Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
Samenvatting Bijzondere vraagstukken uit het volkenrecht en de internationale instellingen €6,49   Ajouter au panier

Resume

Samenvatting Bijzondere vraagstukken uit het volkenrecht en de internationale instellingen

2 revues
 357 vues  20 achats

Volledige Samenvatting van lessen en slides alsook de gastlezing van Internationaal humanitair recht

Aperçu 5 sur 33  pages

  • 10 décembre 2020
  • 33
  • 2020/2021
  • Resume
Tous les documents sur ce sujet (2)

2  revues

review-writer-avatar

Par: ddekoster • 3 année de cela

review-writer-avatar

Par: michellegeukens • 3 année de cela

avatar-seller
laurenvandenberghe
Bijzondere vraagstukken uit het volkenrecht en de
Internationale instellingen 2020-2021
1. Praktische informatie
1.1 Studiemateriaal
Het vak zal gegeven worden aan de hand van hand-outs (ppt slides), maar er zullen eigen notities
gemaakt moeten worden. Het Handvest van de Verenigde Naties zal ook een belangrijk middel zijn
dat gebruikt zal worden tijdens de lessen.

Eventuele aanvullende literatuur:
- Bellamy, A., Williams, P. & Griffin, S., Understanding Peacekeeping, Cambridge, Polity Press,
2010.
- Nollkaemper, A., Kern van het internationaal publiekrecht, Den Haag, Boom Juridische
Uitgevers, 2019 (achtste ed.)
- Simma, B. (ed.), The Charter of the UN. A Commentary, Oxford, Oxford University Press,
2012 (third edition).


2. Inleiding
2.1 Inhoud
Deze cursus bestaat uit 2 onderscheiden delen.
 Een eerste deel waarbij een klassieke onderwijsvorm wordt gebruikt. Hierin wordt een
bepaald internationaalrechtelijk vraagstuk toegelicht.
 In het tweede deel krijgen de studenten de opdracht om een bepaald aspect van de
geschetste problematiek verder uit te werken en mondeling toe te lichten. Daarnaast wordt
van de studenten verwacht dat zij bij de mondelinge presentaties van de andere schriftelijke
werken als respondent optreden.

2.2 Leerresultaten
De student kent de internationaalrechtelijke beginselen en problemen en kan ze zelfstandig
analyseren. De student reflecteert kritisch over internationaalrechtelijke problemen (d.w.z. deze
kaderen in de bestaande internationale regelgeving en de beperkingen en grenzen aangeven) en
formuleert mogelijke oplossingen.

De student formuleert zelfstandig een onderzoeksvraag binnen het domein van het internationaal
recht en verricht daarvoor de nodige opzoekingen. De student rapporteert ook helder en correct
over zijn eigen onderzoeksresultaten/bevindingen (zowel mondeling als schriftelijk).

,2.3 Evaluatie
1. Schriftelijk werk (incl. Presentatie)
2. Mondeling examen:
a. Het eerste deel van het mondeling examen bestaat uit een klassiek examen (met
kennis-, inzichts- en toepassingsvragen).
b. Voor het tweede deel van het mondeling examen dient de student zijn taak als
uitgangspunt te nemen voor een mondelinge verderzetting van dit onderdeel.
3. Het schriftelijk werk (samen met de presentatie, alsook het optreden als respondent) geldt
voor de ½ van de punten; mondeling examen geldt voor ½ van de punten.


3. Vrede en veiligheid
De grote blokken in dit deel van het vak zijn de VN, NAVO en OVSE. Daaraan ook gekoppeld, de
problematiek van internationale aansprakelijkheid van deze organisaties voor de vrede en veiligheid
(bv. aansprakelijkheid Belgische blauwhelmen van de VN in genocide Rwanda: Vraag wordt gesteld
of de Belgische staat hiervoor aansprakelijk is of de VN zelf?).

Relevante rechtspraak van internationale hoven is ook belangrijk en bepalend in dat opzicht! Dat is
ook de reden waarom het Handvest van de VN zo belangrijk is, het is een grote maatstaf voor de
internationale hoven.

