Motorische ontwikkeling van kinderen Handboek 1: introductie
De colleges van motorische (- en perceptuele) ontwikkeling zijn lijdend voor het tentamen. Hierdoor heb ik de gehele colleges uitgetypt. Er staat benadrukt wat tentamenstof is en waar de nadruk op zal liggen.
Al de vijf colleges komen aanbod.
Veel succes :)
Kwalificerend Examen B-02 - Stimuleer en volg de ontwikkeling door activiteiten - kwalificatiedossier Pedagogisch werken - Geslaagd 2022 cijfer 8 - Nieuwe indeling gebruikt
College 1: motorische ontwikkeling
Wat is ontwikkeling?
De motorische ontwikkeling gaat over de ontwikkeling van baby’s tot je ouder bent (dan komt het
motorisch verval). Hier gaat het heel erg tot de ontwikkeling tot +- 20 jaar. Er zijn altijd verschillende
ontwikkelingen in de motorriek, zoals baby ligt op zijn rug, draaien en kruipen ed.. Wordt niet heel
gedetailleerd behandeld. Het gaat meer over de grote lijn, wat zijn nou de theorieën over
ontwikkeling.
Het kind door de eeuwen heen
Hoe mensen aan kijken naar het jonge kind door de jaren heen. De reden dat de schilderijen worden
getoond is dat je aan schilderijen kan zien hoe andere mensen naar het kind kijken. Schilderij Basile
→ kind wordt gezien als een jong volwassen, dezelfde kleren als een volwassen.
Pas in Moderne Tijd (vanaf +- 17 eeuw) worden kinderen als een aparte groep beschouwd met een
eigen denk-, gevoel-, en leefwereld plus eigen behoeften en gedragswijzen.
Tegenwoordig: het kind als jongvolwassene?
De opvatting over het kind bepaalt voor een groot deel de benadering van het kind (therapeut,
ouder, leerkracht etc.) Als je het kind ziet als een kind dat nog heel veel moet leren en die nog in het
begin staat van de ontwikkeling dan zul je op een andere manier een kind benaderen dan als je een
kind ziet als een jongvolwassene. Je ziet bijvoorbeeld bij (jonge) ouders dat ze bij hun eerste kind de
typische babypraat hebben → geen volle zinnen. Niks mee, maar wel problematisch als dit aan blijft
houden. Ander uiterste als je je kind van twee al aanspreekt als volwassen. Het is heel belangrijk aan
te sluiten op de ontwikkeling van het kind ook op het gebied van communicatie. Dit zie je ook terug
in hoe kinderen zich kleden of worden gekleed.
Is het kind een kleine volwassene? →
Piaget → cognitieve ontwikkeling dat gaat door verschillende stadia en een van die stadia is op een
gegeven moment het pre-operationele stadium en dan kunnen kinderen ook concepten gaan
ontwikkelen etc.. Dan heb je het over een klein volwassen.
Wat is ontwikkeling?
• Relatief permanente veranderingen over de leeftijd → door de tijd
• Lichamelijke groei
• Leren van nieuwe vaardigheden
• Gedrag aanpassen aan verschillende contexten
• Kunnen oplossen van niet eerder op te lossen problemen → ontwikkeling in de hersenen
• Een irreversibel en onomkeerbaar proces (i.t.t. leerprocessen!) → het is niet terug te draaien (bv.
lichamelijke groei)
Bij hersenschade → ontwikkeling gaan ‘verloren’→ opnieuw aanleren: verschil in leren en
ontwikkeling. Rijping kan je vaak niet terugdraaien.
Wat is leren?
• Leren van nieuwe vaardigheden
• Gedrag aanpassen aan verschillende contexten
• Kunnen oplossen van niet eerder op te lossen problemen → ontwikkeling in de hersenen
Leren is reversibel → je kunt leren terugdraaien.
,De ontwikkeling in verschillende domeinen: Waarom is motorische ontwikkeling zo belangrijk?
Ontwikkeling en leren gaan
samen.
Grove motoriek → staan,
lopen ed.
Fijne motoriek → veters
strikken
Piaget: in het begin is de
cognitie vooral bepaald door
de sensomotoriek. Alles wat
baby’s leren is heel erg
perceptueel en motorisch,
dat voelen ze, dat zien ze
etc.
Formeel operationeel → kun je afstand nemen van dat geen dat je weet en kun je ook concepten
gebruiken. Bv. concept inhoud of ruimte.
Deze domeinen hebben invloed op elkaar.
Wetenschappelijk (neuraal) bewijs voor invloed van motoriek op cognitie
(systematisch overzichtsartikel Hillman et al., 2008)
Als jij gewoon voldoende traint dat je zorgt dat je motoriek voldoende is, je hebt een goede conditie
dan heeft dat ook een positief effect op de cognitieve vaardigheden.
