Zin in filosofie
Inleiding
Het begrip ‘filosofie’
Filo = Griekse woord Philein voor verlangen naar, begeerte, smachten naar
o Philos = vriend, phileo = ik bemin
Sofos/sophia = wijsheid
‘Filosofie is er niet om vragen te beantwoorden maar om vragen te stellen’
o Wiskunde, sociologie ontstaat hieruit als wetenschap als er voldoende
veralgemeningen zijn als antwoord op een vraag
Woordenboek “filosofie” (3 vragen)
Wijsgerig stelsel => wijsbegeerte
o Leer en wetenschap der begrippen in hun hoogste algemeenheid opgevat
Slaat enkel op kennis
o Een filosofie is geen filosofie als het niet voorschrijft wat de mensen moeten doen
Denkt na over het menselijk handelen
o Studie van de algemene beginselen van een bepaalde tak van kennis
o Levensbeschouwing, wereldbeschouwing
Zingevingssysteem
Mogelijke thema’s/onderwerpen
Moraal, zingeving (betekenis van het leven), reflecteren over de wereld & het leven,
maatschappelijke uitdagingen, verhouding individu tegen samenleving, filosofen…
Beste vorm van menselijk samenleven, absolute waarheid, goed & kwaad, regels van het
denken, waarden & deugden, waar komt de wereld vandaan…
De krant
Filosoof die in de ochtendkrant leest, komt overeen met een monnik die in de ochtend bidt
o Filosofen vertrekken vanuit de realiteit
Men stelt in iets in vraag (rationele verantwoording? Is het juist?)
o Evidentie, vooroordeel doorbreken
o Normale, automatische associaties veranderen
o Klassieke uitspraken hervormen
=> Dan heeft het nieuwswaarde
Welke persoon zit achter de theoretische, verstandelijke uitdrukking?
Over welke vraag zit achter deze krantenkoppen? (kennis)
o Bv. ‘ De Croo 1 gaat aan de slag’ -> regering is aan het werk
o Krantenkoppen antwoorden op een bepaalde handeling/feiten/wat van belang is
1
,Hoofdstuk 1. Zin-, in- en uitzicht
1.1 De filosofische vragen
Filosofen
o Bestudeerden vroeger alle vormen van denken (literatuur, politiek…)
o Het waren mensen in bloeiende handelssteden van het huidige Turkije en in grote
Griekse metropolen
o Zoeken een antwoord op vragen die voorheen behandeld werden door mythologie
of godsdienst
Op zoek naar een juist of waar antwoord (wijsheid) omtrent 3 grote vragen :
o (I) Naar een juist zicht op een rationeel verstaan (In-zicht in de werkelijkheid)
Wat kunnen we weten? (Vraag van kri)
Wetenschap focust zich hier (té) veel op (veel kennis)
Een juiste rationele benadering
o (U) Naar een juist zicht op de manier waarop we best handelen (Uit-zicht op ons
doen en laten)
Wat kunnen we doen en wat niet? (“)
o (Z) Naar een juist zicht op een zinvolle manier van leven (Zin-zicht)
Wat mogen we hopen? (“)
Zingeving, juiste manier van leven
Voorbeelden
o Marta Nusseaum : studenten moeten kritisch leren denken
Foutieve antwoorden voorkomen (in het belang van onze samenleving)
Moet zinvolle leerstof aangeboden worden aan studenten
o Arianna Huffington : verlangen van wijsheid ook al beschikken we over veel info &
kennis
o Klimaatverandering volgens Kari Norgaard
1) vraag naar kennis (I)
Nood aan info m.b.t. wat we kunnen doen (U)
Al dan niet iets kunnen doen vanuit de info waarover we beschikken
m.b.t. het klimaat, bepaald onze zingeving, onze gemoedsstemming,
ons geluk.
2) naar handelen (U)
3) naar wat zin geeft (Z)
Rekening houden met emoties
Mensen riskeren vanuit de vele info m.b.t. de complexe
werkelijkheid vd klimaatverandering, zich machteloos te voelen op
het vlak van handelen. Ze riskeren de vraag te stellen: wat heeft zin?