3.1 Kernbegrippen
Een eerste kernbegrip is een “Gewapende aanval” (armed attack), deze wordt vermeld met
betrekking tot het recht op zelfverdediging (art. 51 VN-Handvest).

Een tweede kernbegrip is verbod op gebruik geweld tegen territoriale integriteit en politieke
onafhankelijkheid van een staat.

Een derde kernbegrip is de bedreiging van vrede, verbreking van vrede en een daad van agressie
(art. 39 Handvest).

Een vierde kernbegrip is een “Gewapend conflict” (armed conflict), is belangrijk in de context van het
internationaal humanitair recht en de conventies van Genève.

“Oorlog” daarentegen is een term die gebruikt wordt in de normale omgangstaal maar die niet
gebruikt wordt in het internationaal recht.

3.2 Het verbod op het gebruik van geweld
Er is een geldend verbod op het gebruik van geweld en het dreigen met gebruik van geweld (art. 2(4)
VN-Handvest). Dit verbod op gebruik van geweld geldt in internationale relaties en tegen de
territoriale integriteit en politieke onafhankelijkheid van een staat en wordt verondersteld een
algemeen verbod te zijn. Dit verbod is ook enkel van toepassing tussen staten (militair geweld).
Er is niet alleen een verbod op gebruik van geweld maar ook op de dreiging met geweld. Het gaat
hier dus niet om intern geweld. Deze regel is van internationaal gewoonterecht, maar is tegelijkertijd
een regel van ius cogens (dwingend recht). Een gevolg daarvan is het vraagstuk hoe conflicten dan

,moeten opgelost worden? De regel is dat conflicten op een vreedzame manier moeten worden
opgelost (art. 2(3) Handvest).

3.3 Collectieve veiligheid
Collectieve veiligheid heeft als doel om alle lidstaten te laten samenwerken tegen een eventuele
agressor.
Er zijn een paar basisbeginselen in het kader van de collectieve veiligheid:
 De Veiligheidsraad heeft een primaire maar geen exclusieve verantwoordelijkheid inzake
handhaving van internationale vrede en veiligheid (art. 24(1) Handvest).
o Het collectieve veiligheidssysteem wil zeggen dat alle leden van de VN de collectieve
verantwoordelijkheid hebben om geschillen vreedzaam op te lossen.
o De hoofdorganen van de VN:
 De Veiligheidsraad
 De Algemene Vergadering heeft een secundaire verantwoordelijkheid
binnen de VN.
 Het secretariaat
 Het Internationaal Gerechtshof, dit beslecht geschillen tussen de lidstaten
 De Economische en Sociale raad van de VN
 In beperkte mate heeft de secretaris-generaal van de VN ook bevoegdheden
op dit vlak.
 De Veiligheidsraad handelt daarbij in naam van het voltallige lidmaatschap (193 lidstaten)
(art. 24(1) VN-Handvest).
o Dit is een belangrijke eigenschap naast de primaire verantwoordelijkheid.
o Dit orgaan is zeer beperkt qua samenstelling (15), maar dat betekent dat die 15
leden handelen in naam van de 193 leden.
 De leden komen overeen de besluiten van de Veiligheidsraad overeenkomstig dit Handvest
te aanvaarden en uit te voeren (art. 25 VN-Handvest).
o Resoluties van de Veiligheidsraad KUNNEN bindend zijn voor het voltallige
lidmaatschap, maar dit is niet zo in elk geval. Het kan dus ook resoluties goedkeuren
die niet bindend zijn.

