Samenvatting voor het vak Onderzoeksmethoden voor Bedrijfskunde, gedoceerd aan de Vrije Universiteit Brussel. Deze samenvatting bevat alles wat gekend moet zijn voor het examen: het handboek en de lessen.
0.1 Wat is een masterproef?
We hebben verschillende definities hiervoor. Eén van de bekendste is:
Een masterproef is een rapport van een groot primair onderzoek. Het toont de inzichten in het
onderzoek van de studenten. Het zorgt ook voor een analyse van het onderzoek en representeert de
conclusies die eruit worden getrokken.
Rapport: Het neerschrijven van de bevindingen op een overzichtelijke methoden omdat het duidelijk
moet zijn voor andere
Groot primair onderzoek: Het gaat dus over een groot geheel/omvang. Het gaat over een primair
onderzoek dus een onderzoek dat je zelf uitvoert. Voor dat onderzoek ga je dus primaire bronnen
gebruiken, niet enkel business en managerial bronnen, maar ook andere topics.
Analyse: Het gaat om een analyse van de data die verzameld hebt want voor een onderzoek heb je
data nodig. Het is dus niet enkel beschrijvend.
Conclusies: Op het einde moet er ook een conclusie worden getrokken en moet je de vraag stellen
“Wat hebben we nu geleerd”
Een andere definitie van een masterproef is dat een masterproef moet minimaal aantonen dat de
student op kritische wijze kennis heeft genomen van een onderwerp eigen aan de opleiding en
instaat is dit op een overzichtelijke, geargumenteerde en gedocumenteerde wijze uiteen te zetten.
→ in deze definitie is het dus belangrijk dat je zelf op zoek moet gaan naar materiaal door onder
andere literatuurstukken te vinden. Je moet hieraan een bepaalde structuur toe brengen om zo een
overzichtelijk plaatje weer te geven. Je kan gebruik maken van titels en tussentitels om het
overzichtelijk te maken.
Het onderwerp moet ook eigen zijn aan de opleiding dus moet enkel kunnen worden geschreven
door mensen die deze opleiding volgen
Er wordt ook gesproken over geargumenteerd en gedocumenteerd, dus het mogen geen loze
beweringen zijn en geen claims die niet bewezen zijn. Je moet dus de feiten kunnen gaan staven en
argumenteren en je moet ook kunnen aantonen aan de hand van documenten en bronnen.
Enkele belangrijke elementen in een masterproef?
→ Onderzoeksvoorstel: een document dat definieert waarover het project gaat. Hierin staat
waarom het project belangrijk is en hoe het moet worden uitgevoerd worden.
→ Paper is een kort document ter aanvulling van een presentatie
→ Managementverslag: een kost document ter aanvulling van een presentatie aan managers of
beslissingsnemers
→ Een thesis dat argumenten of een propositie bevat dat wordt aangetoond met bewijs en
literatuur. Dus een thesis is geen masterproef want een thesis is een stelling die je aan de hand van
de masterproef probeert aan te tonen dus de thesis is deel van de masterproef
→ Een project gaat over alle activiteiten die worden uitgevoerd om je masterproef te voltooien
1
, Een masterproef moet primair geschreven worden voor een academisch publiek en het zal worden
beoordeeld worden door dit academische publiek.
→ Maar het moet ook wel onderdelen hebben die problemen adresseren voor personen die deel
uitmaakten van het onderzoeken.
Het is belangrijk dat je hier een goede balans tussen vindt.
0.2 Scope: Het is belangrijk om het domein duidelijk af te bakenen. Je moet dit domein gaan
identificeren en uitleggen waarom je niet voor iets anders kiest.
→ We hebben verschillende invalshoeken om de scope te gaan bepalen:
1) Thematisch: je zal gebruik maken van definities en daarop verder gaan werken. Je gaat deze
definities dan voor de rest van deze proef ook verder aanduiden.