Cognitieve (leer)prestaties (executieve functies)
Cognitieve functies die zich ontwikkelen (sommige snel, sommige duren 10 jaar etc.):
• Aandacht
o Selectief
o Volgehouden
o Dubbeltaak volgehouden
o Controle
• Taakswitchen
• Respons inhibitie → bij jonge kinderen nog niet mogelijk → worden sneller kwaad (frontale kwab
nog niet helemaal ontwikkeld, inhibitie nog niet helemaal volledig)
• Geheugen
o Korte termijn geheugen
o Werkgeheugen
o Lange termijn geheugen
• Concentratie
• Taal
Jonge kinderen hebben nog geen ontwikkelde frontaal kwab en die is cruciaal voor het inhiberen of
ook het plannen van allerlei zaken zoals motoriek. Als die nog niet ontwikkeld is, is eigenlijk
biologisch. Je kan het als verklaring gebruiken en inzicht krijgen waarom ze dat doen. En aan de hand
daarvan strategieën gebruiken om het toch voor elkaar te krijgen. Executief functioneren is steeds
meer een term die steeds belangrijker wordt ook in de ontwikkelingsliteratuur. Hangt met meerdere
dingen samen.
,Motoriek en rekenen
Onderzoek Goldin- Meadow (2009). Als het nou zo is dat motoriek en rekenen met elkaar verband
houden, is een reden om dat direct te onderzoeken is gewoon door een te manipuleren. Wat hebben
ze gedaan? Ze hebben kinderen rekensommen laten doen op het bord. Soms mochten de kinderen
hun handen gebruiken bij het rekenen, maar de andere conditie was dat kinderen hun handen niet
mochten gebruiken (moesten ze op zitten). Daar zie je heel duidelijk als kinderen hun motoriek niet
mogen gebruiken dat het oplossen van sommen ook moeilijker gaat. Motoriek heeft toch invloed op
het oplossen van sommen (cognitieve vermogen). Motoriek werkt als een soort smeerolie voor het
denken. Motoriek, cognitie etc. het werkt allemaal samen met elkaar. Sterker nog motorische
ontwikkeling is eigenlijk de basis voor heel veel cognitieve ontwikkeling.
Motoriek en neurofysiologie
EEG onderzoek → ‘badmuts met elektronen’ die elektronen meten elektrische activiteit van de
hersenen aan de cortex (niet heel diep in het brein). Op het moment dat jij veel motorische dingen
doet, dat fysiek en conditioneel goed in orde bent, dat heeft ook weer repercussies voor het
fysiologisch mechanismen, zoals neurotransmitters (vorming van nieuwe hersencellen). Dus het is
best goed om best actief te zijn.
Veranderingen in Amplitude en latentie van de P3 component (aandacht (amplitude) en snelheid van
stimuluswerking (latentie))
Motoriek/ fitheid en schoolse vaardigheden
Ze hebben van veel kinderen gekeken wat de areobecapactiteit, hoe lang kun je bv. rustig hardlopen
volhouden (hoe goed is je conditie, je longvolume). Correlatief verband, die twee treden samen op.
Verticale as, hoe goed zijn ze in wiskunde, horizontale as conditie. Je zou kunnen zeggen als je
conditie beter is, zijn je wiskundige prestaties beter. Kan het ook omdraaien, mathematische
prestaties beter, betere conditie (aerobecapaciteit). Ook bij lezen geldt dit. Het is geen causaal
verband, waar komt het dan door? Kinderen die heel goed kunnen rekenen en lezen kunnen bijv. uit
gezinnen komen met een hogere ontwikkeling en die simuleren de kinderen ook op te gaan sporten.
Dit is een epi fenomeen. Er zit eigenlijk iets onder en dat is het opleidingsniveau. Zo kan je meer
dingen bedenken waarom die correlatie aanwezig is. Kan verder onderzoeken naar het causaal
verband en hoe je het positief kan beïnvloeden. (Hilman)
Echter… bewegingsonderwijs in de loop van de jaren uit het onderwijs verdwenen
- Meer aandacht voor schoolse vaardigheden (rekenen, taal, lezen, schrijven)
- Leerlingen zitten veel stil en bewegen steeds minder (reden van meer ADHD → kinderen die
heel actief, kinderen die heel actief zijn en heel de dag stil moeten zitten, breken thuis heel
de tent af, waarop ouders zeggen hij heeft een stoornis hij is veel te druk dat kan zo zijn,
maar het is ook de omgeving en de hele context die heel anders is geworden waardoor
kinderen steeds meer hun energie kwijt moeten die ze op school niet kwijt kunnen)
- Effecten van dit beleid zijn niet groot
- Wetenschappelijk bewijs: onderzoek naar effect van bewegen op cognitie (NB niet
eenduidig!)