De Veiligheidsraad als hoofdorgaan van de VN:
 De VR is op een speciale manier samengesteld (art. 23 Handvest)
o 5 permanente leden (Geallieerden, winnaars WWII en samenstellers Handvest)
o 10 niet-permanente leden (worden gekozen voor 2 jaar en worden gekozen op basis
van art. 25 Handvest)
 Voor het kiezen van de niet-permanente leden moet er sprake zijn van een
billijke geografische spreiding. Deze spreidingen bestaan uit groepen:
 Latijns-Amerika (2 landen)
 Oost-Europa (1 land)
 Afrikaanse groep (3 landen)
 West-Europa en andere staten (2 landen)
 Aziatische groep (2 landen)
 Op dit ogenblik is elk land lid van één van de geografische groepen
o Het voorzitterschap van de VR wijzigt maandelijks in een beurtrolsysteem
 De stemprocedure in de VR is ook op een specifieke manier georganiseerd (art. 27 Handvest)
o Onderscheid tussen:
 Procedurekwesties: 9/15 stemmen voor

,  Andere aangelegenheden: 9/15 stemmen voor, maar inclusief alle
permanente leden. Dit wil zeggen dat de permanente leden in dit soort
aangelegenheden een vetorecht heeft.
o Er is sprake van een dubbel vetorecht
 Het Handvest heeft echter nagelaten te definiëren wat als een procedurele
en niet-procedurele aangelegenheid moet worden aangemerkt.
 Dit heeft ervoor gezorgd dat er elke keer een stemming moest zijn, eerst
over wat als een procedurele en niet-procedurele aangelegenheid moet
worden aangemerkt en daarna ook nog eens over de vraag of de resolutie
wordt aangenomen of niet (ondertussen is dit niet meer van toepassing).
o In de praktijk wordt echter enkel een tegenstem als veto beschouwd
 Aantal problemen m.b.t. de permanente leden in de VR:
o Rusland heeft na de koude oorlog het lidmaatschap van de Sovjet-unie
overgenomen in de veiligheidsraad.
o In het Handvest wordt ook het republiek van China vermeld (Taiwan toen:
toenmalige nationalistische regering die aan de macht was). De burgeroorlog heeft
er echter voor gezorgd dat in 1949 een communistische regering aan de macht
kwam. Dit heeft als gevolg gehad dat die nationalistische regering zich heeft
teruggetrokken (wat we nu Taiwan noemen). Het probleem daarbij is dat China wel
nog in de VR zit, maar wie vertegenwoordigt China in zijn geheel dan? De
nationalistische of de communistische regering? In 1949 bij de switch van regeringen
is er niets beslist over welke regering China zal vertegenwoordigen. Dat veranderde
in de jaren 70, wanneer eindelijk het besluit gemaakt werd dat de communistische
regering China zou vertegenwoordigen in de VN. Tot deze wissel werd China gezien
als een bondgenoot van de VS.

Doorheen de jaren heeft de samenstelling van de algemene vergadering ook wat veranderingen
gekend. Verscheidene kolonies zijn onafhankelijk geworden d.m.v. een kettingreactie van
onafhankelijkheidsstreven van verschillende kolonies. Omdat deze staten onafhankelijk werden,
werden er ook meer aanvragen ingediend om lid te kunnen worden van de algemene vergadering,
waardoor de algemene raad ook sneller van samenstelling veranderde en de nieuwe staten meer en
meer wogen op het geheel van de leden in de algemene vergadering.

Er moet een onderscheid gemaakt worden tussen hoofdstuk VI en hoofdstuk VII van het Handvest:

Hoofdstuk VI Handvest: Vreedzame regeling van geschillen
 Partijen zijn bij een geschil verplicht een oplossing via vreedzame middelen te zoeken (art.
33 Handvest)
 Art. 33 VN-Handvest geeft in feite een opsomming van alle methoden die bestaan om
geschillen vreedzaam op te lossen, deze lijst is echter niet exhaustief:
o Arbitrage
 Vredespaleis: permanent hof van arbitrage
o Bemiddeling
 Wel een actieve rol
o Onderhandelingen
o Fact finding
o Beroep op een derde
 Geen actieve rol, maar enkel een communicatieve rol die de communicatie
tussen beide partijen regelt.
o Conciliatie
o Men gaat de feiten onderzoeken en ook een voorstel tot oplossing formuleren.

