Fysieke revalidatie 3
Dwarslaesie
A. Primaire stoornissen
1. Wat is een dwarslaesie of ruggenmergletsel
Beschadiging ruggenmerg door trauma (bv: ongeval), ziekte of degeneratieve processen (vb:
kanker)
Afdalende motorische banen worden beschadigd → onder beschadiging ontstaat verlamming
Ook
Opstijgende sensibele banen worden onderbroken → onder beschadiging ook verlies van gevoel
Afhankelijk van plaats letsel → automatische functies verstoord (vb: blaas en darmcontrole,
seksuele functie, ademhaling, transpiratie en bloeddruk)
2. Onderscheid dwarslaesie – paraplegie – tetraplegie
Tetra en paraplegie = neurologisch syndroom
Paraplegie = verlamming t.o.v. romp en benen
Tetraplegie = verlamming t.o.v. armen, romp en benen
Bij een dwarslaesie is de paraplegie of tetraplegie een gevolg van beschadiging van het centraal
zenuwstelsel t.o.v. het ruggenmerg (vb: cervicale dwarslaesie t.h.v. cervicale wervelkolom en Th1)
Ook kunnen ze het gevolg zijn van een perifere zenuwaantasting (vb: guillain barré,
polyneuropathie)
3. Oorzaken
75% van de ruggenmergletsels zijn een gevolg van een trauma (verkeer en arbeidsongevallen,
vallen, geweld, zelfmoordpoging…)
komt meer voor bij mannen
25% = niet traumatisch (vasculaire stoornissen – ontstekingen – tumoren - … )
4. Incidentie
1 tot 2 personen/100 000 inwoners
5. Prognose
Afhankelijk van uitgebreidheid van letsel:
Complete laesie → letsel is definitief → goede prognose stellen op vlak van functionaliteit,
rekening houdend met hoogte letsel
Incomplete laesie → moeilijk te voorspellen hoe ver herstel zich zal doorzetten
Doodsoorzaken: urinaire infecties, ademhalingsmoeilijkheden, luchtweginfecties, diep veneuze
trombosen en cachexie(=sterk verslechterde lichaamsgesteldheid met vermagering, spieratrofie,
anemie, bruingele verkleuring van de huid en algemene zwakte t.g.v. chronische ziekten)
Levenskansen zijn gestegen → betere preventie decubitus, diepe trombosen en meer kennis en
betere diagnosen
Levenskansen afhankelijk van zelfdiscipline van de cliënt zelf
Levensverwachting van een parapleeg = levensverwachting van een gezond persoon
Levensverwachting tetraplegie = 5 tot 10 jaar korter
6. Classificatie
, Beschadiging van ruggenmerg geeft als primaire stoornis: motorische en sensibele uitval door de
uitval van opstijgende en afdalende banen in ruggenmerg en vegetatieve stoornissen.
6.1. Motorische uitval
De actieve, willekeurige motoriek wordt aangestuurd via afdalende motorische systemen
➔ Bij onderbreking van afdalende systemen wordt spier niet bereikt → er ontstaat een
verlamming distaal van de laesiehoogte.
Dwarslaesiebeeld wordt bepaald door myelumbeschading (= schade in ruggenmerg) en niet door
wervelkolomletsel. Bij volwassenen corresponderen de ruggenmergsegmenten (= stukje
ruggenmerg tussen 2 uittredende zenuwwortels) niet meer in het wervellichaam.
De dwarslaesie wordt volgens internationale afspraken benoemd naar laatste intacte myelumsegment en
dit zowel voor motorische en sensibele kwaliteiten
Bij beschadiging in cervicale myelum en 1ste
thoracale segment is er sprake van een stoornis van
alle vier de ledematen en spreken we van
tetraplegie (video laurens )
Bij beschadiging onder niveau Th1 of D1 is er sprake
van een stoornis in de romp en de Oln., we spreken
van paraplegie. (video Sjaan)
Bij fracturen t.h.v. de wervel L1 en lager is er geen
sprake meer van een myelumletsel, maar van
beschadiging van de cauda ( cauda equina ), wat leid
tot een verlamming van het lower-motor neuron-
type of een slappe verlamming. ( video Monique)
6.2. Sensibele uitval
Door onderbreking in ruggenmerg worden de prikkels die door receptoren worden opgevangen
niet waargenomen → kunnen de cortex niet bereiken (stijgende banen)
Onder het niveau van dwarslaesie bestaat er een volledige uitval voor alle sensibele kwaliteiten:
- Aanraking
- Pijn
- Koude en warmte
- Proprioceptie
Deze sensibiliteitsstoornissen betekenen een belangrijke factor in de handicap en kunnen naast
primaire stoornis aanleiding geven tot secundaire stoornissen als decubitus (= geen waarneming
van druk en pijn), contracturen (door het ontbreken van houdingszin neemt patiënt verkeerde
houdingen aan in zijn rolstoel), seksuele stoornissen, psychische stoornissen (alleen je hoofd
voelen)
Bij een dwarslaesie zien we frequent gemengde beelden van sensibiliteitsstoornissen, omdat er
verschillende strengen zijn die beschadigd kunnen worden en omdat het laesieniveau aan de
beide zijden van ruggenmerg verschillend kan zijn. De verschillende sensibele segmenten worden
getest via het dermatoomschema. Dit onderzoek draagt ook bij tot volledige diagnose: het
benoemen van een dwarslaesie alleen naar het ossale trauma geeft geen info over de hoogte en
de mate van het myelumletsel.