We hebben een 020 of een online to offline e-commerce. Dit is een dienstverlening die deels online
gebeurd en dat in een verder stadium offline gebeurd.
Dit is men dan verder gaan bestuderen met de vraag: Wat zijn de redenen dat de ondernemingen
de O2O gebruiken?
Er is onderzoek gedaan bij 24 experten in China en uit 1 van de interviews volgde:
De traditionele reisagentschappen zijn geografisch beperkt, maar internet laat deze beperking
wegvallen want iedereen kan deze toch gebruik
→ Probleem: Dit is geen O2O, maar bricks en clicks want ze hebben niet enkel een fysiek
verkoopkanaal, maar ook het internet
→ Er is dus verwarring over het begrip dus we spreken van een probleem van interne validiteit
De inhoud van wat de geïnterviewde persoon zegt is niet fout, maar heeft geen belang met wat er
wordt onderzocht
2) Geografisch: Hierbij gaan we het dus geografisch gaan afbakenen. We moeten ons dus focussen op
een bepaald gebied. Je moet vermelden en verantwoorden welk geografisch gebied je onderzoek
zich zal focussen
3) In de tijd: Hierbij zal je het in een bepaalde tijdsperiode gaan onderzoeken en moet dit duidelijk
vermeld zijn
4) “Unit of observation”: Je kan je onderzoek vanuit verschillende invalshoeken gaan bekijken zoals
consument, producent, overheid, …
Elk van deze invalshoeken heeft een ander standpunt en zal een andere methodologie gaan
gebruiken
0.3 Het proces: Het schrijven van een masterproef is geen sequentieel proces. Je zal meerdere
activiteiten in parallel gaan zetten.
Het kan zijn dat je soms stappen terug zal moeten zetten je focus zal moeten gaan heroverwegen.
We kunnen het op 2 manieren gaan voorstellen. Bij de eerste manier zien we dus dat er een
wisselwerking is tussen de eerste 3 stappen en dat deze meerdere malen worden doorlopen.
Bij de andere manier zien we dat er 3 dimensies zijn die een rol spelen namelijk de tijd, denken-
vinden en de verwarring-vertrouwen. Zo zien we dat het vertrouwen op en neer zal gaan, je een
beperking in de tijd hebt en dat je niet altijd iets zal weten waardoor je moet gaan denken of vinden.
2
, OF
Fase 1: Kiezen van een topic en het ontwikkelen van het project
Op het begin zijn de studenten in de war over wat ze gaan onderzoeken en hoe ze het onderzoek
zullen gaan aanpakken.
- Dit leidt tot verschillende topics → Bestuderen van verschillende onderzoeksmethoden
- Gaandeweg wordt het zelfvertrouwen sterken, maar er blijft verwarring op het einde
→ Moet een duidelijk hebben over wat men gaat onderzoeken, waarom het belangrijk is en hoe men
hoe moet gaan doen.
Fase 2: Het schrijven van een kritische literatuurrecensie
Je zal opzoek gaan naar verschillende boeken, academische papers en andere materialen die relevant
zijn voor het project. → Er zal veel energie ingestoken worden om zoveel mogelijke goede bronnen
te vinden.
- Het vinden van materiaal is belangrijk, maar het materiaal lezen is nog belangrijker
- Verschillende theorieën moeten worden bekritiseerd en geëvalueerd worden
Fase 3: Ontwikkelen van concepten, conceptueel kader en theorieën
Door de verhoging in zelfvertrouwen zal je een conceptueel
kader gaan ontwikkelen.
Dit is een soort van kaart die alle concepten zal gaan
samenvatten en je zal moeten gaan gidsen doorheen het
onderzoek en aantonen hoe de onderdelen gerelateerd zijn
met elkaar.
Fase 4: Het verzamelen en analyseren van onderzoeksmateriaal
Aan het begin van dit stadium is een grondige analyse vereist
- In detail opstellen hoe ze het onderzoek zullen opstarten en organiseren:
• Praktische aspecten
• Informatie vinden
Dit zal leiden tot een verhoging van het zelfvertrouwen omdat de studenten genoeg informatie
hebben om te beginnen schrijven.