, o Rechtspraak (bv. internationaal gerechtshof en EHRM)
 De VR kan bepaalde methodes aanbevelen of een onderzoek instellen in kader van art. 33.
De VR kan natuurlijk zelf de situatie onderzoeken om te achterhalen of de situatie een
gevaar kan zijn voor de internationale veiligheid en vrede. De veiligheidsraad kan in het
kader van hoofdstuk VI ENKEL aanbevelingen doen, ze mag niets opleggen aan de partijen.
 Er moet een onderscheid gemaakt worden tussen politieke en juridische methoden.
Juridische methoden zijn bindend, terwijl politieke methoden niet bindend zijn maar slechts
een aanbeveling of een voorstel uitmaken.

Hoofdstuk VII VN-Handvest: Het oplossen van niet-vreedzame geschillen
 De vaststelling van een bedreiging van de vrede, verbreking van de vrede of een daad van
agressie (art. 39 VN-Handvest) is een noodzakelijke voorwaarde voor het kunnen uitoefenen
van de bevoegdheden onder hoofdstuk VII. Deze bevoegdheid behoort ook tot de
discretionaire bevoegdheid van de Veiligheidsraad.
o Daden van agressie heeft men nooit vastgesteld onder hoofdstuk VII
o De begrippen verbreking en bedreiging werden nooit bepaald door het Handvest, de
definiëring van de begrippen gebeurt dus door een politieke beslissing. Daardoor
wordt er hedendaags door de VR altijd een “threat to the peace” vastgesteld.
o Sleutelmoment wanneer Irak Koeweit is binnengevallen: bedreiging van de vrede.
Sinds eind jaren 90 beschouwen we terrorisme ook als een bedreiging van de
internationale veiligheid. Nog andere voorbeelden: Mali, Somalië, Bosnische
oorlogen, Congo, Soedan en Zuid-Soedan, GB en Argentinië, Genocide Rwanda,
Zimbabwe,…
o Het conflict in Syrië wordt niet als een bedreiging van vrede gezien wegens veto van
bepaalde staten in de veiligheidsraad omdat er bepaalde staten zijn die geen belang
hebben aan de interventie van de VN in dat conflict.
 Eerst werd er aangenomen dat enkel conflicten tussen staten van toepassing waren voor
hoofdstuk VII, maar later werd er meer en meer van uitgegaan dat ook interne conflicten
aanleiding kunnen geven tot de bedreiging van de internationale vrede. IS, de ebola-uitbraak
en Covid-19 worden bijvoorbeeld ook gezien als een bedreiging van de vrede.
 Onder hoofdstuk VII kan de VR wel dwangmaatregelen opleggen, ten aanzien van het
voltallige lidmaatschap of bepaalde staten individueel.
 In geval van niet-vreedzame conflicten in de zin van art. 39 Handvest zijn verschillende
mogelijkheden:
o Voorlopige maatregelen (art. 40 VN-Handvest)
o Maatregelen zonder geweld (art. 41 VN-Handvest)
 Niet-exhaustieve lijst
 Smart sanctions: Meer gerichte sancties die specifiek worden gericht naar de
entiteit waarvoor hij dient, en niet tegen de bevolking bijvoorbeeld.
 Er zijn onder art. 41 Handvest ook 2 internationale strafrechttribunalen
(Rwanda en Joegoeslavië) opgericht door de Veiligheidsraad.
 Gedurende een bepaalde periode heeft men ook bepaalde gebieden onder
rechtstreeks bestuur van de VN geplaatst als sanctie (Kosovo en Oost-
Timor).
 Deze 2 laatste sancties zijn maatregelen die genomen zijn in het kader van
art. 41 en 42 maar moeten samen gelezen worden met art. 43 van het
Handvest, want in dit laatste artikel spreken we over het ter beschikking
stellen van gewapende strijdingskrachten. Dit wordt gedaan d.m.v.
overeenkomsten waarbij deze strijdkrachten ter beschikking worden gesteld
van de VN in het kader van hoofdstuk VII. Er zijn echter nooit
overeenkomsten tot stand gekomen in het kader van art. 43 omdat de

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur laurenvandenberghe. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €6,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

72841 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!
€6,49  20x  vendu
  • (2)
  Ajouter