In dit document zitten handige stappenplannen en een goede samenvatting incl. uitleg bijhorende wetsartikelen en arresten. Heb een 8,5 gehaald met deze samenvatting.
Lindy de Jong, Inleiding belastingrecht ondernemers
WEEK 1
Bron van inkomen
Zonder bron van inkomen is er geen belastbaar inkomen en is er dus geen belastingheffing.
Indien je dus bijvoorbeeld de vraag ‘ziet u mogelijkheden om de kosten in aftrek te
brengen?’, moet je je eerst afvragen of er wel sprake is van een bron van inkomen.
Er is sprake van een bron van inkomen indien er aan drie vereisten is voldaan:
1. Nemen de activiteiten deel aan het economisch verkeer?
Hiervan is sprake indien je buiten je familiekring treedt, indien het dus voor
familie is dan is er geen sprake van deelname aan economisch verkeer.
2. Vindt de activiteit plaats met een subjectief winstoogmerk?
Wordt er echt een voordeel beoogd? Als er bijvoorbeeld ‘verkopen’ in casus
staat dan is dit een aanwijzing voor subjectief winst oogmerk.
i. Uit Vriendendienstarrest blijkt dat er sprake is van subjectief
winstoogmerk indien de prestatie gericht is op een voordeel. Als je een
vriend helpt en je krijgt hiervoor een vergoeding dan is er dus over het
algemeen geen sprake van een subjectief winstoogmerk
3. Vindt de activiteit plaats met een objectief winstoogmerk?
Het voordeel moet dus ook redelijkerwijs te verwachten zijn.
i. Uit arrest consulgeneraal blijkt dat hiervan geen sprake is indien de
kosten de baten blijven overtreffen, dit kan ook in loop der tijd
ontstaan.
ii. Uit arrest piramidespel blijkt dat indien de winst zo afhankelijk is van
omstandigheden waar jij geen invloed op hebt (dus is speculatief van
aard), dan is er geen sprake van objectief winstoogmerk.
Indien jij geen bron van inkomen hebt dan valt er ook niks te verrekenen en dan kunnen er
ook geen kosten in aftrek worden gebracht of iets dergelijks.
Inkomenscategorieën artikel 3.1 Wet IB
Om te bepalen welke inkomenscategorie iemand geniet moet er worden gekeken naar
artikel 3.1 lid 2. Wat hierbij in acht moet worden genomen is de zogenoemde
rangorderegeling als is vastgelegd in artikel 2.14 Wet IB. Hieruit blijkt dat de bepaling die als
eerst in de wet staat ook als eerst in aanmerking komt.
Als je inkomenscategorie moet benoemen, dan moet je dus de subs in artikel 3.1 lid 2 van
boven naar beneden afgaan. Dit betekent dat eerst wordt gekeken of er geen sprake is van
belastbare winst uit onderneming (a), dan of er geen sprake is van belastbaar loon (b) etc.
Stappentoets welke inkomenscategorie:
1. Is er een bron van inkomen?
a. Deelname economisch verkeer
b. Subjectief winstoogmerk
c. Objectief winstoogmerk
Zo ja? door naar artikel 3.1 Wet IB (inkomenscategorie)
Zo nee? er is geen sprake van bron van inkomen dus ook geen inkomen
,Lindy de Jong, Inleiding belastingrecht ondernemers
Indien er geen reden is om te twijfelen aan bron van inkomen dan mag je dit noemen
‘gegeven informatie geeft geen reden om te twijfelen dat er geen bron van inkomen is’
2. Is er sprake van belastbare winst uit onderneming? (artikel 3.1 lid 2 sub a)
a. Is er sprake van een ondernemer?
Artikel 3.2 Wet IB stelt dat er belastbare winst het bedrag is dat een
ondernemer geniet uit zijn onderneming(en) (…).
Artikel 3.4 stelt vervolgens wanneer er sprake is van een ondernemer:
a. Heb jij recht op saldo bij liquidatie? (dat jij leiding neemt of
werkzaamheden verricht is niet van belang)
b. Ben jij, als ondernemer, verbonden aan verbintenissen in
civielrechtelijke zin? Ben jij civiel rechtsaansprakelijk?
b. Is er sprake van een onderneming? Er moet sprake zijn van:
i. Duurzame (niet incidentele) organisatie van arbeid en kapitaal
Denk aan aard en omvang werkzaamheden omvang
investeringen, reclame, ondernemingsrisico, tijdsbesteding etc.
Let op: indien in casus gegeven is dat iemand een eenmanszaak o.i.d. drijft
dan mag je zeggen dat je er vanuit gaat dat hij een onderneming heeft.
ii. Overige vereisten van bron van inkomen
Let op: als je al bron van inkomen hebt behandeld hoef je hier niet nog een
keer langs.
