Forensische psychopathologie samenvatting (inclusief alle powerpoints van de docent), 8,3 behaald met deze samenvatting:
Week 46
- Artikel 1: Prototype van een klassieke psychopaat
- Artikel 2: Risicotaxatie
- Artikel 3: Richtlijnen voor risicotaxatie in de forensische diagnostiek
- Artik...
College aantekeningen Forensische psychopathologie (RGBUSTR010) Stoornis en delict
Samenvatting Stoornis en delict, ISBN: 9789058981424, Forensische Psychopathologie.
Tout pour ce livre (17)
École, étude et sujet
Hogeschool Windesheim (HW)
HBO Social Work
Forensische Psychopathologie
Tous les documents sur ce sujet (1)
2
revues
Par: s1116362 • 3 année de cela
Par: tugcexa • 3 année de cela
Vendeur
S'abonner
mariloudegans
Avis reçus
Aperçu du contenu
Forensische psychopathologie samenvatting
Week 46 (inclusief powerpoint docent)
- Artikel 1: Prototype van een klassieke psychopaat
- Artikel 2: Risicotaxatie
- Artikel 3: Richtlijnen voor risicotaxatie in de forensische diagnostiek
- Artikel 4: Het onderbuikgevoel en risicotaxatie in de forensische psychiatrie
- Boek ‘Stoornis en delict’: Hoofdstuk 2
Week 47 (inclusief powerpoint docent)
- Wat werkt in de gesloten jeugdzorg: Hoofdstuk 1, 2 en 3
- Artikel 5: Jeugdige delinquenten met psychische stoornissen
- Artikel 6: TOPS
Week 48 (inclusief powerpoint docent)
- Boek ‘Stoornis en delict’: Hoofdstuk 1 en 2
- Boek ‘Het delict als maatstaf’: Hoofdstuk 3
Week 49 (inclusief powerpoint docent)
- Boek ‘Stoornis en delict’: Hoofdstuk 5: Misbruik en afhankelijkheid van psychoactieve
stoffen
- Artikel 7: Verslaving en psychopathologie
- Artikel 8: Verslavingsbehandeling in de TBS setting
Week 51 (inclusief powerpoint docent)
- Artikel 10: De noodzaak van verhalen.
- Boek: ‘Stoornis en delict’: Hoofdstuk 13
Week 2 (inclusief powerpoint docent)
- Artikel 10: Seksueel geweld ten aanzien van vrouwen
- Boek: ‘Stoornis en delict’: Hoofdstuk 11
Grijs gemarkeerd= Docent aangegeven dat je dit goed moet kennen voor het tentamen.
1
,Week 46
Artikel 1: Prototype van een klassieke psychopaat
Corine de Ruiter vindt Joran van der Sloot een klassieke psychopaat. Hij is een prototype.
Van der Sloot, verdachte van moord.
- Gebrek aan empathie en schuldgevoel
- Neiging tot manipulatie
- Narcistische trekken
- Moeite met het controleren van zijn gedrag, weinig zelfbeheersing
- Een gladde prater
- Flair, charmant en beleefd
- Parasitaire levensstijl
- Relaties zijn instrumenteel
- Geen nee accepteren
- Impulsief
- In kinderjaren al agressieproblemen
Corine de Ruiter: De enige manier om iemand forensisch psychologisch te onderzoeken is
verschillende informatie uit verschillende bronnen verzamelen en die informatie afwegen.
Artikel 2: Risicotaxatie theorie
Risicotaxatie= het inschatten van de grootte van het risico (grootte van de kans) dat een
patiënt in de toekomst (opnieuw) gewelddadig gedrag gaat vertonen van bepaalde aard en
omvang (ernst van eerste delict en hoe veelvuldig/vaak en impact).
Deze forensische diagnostiek levert gegevens op waarop men behandeling kan baseren en die
ook gebruikt kunnen worden om:
- Een inschatting te maken van het risico van delict recidive
- Verschuiving van de rol van de clinicus naar die van de actuaris/wetenschappelijke
onderzoeker, die op grond van lijsten met relevantie factoren een inschatting maakt.
- De actuariële inschatting-risicotaxatie op grond van kansberekening, toepast op een lijst
van relevante factoren
Bij jeugdigen wordt een Savry afgenomen: een risicotaxatie instrument. Dit wordt gescoord op
laag midden of hoog. Bij hoog kijken ze welke factoren zorgen voor een hoog risico. Dynamisch
is te veranderen, statisch is moeilijker te veranderen. Hierdoor weten ze wat ze moeten
behandelen. Tevens gericht op de veiligheid. Ze scoren als actuaris/wetenschappelijk
onderzoeker een actuaris oordeel aan de hand van lijsten met relevantie factoren.