Videofragment 1: Buiten het westen beschouwt men de filosofie ook als noodzakelijke bron
m.b.t. onze vragen naar inzicht, naar uitzicht op ons handelen en naar zicht op wat zin geeft
aan ons leven (zinzicht)
o Chinese student wijst op het belang van confucianisme-filosofie (in China) om de
vragen van vandaag op te lossen
o ‘Filosofie leert ons de wereld te begrijpen (I), hoe je moet handelen (U) en wat de zin
is van het leven (Z)’
2
, Videofragment 2: Analyse van bekendmaking van de nieuwe regering na bijna 500 dagen
o Vraag naar kennis: rond wat dient te gebeuren is van belang dat elke partij haar
eigen visie heeft omtrent dit (kennis van de partij)
o Vraag naar handelen: van groter belang, niet alleen woorden maar nu ook daden
Commentatoren vinden het waarmaken, puinruimen belangrijk
o Vraag naar zin: “verbinding is nodig met het zure in de samenleving, meer respect
voor elkaar, de burger weer zin laten krijgen in de politiek,…”
Krantenartikel: “Brussel doet cafés voor 1 maand op slot”
o Te maken met het ontstaan van filosofie
o Staat haaks op het idee van vrijheid (inbreuk op de vrijheid)
Krantenartikel “de lijn wil meer reizigers vervoeren”
o Staat haaks op andere uitgangspunten/overtuigingen/standpunten
Bv. privacy, aanraden van de overheid rond Corona, …
1.2 Filosofie en mythologie
Filosofische vragen werden pas zinvol toen mensen op zeker niveau van materiële
beschaving waren geraakt
o Moesten niet meer hele leven aan produceren van voedsel en bescherming tegen de
natuur geven
Filosofie is ontstaan in handelssteden in huidige Turkije en Griekenland
o Men zocht antwoord op vragen die tot dan toe door mythologie en godsdienst
behandeld werden of die om praktische redenen opzijgeschoven werden
o Turkije is een smeltkroes van religies en culturen (meer dan brug met oosten)
Indo-Europese talen en landbouw komen uit Turkije
In Griekse handelssteden ontstonden minderheidsgroepen van bevoorrechte burgers
o Besteedde tijd aan verder onderzoek
o Bv. priesters, priesteressen en dichters (vertelde mythen voort)
Vroeger werd alles aan mythes en religie gekoppeld
o Reden: mythes en religie gaven antwoord op vragen waar mensen mee bezig waren
(zoals: Waarom regent het? Waarom leven we?)
o Maar het is onmogelijk om een antwoord te geven op die vragen
Definitie mythe
Eerste filosofen werden geconfronteerd met mythes (= “uitgesproken woord”)
= Verhalende overlevering over universele thema’s als het begin van de tijd, het ontstaan van
de wereld, de schepping van de mens en het leven na de dood
Praatje zonder grond (kun je doorprikken)
o Bv. (H)antwerpen
Als juist aanvaarde maar ongefundeerde voorstelling m.b.t. een persoon, zaak of toedracht
o Niet kritisch genoeg, niet filosofisch of wetenschappelijk onderbouwd
Bart de Wever vindt het narratieve manipulaties (omdat het niet gegrond is)
Mythes zijn makkelijk te doorprikken:
o Bv. Napoleon was niet zo klein als ze zeiden (1m70), scheren maakt je huid niet
stugger, ticket voor vliegtuig moet meer dan 50 euro kosten door klimaat, …
Maatschappelijke kost moet erbij gerekend worden
3
, De oorsprong van de filosofie
Mythen: niet meer genoeg in sociale & historische groeiproces => nieuwsgierigheid (verwondering,
thau-masia) + groeiende ervaring => wetenschappelijke & filosofische denken
Filosofie als alternatief voor mythen, godsdienst en ideologieën
1) Twijfelen (kloppen de verhaaltjes? Ook bij Descartes, e.a.)
2) Kritisch zijn (krinein – gr.), gaat oordelen en onderscheiden
3) Verwonderd zijn (thaumazein- gr.) m.b.t. hoe een ander in elkaar steekt
o ‘Als we niet nieuwsgierig zijn, zijn we verloren’ – Georgesz Charpak
o Onderzoeken naar nieuwe mogelijkheden
Filosofie = als land van de nieuwsgierigheid
Mensen die vrijgesteld zijn om te denken en evt. daar betaald voor te
worden, om waarheid na te streven en mythes doorpreken -> ontstaan
filosofie
Ideeën, gedachten in vraag stellen en zaken die we zien, horen, ervaren die
ook in vraag stellen
!! 2 fundamentele manieren om de 3 grote vragen te beantwoorden
Denken Ervaren
Via verstand, ratio (≠ rede), geest, ideeën, de Via lichamelijke zintuigen, het stoffelijke, de
vorm bedenken stof ervaren
* kritiek dat bv. economie zich te éénzijdig
focust op de rede -> Twaalf mythes ter discussie
(bv. groei als doel i.p.v. gevolg)
Deductief (de idee, vorm voorop) Inductief (de materie, stof voorop)
Rationeel (rationalisme) Empirisch (empirisme)
!! Voor beide hebben we de hersenen nodig
1.3 Filosofie en godsdienst
Godsdienst diende ook om antwoorden te geven op de 3 grote vragen
Zijn niet elkaars tegenovergestelde, dezelfde vragen maar een andere methode
De methode (de weg) om tot antwoorden te komen verschilt
o Godsdienst: boven- of buitenmenselijke openbaring (waarin bepaalde waarheden
worden meegedeeld & aanvaard door gelovigen, komt van bovenaf)
Bestaan van God, hemel & hel, eeuwig leven, 10 geboden…
God als de …
Alwetende (I) : kennis
Algoede (U) : handelen
Almachtige (Z) : zingeving
Niet de rede of zintuigen als methode, maar de openbaring
o <=> Filosofie : verwerpen geopenbaarde waarheden niet noodzakelijk, maar
benaderen dezelfde problemen kritisch & rationeel
Filosofie gaat soms in tegen overgeleverde religieuze mythologie
Bv. Socrates: beschuldigt van atheïsme
Vroeger een harmonieuze relatie
o Filo : ancilla theo-logiae : dienstmeid van theologie
Aanscherpen & verruimen denken (bv. tijdens middeleeuwen)
4