3. Is er sprake van belastbaar loon? (artikel 3.1 lid 2 sub b)
Indien het gaat om een werknemer wel, die is immers niet zelfstandig. Uit
artikel 3.80 Wet IB juncto artikel 10 Wet LB blijkt dat indien jij een
dienstbetrekking hebt, je loon geniet.
Let op: als jij een dienstbetrekking hebt is er niet meteen sprake van bron van
inkomen, je mag er wel vanuit gaan maar op tentamen ‘dat er een
dienstbetrekking is betekent niet automatisch dat er sprake is van een bron
van inkomen. In casus bestaat geen reden om te twijfelen dus ik ga er wel van
uit’.
4. Is er sprake van resultaat uit overige werkzaamheden? (artikel 3.1 lid 2 sub c)
a. Eerst afgaan of er sprake is van winst uit onderneming, kan je kort noemen
van persoon A heeft geen duurzame organisatie van kapitaal en arbeid dus er
is geen sprake van een onderneming.
b. Dan noemen dat persoon A geen werknemer is
c. Dan zeggen dat op basis van artikel 3.90 persoon A belastbaar resultaat uit
overige werkzaamheden geniet.
Onderneming met je partner en inkomstenbelasting
Partner A heeft eenmanszaak en partner B werkt mee zonder vergoeding
B heeft geen bron van inkomen (neemt wel deel aan economisch verkeer, maar er is geen
objectief winstoogmerk).
A geniet van ondernemersaftrek o.g.v. artikel 3.74 Wet IB. Voor welke
ondernemersaftrekken hij in aanmerking komt hangt af van de voorwaarden van het artikel.
Hij heeft dan sowieso recht op meewerkaftrek o.g.v. artikel 3.78 Wet IB.
,Lindy de Jong, Inleiding belastingrecht ondernemers
Meewerkaftrek:
Percentage van de winst komt in aftrek van de winst.
De voorwaarden hiervoor zijn:
- voldoen aan urencriterium als in artikel 3.6 Wet IB
- er moet sprake zijn van een ondernemer
- B moet een partner zijn die zonder enige vergoeding arbeid verricht in een
onderneming.
‘’zonder enige vergoeding’’: o.g.v. artikel 3.16 lid 4 valt een vergoeding onder
de €5000 hier ook onder en dan dus wel meewerkaftrek. Bij een
arbeidsbeloning van boven €5000 is dit gewoon inkomen voor de partner.
Let op urencriterium artikel 3.6 lid 2 Wet IB: gewerkte uren van je partner tellen niet mee
voor het urencriterium indien A niet met een onafhankelijke derde het
samenwerkingsverband zou aangaan. Dus ondanks dat partner B ook ondernemer is, mogen
deze uren niet worden meegeteld indien er sprake is van ongebruikelijke
samenwerkingsverband.
Samenwerkingsverbanden
Wordt een onderneming door 1 persoon gedreven?
Ja
- Eenmanszaak
Nee
- Maatschap
Maten zijn ieder aansprakelijk voor een gelijk deel van de schulden. De
opdrachtgever kan ervoor kiezen om een maat volledig aansprakelijk te
stellen (degene aan wie de opdracht is verleend). Vaak mensen met een
zelfstandig beroep die samen werken ‘beroepsbeoefenaren’
- Vof
o De vennoten zijn ieder aansprakelijk voor alle schulden van de vof (ook voor
schulden veroorzaakt door een andere vennoot). Dus een vennoot is o.g.v.
civielrecht hoofdelijk aansprakelijk. Daarom is de vennoot altijd ondernemer
voor het fiscaal recht.
o Als vennoten ben je dus beide aansprakelijk en je kan beiden genieten van de
ondernemingsaftrek. Er is immers sprake van een onderneming en de
vennoten zijn ondernemers (civielrechtelijk aansprakelijk). Als je dus een
eenmanszaak drijft en je partner verricht ook ondernemingsactiviteiten, dan
kan je dus beter een vof aangaan zodat de winst over beiden verdeeld wordt
en zo val je beiden in een lager belastingtarief.
o Een beherend vennoot staat voor zijn hele vermogen als hij onderneemt
Wordt een onderneming door 1 persoon of meer gedreven en wordt er door minimaal 1
persoon geld in de onderneming gestopt?
Ja
- Commanditaire vennootschap
o Commandiet schiet geld in de onderneming en die kan alleen meedoen in de
verliezen van de vennoten onderling tot het bedrag wat hij voorgeschoten
heeft
,Lindy de Jong, Inleiding belastingrecht ondernemers
o Hij staat niet in met zijn hele vermogen
o Commandiet kan zich niet als een beherend vennoot gedragen
Indien de commandiet dit wel doet (dus hij gaat beherende activiteiten
verrichten) dan wordt hij o.g.v. het civielrecht hoofdelijk aansprakelijk
voor alle verbintenissen en schulden (ook de toekomstige).
o Commandiet is dus geen ondernemer, want hij is niet hoofdelijk
aansprakelijk. Tenzij hij het beheersverbod overtreedt door beheersdaden te
verrichten en dan wordt hij ondernemer o.g.v. het civielrecht en artikel 3.4
Wet IB.
