Moeilijkheden voor het sociaal recht: crisissen
• Petroleum crisis eind 1970:
o Maatregelen genomen: geen toename sociale bescherming, maar
van een beperkte terugslag
o Vb. Werkloosheidsuitkeringen zijn niet beperkt in tijd, maar
worden wel degressief
• Desinflatie in 1975 → Lonen werden gedesindexeerd (lonen worden
gekoppeld aan de evolutie van het index cijfer van de consumptiecijfers)
• Wet van concurrentie vermogen 1996: Kijken naar de loonstijgingen in de
ons omringende landen en heeft impact op de maximale loonstijgingsmare
• Financiële crisis 2007-2008
• COVID-19 problematiek: heel zware crisis met grote economische
achteruitgang
→ Trek ook sporen in het sociaal recht:
o Tijdelijke werkloosheid (ten gevolge van overmacht): 70% van een
begrensd loon
o Voor de niet essentiële sectoren: telewerk opgelegd
▪ Structureel telewerk
▪ Occasioneel telewerk
o Data protectiewetgeving:
▪ Mag men van een werknemer de temperaturen meten? Ja,
maar mag niet worden opgeslaan
II. Arbeidsrecht: toepassingsgebied
Hoofdstuk 1. Toepassingsgebied ratione personae
➢ Sociaal strafwetboek 2010:
o België is een soort van halve politiestaat: indien werkgevers de sociale rechtelijke
wetgeving niet nakomen er strafsancties kunnen worden opgelegd
3
, oVan toepassing op:
▪ Werkgevers
▪ Niet op gewone werknemers
▪ Ouders die hun kinderen laten werken
▪ Publiekrechtelijke werkgevers
➢ Arbeidsrecht ook van toepassing om mensen die arbeid verrichten maar geen werknemer zijn:
o Vb. Vrijwilligerswerk:
▪ Hebben ook een aansprakelijkheidsbescherming zoals een werknemer
▪ Zijn een werknemers
Hoofdstuk 2. Toepassingsgebied ratione materiae
➢ Bestaat uit 4 onderdelen:
o Individuele arbeidsrecht:
▪ Van toepassing op individuele arbeidsovereenkomsten
▪ Rechten en verplichten tussen werknemer en werkgever
▪ Arbeidsovereenkomsten wet van 3 juli 1978: vb. opzeggingstermijn
o Collectieve arbeidsrecht:
▪ Regelt de verhouding van een groep werknemers t.o.v. groep van werkgevers
▪ Inhoud:
• Ondernemingsraad
• Preventiecomité
• Stakingsrecht
• Vakbonden
o Arbeidsreglementering:
▪ = Veiligheid en welzijn van werknemers
▪ Moederschapsbescherming
▪ Arbeidsduurwetgeving
▪ Jaarlijkse vakantie
▪ Loonbeschermingswet
▪ Arbeid beschermende wetgeving
▪ Zeer uitgebreid
o Handhavingsrecht:
▪ 2 grote luiken:
• Burgerrechtelijk/Civielrechtelijk luik:
o Geschillen tussen werknemers en werkgevers
o Aparte arbeidsrechtbanken (zoals er een ondernemingsrechtbank
bestaat), met aparte procedures
▪ Werknemers en sociaal verzekerden kunnen zich laten
vertegenwoordigen en bijstaan door vertegenwoordigers
van sociale organisaties
▪ Arbeidsrechtbanken zijn bevoegd voor sociale
zekerheidsgeschillen en geschillen tussen werknemer en
werkgever
• Strafrechtelijk luik:
o Strafrechtelijke/repressieve handhaving van het sociaal recht:
▪ Komt terecht bij de correctionele rechtbank
o Vb. Administratieve geldboete
o Worden opgelegd door de Federale Overheidsdienst voor werk,
arbeid en sociaal overleg en niet door de strafrechter
▪ Beroep hiertegen komt wel terecht bij de arbeidsrechtbang
4
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur Flo321. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €8,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.