6.3. Niveaubepaling
,Om dwarslaesieletsels éénduidig te beschrijven en vergelijkbaar neurologisch onderzoek uit te
kunnen voeren in acute, revalidatie- en controlefase werd een “international Standards for
Neurological and Functional Classification of Spinal Cord Injury” (ISCSCI) opgesteld door ASIA
(American Spinal Injury Association).
Dit onderzoek beperkt zich tot de spierkrachtmeting van 10 kernspieren aan beide zijden ter
bepaling van het motorisch niveau en tot 28 punten aan beide zijden waar de sensibiliteit
gemeten wordt (sensibel niveau).
Het sensibel niveau wordt bepaald door het meest distale geïnnerveerde dermatoom met een
intact pijngevoel - en fijne tast, dus naar het laagste intacte segment.
Een dwarslaesie “sensibel C5” betekent zo dat het segment C5 sensibel intact is en dat onder C5
de uitval begint.
Het motorisch niveau wordt bepaald door het meest caudaal gelegen myotoom waarvan de
sleutelspier minimaal graad 3 heeft terwijl de sleutelspier daarboven graad 5 heeft.
Een dwarslaesie waar de ellenboogflexie graad 5, de polsextensoren graad 3 en de
ellenboogextensie graad 0 heeft, is C6 motorisch compleet.
Een dwarslaesie is compleet wanneer er geen sensibiliteit of willekeurige motoriek aanwezig is in
het laagste sacrale segment. Elke dwarslaesie waarbij dit wel gevonden wordt is incompleet.
Scores Asia Impact scale
,
, C3 en C4 compleet
• Volledig afunctionele arm en hand, iedere mogelijkheid tot arm/handfunctie ontbreekt.
• Optrekken van de schouders mogelijk maar geen positioneren.
• Mogelijke complicaties: klauwstand van de hand, pijnklachten in nek en schouder.
C5 compleet
• Beperkt functioneren van de schouder (kracht).
• Elleboog kan buigen en voorarm supineren maar geen actieve strekking van elleboog mogelijk, wel
door truckbeweging.
• Voorarm in pronatie brengen is enkel mogelijk in zit.
• Pols is a-functioneel maar kan met een cock-up orthese in functionele stand gebracht worden.
• Myo-electrische orthese Ness handmaster.
• Winchgreep.
C6 compleet
• Bijna volledige schouderfunctie
• Elleboogflexie normaal
• Elleboogextensie niet actief wel door truckbeweging
• Supinatie en pronatie mogelijk, pronatie nog beperkt.
• Actieve polsextensie waardoor actieve functiehand door tenodese effect
• Geen actieve polsflexie wel ontspanning van de extensoren
• Mogelijke beperkte grepen met tenodese: cilindergreep, lateraal of sleutelgreep, ligamentgreep en
interleasinggreep. Intouchable
C7 compleet
• Geen beperkingen in de schouder.
• Elleboogflexie, suppinatie en pronatie mogelijk
• Elleboogextensie actief door werking van de triceps maar beperkt in kracht
• Actieve polsextensie waardoor actieve functiehand
• Beperkte actieve polsflexie
• Beperkt openen van vingers en duim waardoor gevaar voor extensiestand en slechts matige
functiehand.
• Mogelijke grepen enkel met tenodese: cilindergreep,lateraal of sleutelgreep, ligamentgreep en
interleasinggreep.
C8 compleet
• Volledige arm is functioneel
• Actieve grijpfunctie hetzij nog beperkt in kracht waardoor alle grepen mogelijk zijn dus ook
pincetgreep en drievingertopgreep