Fase 5: Interpreteren van het onderzoeksmateriaal en conclusies trekken
Dit is de eerste interpretatie van het materiaal
- Dit is een moeilijke taak → Verhoging van verwarring waardoor men meer uitleg gaat zoeken over
dit topic om zo betere antwoorden te vinden.
- Het interpretatieschema kiezen dat gebaseerd is op het conceptueel kader
Fase 6: Vormen van argumenten en het schrijven van je masterproef
In de laatste fase worden de argumenten geformuleerd en krijg je een geschreven masterproef
→ We weten pas op het einde van we bedoelen als we bezig zijn met het schrijven.
3
, 0.4 Wetenschappelijk onderzoek: Hierbij wilt men problemen oplossen door het toepassen
van een stapsgewijze, logische, georganiseerde en rigoureuze methode om problemen te
identificeren, data te verzamelen, te analyseren en op basis daarvan valide conclusies te trekken.
Kenmerken:
1) Doelgericht; je zal een wetenschappelijk onderzoek gaan voeren om iets aan te tonen of te
verbeteren. Er moet een duidelijke scope zijn en je zal een empirisch onderzoek gaan voeren.
De onderzoeksvraag mag niet te specifiek, maar ook niet te algemeen zijn
2) Rigoureus: Je onderzoek moet nauwgezet gebeuren en je moet een goed onderbouwd
theoretisch kader hebben. De methodologie die je gebruikt moet ook vastliggen
3) Testbaar: Het is een hypothetico deductief onderzoek, dus de hypothese en de onderzoeksvragen
moet testbaar zijn.
Deze hypotheses moeten komen vanuit het theoretische kader om zo
- Problemen te identificeren → Van breed naar specifiek
- De probleemstelling te identificeren → Doelgericht
- Hypothese te ontwikkelen → Je moet alles aan doen om de hypothese te ontkrachten.
→ Als de hypothese niet ontkrachtbaar is dan is de hypothese juist. We spreken van Test-to-
destruction
Academici zijn opgeleid om kritisch te zijn en alles in vraag te stellen
4) Repliceerbaar: Als iemand anders het onderzoek opnieuw voert, moeten ze dezelfde uitkomsten
bekomen door gewoon aan te geven welke data en hoe deze data gebruikt is.
Een replicator is iemand die het werk van andere onderzoekers zal uitvoeren
Maar in de werkelijkheid wordt werk niet vaak opnieuw gedaan omdat tijdschrift onderzoek dat al
eens gedaan is (tenzij er spectaculaire vondsten zijn) niet opnieuw publiceert. Liefst ook
onderzoek dat het verband tussen 2 variabelen aantoont→Dit geheel is Publication bias
5) Precies en betrouwbaar: je kan nooit de volledige populatie gaan onderzoeken → Daarom nemen
we een steekproef
Op deze steekproef zit er natuurlijk wel een foutenmarge waardoor men een
betrouwbaarheidsinterval moet gaan vermelden. Opgelet een onderzoek kan wel niet altijd 100%
correct zijn
6) Objectief: Persoonlijke voorkeuren mogen niet voorkomen
7) Veralgemeenbaar: Kan je de conclusie die je trekt veralgemenen voor de hele populatie?
Externe validiteit: De conclusies gelden buiten de steekproef als het gaat om een representatieve
steekproef
Bv. Gebruik van student samples. Ze gingen dus de conclusies die ze halen uit representatieve
steekproeven gaan testen bij samples van studenten. Er worden wel geen conclusies uitgetrokken
8) Parsimony: Zuinigheid, je bent beter met een model met een beperkt bepaald aantal variabelen
waaruit je meer conclusies kan trekken dan een model met zeer veel variabelen waaruit je minder
kan uit halen.
4
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur stuviadocs. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €5,19. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.