Vormen van oordelen:
- Klinisch oordeel (clinicus)= Dat jij als psycholoog op basis van ervaring en kennis een
inschatting maakt. Observatie koppelen aan eigen theoretische kennis en eigen ervaring
waardoor je tot een klinisch oordeel. Bij risicotaxaties kan alleen wetenschappelijk
opgeleid iemand dit, of onder supervisie van zo’n iemand. Minst betrouwbaar.
- Actuarieel oordeel (actuaris)= Vorm je op basis van Savry. Vragenlijst vult
psycholoog/cliënt in, je komt tot een score, op basis hiervan komt er een uitkomst.
- Structureel klinisch oordeel (combinatie van beide)= scoort op wetenschappelijk
opgestelde lijst en vervolgens ga je eigen observaties en bedenkingen erbij zetten. Je
verklaart het actuarieel oordeel. Dit is het meest betrouwbare, komt het meest overeen
met de werkelijkheid.
Ethische dilemma’s en tegenstrijdige belangen
Het gebruik van risicoschalen kan problematisch zijn omdat het ertoe kan leiden dat
hulpverleners de dubbelzinnigheid van de situatie uit het oog verliezen en de beslissing
presenteren als objectief en waardevrij. De afwegingen zijn nooit rationeel te rechtvaardigen.
De vraag is: Is het uitgangspunt van risicotaxatie maatschappelijk belang (veiligheid) of het
belang van de patiënt (vooruitgang, welzijn, resocialisatie). Dit zijn tegenstrijdige belangen.
2
,De vraag is: Moeten de actuariële methode en de klinische methode elkaar aanvullen bij de
risicotaxatie? Ja, samen zijn ze betrouwbaarden dan een actuariële methode en deze is
weer betrouwbaarder dan de klinische.
Nadelen van actuarieel risicotaxatie instrumenten/waarom moeten we voorzichtig zijn
met de actuariële instrumenten:
1. Questionable (afvragen of) validity (validiteit) generalization (door de generalisatie):
Het eerste punt betreft de generalisatie. De schalen zijn niet in Nederland ontwikkeld maar in
Canada en de USA. Hoe zit het met de toepasbaarheid in andere landen?
VB: EQUIP, deze bleek op volwassen mannen in Amerika te werken. In NL ingezet op
strafrecht jongeren. Hoe weet je dat iets wat in een andere maatschappelijke context ook
werkt en gevalideerd kan worden? Daarom moet het altijd opnieuw gevalideerd worden.
2. Rare risk or protective factors:
De tweede reden betreft de zeldzaamheid. Als een patiënt zegt dat hij iemand zal gaan
doden, zou het raar zijn om deze intentie weg te wuiven op grond van de
Statistieken (wanneer de risicotaxatie bijvoorbeeld laag is, moet je deze uitspraak wel
meenemen). Zo zou je ook kunnen zeggen dat wanen die een patiënt heeft in het algemeen
geen risicofactor zijn, maar dat je toch voorzichtig moet wezen. Je zou een parallel kunnen
trekken met de weersvoorspellingen. Deze zijn een leidraad maar geen evangelie. (Warm
weer voorspelt, kan toch dat er iets gebeurt en het regent of koud wordt).
Psychopathie= geestentoestand waarbij iemand niet in staat is zich aan te passen en gedrag
vertoont dat belastend is voor zijn omgeving.
Voorbeeld risicotaxatieinstrument= PCL-R (psychopathy checklist revised) Kan persoon op
40 scoren (hoog) dan is er sprake van zeer ernstige mate van psychopathie. Hoge score op
psychopathie betekend niet hoge score op herhaling. 2 factoren:
1. Interpersoonlijke of affectieve kern van de psychopathie (karakter)
Egocentrisme, hardheid en afwezigheid van wroeging, gebruik maken van anderen,
oppervlakkigheid, grootheidsideeën, onbetrouwbaarheid, afwezigheid van schuldgevoelens,
geen empathie hebben en het niet accepteren van verantwoordelijkheid.
Ook wel: emotionele onthechten met arrogantie, misleiding en gebrek affectieve ervaring.
2. Onstabiele en antisociale levensstijl (manier van leven)
Impulsiviteit, zwakke gedragscontrole, gebrek aan doelen, onverantwoordelijkheid en
antisociaal gedrag gedurende de jeugdjaren en de volwassen jaren.
8% van de bevolking scoort hoger dan 18 op de Hare psychopathie checklist. Binnen de
forensische groep is dat veel hoger: 24%. Vooral factor 2 voorspelt sterk.