Wordt een commandiet belast over de winst die hij geniet uit de onderneming?
1. Artikel 3.3 lid 1 sub a Wet IB stelt dat de winst die een belastingplichtige, niet als
ondernemer of aandeelhouder, maar als medegerechtigde geniet, belast is.
2. Er is sprake van een medegerechtigde indien de commandiet geen ondernemer of
aandeelhouder is
3. Een commandiet is sowieso geen ondernemer, want hij voldoet niet aan artikel 3.4
Wet IB, gezien de commandiet niet hoofdelijk aansprakelijk is
4. Of een commandiet aandeelhouder is hangt o.g.v. artikel 2.3 lid 3 sub f of er sprake is
van een besloten cv of een open cv. Een commandiet in een open cv is namelijk o.g.v.
dit artikel aandeelhouder
5. Wat een open cv is staat in artikel 2.3 lid 3 sub c omschreven. Een open cv is een cv
waarbij toetreding of vervanging van een commandiet kan plaatsvinden zonder
toestemming, overleg etc. Bij een besloten cv is er toestemming nodig van de andere
vennoten om toe te treden als commandiet.
Is er sprake van een open cv? commandiet is aandeelhouder o.g.v. artikel 2.3 lid 3 sub f
en daarmee valt hij niet onder artikel 3.3 lid 1 sub a. Dus winst wordt niet belast o.g.v. winst
uit onderneming en dus niet in box 1.
Is er sprake van een besloten cv? commandiet wordt als medegerechtigde gezien in de zin
van artikel 3.3 lid 1 sub a Wet IB en daarmee wordt zijn winst belast o.g.v. winst uit
onderneming en dus in box 1 belast.
, Lindy de Jong, Inleiding belastingrecht ondernemers
Week 2
Toetsing van kosten; zakelijk of privékosten?
Zakelijke kosten verminderen over het algemeen de belastbare winst tenzij er sprake is van
een aftrekbeperking (zie artikel 3.14 Wet IB).
Er is sprake van zakelijke kosten indien deze kosten voortvloeien uit een onderneming, dit
blijkt uit artikel 3.8 Wet IB.
Uit arrest Cesna volgt dat de kosten als zakelijk beschouwd kunnen worden indien deze
kosten in een zodanig verband staan met de onderneming en indien een redelijk denkend
ondernemer kan volhouden dat deze kosten gemaakt zijn met het oog op de zakelijke
belangen van de onderneming. Ofwel het moet niet in wanverhouding staan.
1. In beginsel mag een ondernemer kosten aftrekken indien deze kosten worden
verkregen uit een onderneming en er dus sprake van zakelijke kosten (artikel 3.8 Wet
IB).
De hoofdregel is dat de fiscus niet mag oordelen of hij de kosten aan andere dingen
had uitgegeven dan de ondernemer.
Als de ondernemer denkt dat het belangrijk is voor zijn onderneming, dan is daarmee
de causaliteit gegeven.
2. Staan de kosten tot wanverhouding t.a.v. tot het nut voor de onderneming?
O.g.v. het Cesna-arrest heft de fiscus wel een marginaal toetsingsrecht. Hij mag dus
wel denken vanuit een redelijk denkend ondernemer. Hij mag kijken naar de
wanverhouding tussen de gemaakte kosten die de ondernemer in kwestie heeft
gemaakt en de kosten die een redelijk denkend ondernemer zou hebben gemaakt.
Deze wanverhouding (dus het verschil) is niet aftrekbaar.
3. Vervolgens blijkt uit het Jaguar arrest dat de hoogte van de kosten er niet meer
toedoen indien het vaststaat dat de kosten zijn gemaakt voor het nut van de
onderneming.
Beperkingen aftrekbare (zakelijke) kosten
Uit artikel 3.14 Wet IB volgt welke kosten niet aftrekbaar zijn van de winst uit onderneming.
Denk aan geldboeten die iemand maakt op weg naar een klant.
Vermogensvergelijking (vraag met onttrekkingen en stortingen)
Fiscaal eindvermogen van de onderneming
Fiscaal beginvermogen van de onderneming _
Saldo
Kapitaalstortingen _
Saldo
Onttrekkingen +
Totaalwinst
Onttrekkingen zijn privé-uitgaven betaald door de zaak
Stortingen zakelijke uitgaven betaald door privé (je hebt iets in je onderneming gestort
wat privé was).
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur deJongL. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €5,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.