Motoriek wordt steeds slechter bij kinderen in vergelijking tot vroeger (bv. hinkelen ed.). Kinderen
zitten veel stil.
Diagnoses stellen is belangrijk, in het geval dyslexie zie je iets heel aparts. In Nederland is zo’n 7-8%
van de kinderen gediagnosticeerd met dyslexie dat is dus heel raar, want dyslexie is natuurlijk een
stoornis en het is raar dat in Nederland 7-8% is en elders in de wereld gemiddeld 2%. Wat zie je daar
nou typisch bij dyslexie? Daar hangt een heel systeem om heen, namelijk op het moment dat je
dyslexie hebt of je hebt tekenen van dyslexie en je laat je diagnosticeren en het is vastgesteld dan
krijg je allerlei hulpmiddelen en geld voor dit en dat. Het is wel een trend die gaande is dat
, overdiagnosticering op die manier tot stand wordt gebracht doordat er gewoon allerlei andere
aspecten bijkomen die handig zijn om de diagnose te stellen.
Kabinet heeft bewegingsvakken uit het onderwijs gehaald met het idee van dan krijgen ze meer
schoolse vaardigheden. Eigenlijk heeft dat heel weinig effect gehad door de jaren heen als je kijkt
naar de capaciteiten van kinderen. Er komt steeds en meer onderzoek dat er meer beweging in het
onderwijs moet worden gebracht.
Activeren → sta eens op en draai een rondje. Voorraad van aandacht wel een beetje verdelen.
In 2017 kabinet nieuw beleid bewegingsonderwijs. Kinderen worden motorisch minder actief en
worden vaak ook zwaarder en al die gevolgen van dien.
Wat zijn de elementen van het motorisch systeem?
Andreas Vesalius (1514-1564) was een van de eerste Westerse wetenschappers die de menselijke
anatomie bestudeerde door echte menselijke lijken te ontleden.
De Humani Corporis Fabrica Libri Septem (‘atlas’ over de bouw van het menselijk lichaam, wat zijn de
elementen van het motorisch systeem)
Wat zijn de elementen van het motorisch systeem?
Een grove indeling in neurale structuren van perifeer (buitenkant van het lichaam) naar centraal
(midden van het lichaam). Heel perifeer heb je de spieren (contractiele elementen) en botten
(fundamenteel voor de stevigheid van je lichaam). Spieren kunnen er eigenlijk voor zorgen dat je als
botten verlengt en een hefboompje maakt dat je spieren bewegen. Onze lichaam bestaat eigenlijk uit
allemaal hefboompjes waardoor je beweging kan maken. Alles wat beweging is zijn als het ware
hefbomen en hefbomen worden de spieren contraheren en daardoor krijg je beweging. Dan is het
natuurlijk
Ontspanning van de triceps gaat niet goed → recibrocaintrubitie (?) → bv. bij kinderen die spastisch
zijn. Dan zie je stroperige beweging, omdat die spieren niet ontspannen. Hierdoor moeten de biceps
extra werk verrichten.
In extreme gevallen is de activiteit van de agonist (van het primaire bewegen) (biceps) die is kleiner
dan de spier die eigenlijk moet ontspannen. Deze spier is eigenlijk veel sterker. Knipex fenomeen →
arm klapt terug.
Spieren en botten belangrijke elementen motorisch systeem.
Ruggenmerg, verbinding tussen spieren en hersenen, is goed beschermd. Hier lopen alle neurale
banen langs. Cruciale zenuwuiteinden, beschadiging dan worden de spieren niet aangestuurd.
Hersenen kan je veel onderscheiden maken, maar een van de onderscheiden is corticaal en
subcorticaal. Subcorticaal → heb je het over allerlei structuren:
- Basale ganglia (o.a. remmen bewegingen) (Parkinson)
- Cerebellum (o.a. timing bewegingen) gevoelig voor alcohol (veel alcohol → timing beweging
dramatisch)
Al deze structuren, vooral vanuit neuropsychologisch invalshoek, toch wel redelijk specifiek effect op
je bewegen. Dus als je problematiek hebt in je structuur dan zie je dat terug in het bewegen.
Bijvoorbeeld substantia nigra (zwarte substantie) dat is heel erg specifiek en heel aangedaan bij
mensen met Parkinson. Mensen met Parkinson hebben ook een bepaalde mate van motoriek
(moeite met starten en stoppen).
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur Breggie26. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €6,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.