Oorzakelijke factoren, risicofactoren voor gewelddadig gedrag:
- Man zijn
- Een hoge score op de PCL-R
- Woede
- Impulsiviteit
- Historische factoren: recent gewelddadig gedrag, ernst en frequentie daad
aanhouding, ernst frequentie ondergane misbruik kindertijd, vader drugs alcohol of
justitie en bewustzijnsverlies.
- Contextuele factoren: dakloos, stress, negatieve personen in het netwerk.
- Klinische factoren: antisociale persoonlijkheidsstoornis, middelengebruik, vijandig,
angst en depressie.
- Gewelddadige fantasieën: frequentie, doel van fantasie, inhoud, begeleiding door
hallucinaties.
- De aanwezigheid van threat/control override symptoms: denkt iemand dat hij
wordt bespioneerd, achtervolgd, vergiftigd.
3
, FP40 (forensische profiel lijsten)= is een sterkte en zwakte profiel binnen de TBS. Bevat
samenvatting van de rapportage van elke beroepsgroep. Vanuit hier moeten adviezen voor
behandeling komen. FP40 heeft 2 basisideeën:
1. Delinquent gedrag is het gevolg van een stoornis op basis van multicausaliteit
(sociale controletheorie van Hirschi).
2. Gevonden aanwijzingen vanuit de risicotaxatie gelden ook voor de forensische
diagnostiek. Dit groeit naar elkaar toe.
Het doel is te komen tot een multidimensionaal profiel en niet een totaalscore.
In dit instrument worden gegevens verzamend uit alle informatiedomeinen. De vragenlijsten
bevatten ook schalen voor vaardigheden die als beschermende factoren kunnen dienen,
zoals sociale vaardigheden. Een deel van de items gaat over historische gegevens en hoeft
bij herhaalde meting niet opnieuw worden gescoord. In de FP40 worden verklaringsmodel en
behandelingsmodel getoond. Het is bij 630 Tbs’ers afgenomen, waardoor er een groot
normbestand ligt. Bij individuele adviezen blijven inzicht en oordeel van de clinicus
doorslaggevend.
Aandachtspunten recidiverisico (kennen, zitten vaak in risicotaxatie instrument)
- Verslaving= Belangrijke factor en is te meten met de ‘addiction severity index’ (ernst)
- Persoonlijkheidsstructuur= van groot belang. Het gaat vooral om de agressieve
stijl, de superego-ontwikkeling, de gewetensstructuur, de kwaliteit van het geweten,
het type en de functie van het bewustzijn om destructief gedrag. 3 clusters
persoonlijkheidsstoornissen:
- Cluster A: vreemde karakters (meest risico in combi met seksuele problemen)
- Cluster B: antisociale karakters
- Cluster C: angstige karakters
- Seksualiteit= seksuele problemen, pedofilie, sadisme (aanranding, verkrachting),
pervasieve woede, zoekgedrag van de seksuele delinquent.
- Psychopathie= Volgens Brand heeft een psychopaat kenmerken van zowel
antisociaal, borderline en narcistische persoonlijkheidsstoornis. Kenmerken zijn
vijandigheid en agressie. Gebrek aan warmte en affectie en gedragscontrole.
- Empathie= begrijpen van het perspectief van de ander en beantwoorden van hun
gevoelens.
- Jeugd, Opvoeding, genetica en functioneren van brusjes = verleden,
gedragsstoornis, negatieve houding school.
- Delict voorgeschiedenis (gedrag is het resultaat tussen de persoon en de situatie)
- Psychotische stoornissen= Verband tussen wanen en gewelddadig gedrag is
onduidelijk.
- Behandelmotivatie= 3 stadia. Precontemplatie (geen lijdensdruk), contemplatie
(lijdensdruk, verantwoordelijkheid, veranderbaar), actie (actie, openheid, vertrouwen).
- Coping= Omgaan met problemen of het probleemoplossend gedrag.
Probleemoplossend gedrag in een probleemsituatie.
- Sociale vaardigheden= emotionele steun is van belang.
Weten= je moet weten dat als 1 punt heel erg hoog punt dat dit nog niet iets zegt over het
algehele recidive risico. Psychopathie is ernstig, maar er zijn meer punten die het kunnen
neutraliseren.
Artikel 3: Richtlijnen voor risicotaxatie in de forensische diagnostiek
Bij forensische diagnostiek worden meetbare kenmerken zoals de ernst verslaving of mate
impulsiviteit gemeten. Forensische diagnostiek levert gegevens op waarop men behandeling
kan baseren en die gebruikt kunnen worden om een inschatting te maken van het risico op
delict recidive.
Bij risicotaxatie wordt een voorspelling gedaan over toekomstig gevaarlijk gedrag, wat
moeilijk is, zeker op individueel niveau.
4
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur mariloudegans. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €4,29. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.